Van onze Vertegenwoordiging in het Buitenland.
Jaarverslag uit Tabasco (Mexico).
Het was mij aangenaam de verplichtingen, mij als vertegenwoordiger van het Verbond opgelegd, getrouw na te komen.
Aan de zedelijke belangen van onzen stam kon ik helaas slechts weinig doen. Er zijn maar 2 andere Hollanders hier, beiden hebben groote gezinnen en hun kinderen spreken alleen de Spaansche taal.
De portretten van H.M. de Koningin waren voor hen evenwel eene zeer aangename verrassing en werden dankbaar in ontvangst genomen. Ook Hollandsche tijdschriften en boeken heb ik hun ter lezing afgestaan.
Mijn vrijen tijd heb ik gebezigd ten bate der stoffelijke belangen van onzen stam, trachtend de aandacht te trekken van Hollandsche kapitalisten naar deze in ons vaderland te weinig bekende streken, evenwel zooals u weet, met weinig gevolg.
In het eerste Januari-nummer '06 van de ‘Indische Mercuur’ mocht ik een artikel zien opnemen, handelende over de beste wijze van exploitatie eener rubberonderneming hier te lande.
Den heer O. Kamerlingh Onnes, Directeur van het Bureau voor Handelsinlichtingen te Amsterdam, zond ik in den loop van het jaar monsters van plaatselijke voortbrengselen, zooals rubber, ixtlevezel, bari-hout, stijfsel (z.g. manioca) bereid uit den wortel der yucaplant (manihot utilissima Pohl) en gember wortel. Al deze producten eigenen zich zeer voor uitvoer naar Holland en ik mocht reeds eenige brieven van invoerders ontvangen. Ter gelegener tijd zal ik u den uitslag mijner bemoeiingen mededeelen.
Tabasco biedt een zeer ruim veld aan voor ondernemende mannen met kapitaal. Aan vele takken van landbouw en nijverheid, die den rijkdom van het land zouden kunnen vormen, wordt niet de minste aandacht gewijd, eensdeels door onwetendheid, anderdeels doordat de inwoners zich niet gemakkelijk uit den ouden sleur losrukken en te weinig bekend met het wereldgebruik zich niet licht in nieuwe ondernemingen steken, die hen veel betere winsten zouden kunnen opleveren.
Om dezen tegenzin in nieuwe dingen beter toe te lichten zal het voldoende zijn mede te deelen, dat Tabasco eene der weinige staten in Mexico is, die geen spoorweg bezit, niettegenstaande er voldoend kapitaal aanwezig is om dien aan te leggen en er in geheel Mexico geen gunstiger terrein is voor zulk eene onderneming, daar Tabasco geheel vlak land is.
Het voornaamste export-artikel van Tabasco na mahoniehout en cacao is suiker en daar deze cultuur in de laatste jaren in de andere staten die over een veel beter verkeers-wezen beschikken dan Tabasco, zeer uitgebreid is, kan deze Staat, die nog immer voortgaat hare suiker per kanoe rivier-afwaarts te voeren niet gunstig meer met de andere Staten wedijveren en is de suiker-industrie aan het kwijnen. Waar bovendien de loonen hooger zijn dan vroeger, gaat deze cultuur een zwaren tijd tegemoet.
Herhaaldelijk heb ik Hollandsche kapitalisten op de winstgevendheid van dezen spoorweg gewezen, die een zegen zou zijn voor het land, doch nimmer mocht ik eenige belangstelling vinden.
Daar ik als planter met den handel weinig bekend ben kan ik den Hollandschen uitvoerhandel weinig van dienst zijn. De eenige Hollandsche artikelen, die ik hier aangetroffen heb zijn boter en kaas, jenever en linnen goederen. De heeren J.C. Keg & Co., Zaandam, gebruiken voor hunne artikelen eene zeer eigenaardige verpakking en schijnen nog al aftrek te vinden. Ik ben evenwel bereid Hollandsche uitvoerders adressen op te geven van plaatselijke handelhuizen, die belang mochten stellen in hunne goederen. Er bevindt zich in dezen Staat geen vice-consulaat, dat hen die gegevens zou kunnen verstrekken.
Zou het geen aanbeveling verdienen de aandacht der Regeering te vestigen op het feit, dat er in het buitenland vele rechtgeaarde Hollanders gevestigd zijn, die gaarne bereid zijn met hunne ondervinding het vaderland te dienen en als vice-consul zeer goede diensten zouden kunnen bewijzen? Op deze manier zou het consulaat-wezen op niets kostende wijze zeer uitgebreid kunnen worden en zekerlijk den Hollandschen handel ten goede komen.
Met den heer A.H. Berkhout, Wageningen, heb ik een geregelde briefwisseling gevoerd omtrent tropische culturen en voortbrengselen en heb met hem zaden van inheemsche gewassen geruild tegen die van Java. Ik hoop, dat wij elkander nog menigmaal wederkeerig van dienst mogen zijn.
Cardenas, Febr. 1907.
Wm. DE WIT.