Statutenwijziging.
Notulen der Algemeene Vergadering van het Alg. Ned. Verbond, gehouden 26 Juni 1907 te Dordrecht.
Te 2 uur opende de waarnemende voorzitter, de heer H.D.H. Bosboom, de vergadering en stelde onmiddelijk de wijziging van art. 5 der Statuten aan de orde.
Het voorstel van het Hoofdbestuur luidde om genoemd artikel aldus te wijzigen:
‘Algemeene vergaderingen van het Verbond worden gehouden, zoo dikwijls het Hoofdbestuur het noodig acht en ook zoo dikwijls het door ten minste ééne Groep, minstens twee zelfstandige Afdeelingen of minstens 50 leden wordt verlangd met opgave van de punten, waarvan de behandeling wordt gewenscht. Binnen drie maanden, nadat het Hoofdbestuur, op de wijze bij het voorgaande lid bepaald, het verzoek tot het uitschrijven eener algemeene vergadering heeft ontvangen, is het tot bijeenroeping verplicht.
De oproeping voor eene algemeene vergadering en hare dagorde worden - spoedeischende gevallen uitgezonderd - minstens zes maanden te voren in het orgaan opgenomen, onderteekend door den algemeenen Secretaris.
De algemeene vergaderingen zijn uitsluitend toegankelijk voor de leden van het Verbond. Ieder lid heeft eene raadgevende stem. Het stemrecht wordt uitgeoefend door de Groepen en Zelfstandige Afdeelingen. Zij brengen ééne stem uit, wanneer zij niet meer dan 50 leden tellen, 2 stemmen wanneer haar ledental 50 overtreft en voorts ééne stem meer voor elke honderd leden, die bij haar boven de 150 zijn aangesloten, met een maximum van 10 stemmen per Groep of Afdeeling.
Het aantal leden bedoeld bij het vorige lid, wordt bepaald volgens de laatste door het Hoofdbestuur ontvangen ledenlijst.
De Groepen en Zelfstandige Afdeelingen stemmen door hare vertegenwoordigers.
Leden van het Hoofdbestuur kunnen niet als vertegenwoordigers optreden. De opdracht tot vertegenwoordiging moet schriftelijk geschieden.
Het Hoofdbestuur moet voor de algemeene vergadering door de besturen der Groepen en Zelfstandige Afdeelingen zijn in kennis gesteld met de aanwijzing der vertegenwoordigers, bij gebreke waarvan dezen niet als zoodanig kunnen worden toegelaten.
De orde der algemeene vergaderingen wordt overigens geregeld bij afzonderlijk reglement, vast te stellen door de algemeene vergadering’.
De Toelichting luidde als volgt:
‘Art. 5 der Statuten, zooals het nu luidt, regelt in beginsel de algemeene vergaderingen, zooals de oprichters van het Verbond zich deze destijds hebben gedacht. Het Verbond kan zich splitsen in Groepen en Afdeelingen, maar zijn grondwet moest ten slotte door de leden, met voorbijgang van die indeelingen worden vastgesteld.
Het is 't Hoofdbestuur duidelijk geworden, dat dit beginsel billijkerwijze niet is te handhaven. Meer en meer trekken de leden zich samen in Groepen en Zelfstandige Afdeelingen, en naar mate deze langer bestaan, worden zij sterker en winnen zij aan beteekenis.
Het Verbond bestaat nu niet in de eerste plaats meer uit leden, maar uit Groepen en Zelfstandige Afdeelingen. Deze nieuwe toestand wettigt volkomen de ingrijpende verandering, die nu wordt voorgesteld, waardoor de beginselen van het Verbond voortaan zullen worden vastgesteld door de Groepen en Zelfstandige Afdeelingen, en de leden zich daarbij met eene raadgevende stem zullen moeten vergenoegen.
Door 't nieuwe artikel 5 wordt naar de meening van het Hoofdbestuur de grootst mogelijke billijkheid betracht tegenover alle leden van het Verbond, hetzij zij in Nederland wonen of ver daar buiten.
Niet langer zal 't Hoofdbestuur het Reglement voor de algemeene vergaderingen vaststellen en over belangrijke punten, zooals het stemrecht, beslissen.
Door 't voorstel van het Hoofdbestuur vervalt de bepaling van algemeene vergaderingen tegelijk met de Nederlandsche Taal- en Letterkundige Congressen. Het zal ieder duidelijk zijn, dat deze niet zijn te handhaven in de regeling van het ontworpen art. 5 der Statuten, omdat voor die bijeenkomsten dat artikel met al zijn eischen voor de wijze van vertegenwoordiging der Groepen en Zelfstandige Afdeelingen onverminderd zou gelden; wat toch te ver gaat.
Het is daarom beter, dat bij die Congressen de Verbondsleden desverlangd huishoudelijk bijeenkomen, zonder oproeping en zonder onderworpen te zijn aan eenig reglement, maar dan ook zonder eenig recht om besluiten te nemen.
Dit is trouwens ook in overeenstemming met de oorspronkelijke bedoeling dier bijeenkomsten’.
Op de vraag van den voorzitter wie het woord verlangde over het voorstel, zei mej. E. Baelde (Rotter-