Neerlandia. Jaargang 11
(1907)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdVan de Boeken-Commissie.Verslag van de Boeken-Commissie over 1906.Algemeene opmerkingen.Het afgeloopen jaar was voor onze Commissie in alle opzichten een jaar van groote voldoening. Niet alleen mochten wij van alle zijden groote belangstelling ondervinden in onzen arbeid, doch ook de waardeering, die onze boekenzendingen overal ter wereld te beurt viel, stemde ons zeer dankbaar en is ons een aansporing te meer om voort te gaan! In de rubriek ‘Van de Boeken-Commissie’ bleven wij mededeelingen doen over onze werkzaamheden. Onze verwachling, dat dit middel afdeelingen en leden een aansporing mocht wezen om zich persoonlijk van onzen arbeid op de hoogte te komen stellen, is niet | |
[pagina 32]
| |
vervuld. Wel mogen wij verklaren, dat onze B.-C. almede door deze berichten bij de leden van het A.N.V. - zoowel hier te lande als in het buitenland - grooter bekendheid verworven heeft. Niet alleen de zich voortdurend uitbreidende briefwisseling, maar evenzeer de boeken- of geldzendingen, die wij ontvingen, waren er het bewijs van. Uit de verst afgelegen hoeken van ons vaderland werden ons vaak boeken toegezonden, ja zelfs gebeurt het een enkele maal, dat Hollanders in het buitenland ons met boeken of geld steunen. Door de uitbreiding onzer werkzaamheden, waarvan dit verslag gewagen zal, werden steeds grooter eischen gesteld aan onze administratie, wat in de eerste plaats op het bureau van den 1en Secretaris merkbaar was. Gaarne brengt deze hier grooten lof toe aan den ijver en de toewijding van haar, die hem bij deze inspannende werkzaamheden wekelijks ter zijde stonden. Denzelfden lof brengen wij gaarne aan allen, die 's Zaterdags in het Boekenhuis zoo rusteloos werkzaam waren. In het bijzonder moeten wij hier vermelden mejuffrouw Margo W. Alers, die ons bijna 4 jaren lang met de grootst mogelijke opgewektheid, toewijding en beleid haar diensten verleende. Nu zij ons verlaten gaat, omdat zij dezer dagen in het huwelijk treedt, past ons een woord van warme hulde voor al wat de B.-C. aan haar medewerking te danken heeft! De 1e Secretaris stelt zich steeds ter beschikking van afdeelingen (of afdeelingen in wording!) om het werk der Commissie - ook door middel van de bekende cartons, die op de laatst gehouden Algemeene Vergadering te Dordrecht, 24 Maart '06, te zien waren - te komen verklaren en toe te lichten. Er is nog een ander middel om in onze afdeelingen met vrucht voor de B.-C. werkzaam te wezen: wij bedoelen door 't instellen van een bepaalde sub-commissie voor de B.-C. In den loop des jaars heeft de nieuwe afdeeling Delft op ons verzoek een dergelijke commissie ingesteld en sedert hebben enkele groote afdeelingen zich met ons voor hetzelfde doel in verbinding gesteld om den aard en den werkkring van zulk een sub-commissie te leeren kennen. Wij verwachten daarvan alles goeds en bevelen deze instelling met nadruk allen afdeelingen aan! | |
Werkkring.I. Zeemanshuizen en Nederlandsche Kolonies in den vreemde.Het getal adressen van Zeemanshuizen en Nederlandsche Kolonies in den vreemde, waarheen boeken gezonden zijn of worden, wekelijks couranten gaan of maandelijks een tijdschrift gestuurd wordt, bedraagt reeds 46. Onder deze bevinden zich 22, die elke week een pak couranten ontvangen. Om ze daarvan te voorzien, ontvangen wij geregeld van tal van staden landgenooten hun dag- of weekbladen, voor welke geregelde toezending wij hun hier onzen hartelijken dank betuigen. Gelukkig ontvangen wij steeds enkele couranten te veel, daar soms een enkele courant ontbreekt of te onvolledig is om verzonden te kunnen worden. Daarenboven hebben wij nog een aantal couranten in reserve, d.w.z. wij hebben den vriendelijken gevers verzocht hun bladen voorloopig niet te zenden, maar ons te veroorloven ze later zoonoodig te mogen opvragen. Behalve de dagbladen ontvangen wij wekelijks nog andere en wel geïllustreerde bladen, bovendien 5 exemplaren van Boon's Magazijn, voor al welke giften wij zeer erkentelijk zijn. Zonder de krachtige en belangelooze medewerking ook van deze vrienden van onze Commissie, ware het ons niet mogelijk aan onze belangrijke verplichtingen te voldoen. Zoowel van de Bestuurders der Zeemanshuizen, van de consulaire ambtenaren, als van enkele schepelingen, mochten wij voortdurend de beste berichten ontvangen omtrent onze kranten-zendingen. Hetzelfde is het geval met de verzendingen naar Nederlandsche Kolonies in den vreemde. Bij alle wordt de band met het moederland aldus krachtig aangetrokken en dit deel van ons werk geeft ons niet het minst voldoening! Intusschen zijn de werkzaamheden hiervoor zoodanig vermeerderd, dat wij iemand moesten aanstellen, om dat werk voor ons wekelijks te verrichten. Hiermede verviel ook het bezwaar, dat de verzending des zomers weken lang door uitstedigheid onzer Commissieleden niet kon plaats vinden. Een woord van dank zij hier gebracht aan H.H. Consuls-Generaal, Consuls, Directeuren en Commandanten der Marine hier te lande en in Nederlandsch-Indië, Waterschouten, Reederijen, Directies van Zeemanshuizen en ten slotte aan de Ministers van Buitenlandsche Zaken en van Marine, voor hun welwillende medewerking. Voorts moet hier met dankbaarheid vermeld worden wijlen de heer Arnold Holthaus, in leven Consul te Elberfeld, die ook door geldelijken steun den Nederlanders aldaar de gelegenheid verschafte, Hollandsche boeken te vinden in de Stadsbibliotheek. Een andere Duitscher, die voor de Hollanders in zijn omgeving optreedt, is Ds. P. Bomfleur te Schüttorff bij Bentheim, wien wij daarvoor onzen dank betuigen willen. Ook vermelden wij met erkentelijkheid de bemoeiingen van mevrouw de wed. Gauw, door wier bemiddeling wij Nederlandsche Kolonies in Zuid- en Noord-Amerika, en wel te Buenos Aires en te Kalamazoo (Michigan) van boeken en tijdschriften konden gaan voorzien. Dat de couranten, die wij naar de Zeemanshuizen zenden, groote diensten bewijzen, kan ook hieruit blijken, dat verschillende directies de gelezen exemplaren aan weer vertrekkende Nederlandsche schepelingen als reis-lectuur meegeven. | |
II. Zuid-Afrika.Zooals ook uit de (later te plaatsen) lijst der verzonden kisten blijken kan, vorderde ook dit jaar Zuid-Afrika onze meeste krachten. Meer dan ooit mogen wij intusschen de belangstelling en de dankbaarheid roemen, die ons van de zijde onzer Stamgenooten ginds ten deel valt - zooals onze mededeelingen in Neerlandia telkens bewezen hebben. Hoe langer hoe meer wordt ons van daar - en den laatsten tijd niet 't minst uit Kaapland - om raad, voorlichting en steun verzocht bij het verkrijgen of aankoopen van geschikte Nederlandsche boeken. Meer en meer getroost men zich daar ook geldelijke opofferingen om zulke boeken te krijgen. Ofschoon wij in dezen altoos zoo voorzichtig mogelijk geweest waren, gaf onze handelwijze op dit punt een Nederlandsche boekhandelaars-firma aanleiding, zich dit jaar bij ons te beklagen, omdat zij van meening was, dat wij de belangen der in Z.-A. gevestigde boekhandelaars benadeelden. Ofschoon overtuigd van het tegendeel - zooals ook in Neerlandia van September '06 betoogd werd - meenden wij in deze kwestie een geschikte aanleiding te vinden, om een reeds vroeger opgekomen gedachte te verwezenlijken. Wij lieten een ‘Raadgeving’ drukken (zie Neerlandia van Jan. '07, blz. 13) en zenden deze in alle brieven, die aanvragers in Z.-A. de afzending eener kist boeken melden, mede. Tot ons genoegen was het eerste gevolg van deze onze handelwijze, dat de bedoelde firma haar geschil met ons voor volkomen opgelost verklaarde. Een ander bewijs van de groote belangstelling, die ons werk - en in het algemeen dat van het A.N.V. - in Z.-A. ondervindt, is de navraag naar de van wege het Perskantoor verzonden metalen wandborden (met de spreuken: ‘Afrikaner, wees u zelf!’ en ‘Mijne moedertaal is de schoonste taal!’), die wij in onze kisten meepakken. In den betrekkelijk korten tijd, die er sedert de eerste verzending van die bor- | |
[pagina 33]
| |
den verloopen is, mocht het Perskantoor door onze bemiddeling reeds driemaal een bestelling ervan ontvangen. Trouwens, van waardeering onzer B.-C. gaf ook adv. F.S. Malan, lid van de W.V. der K.-K. en Hoofdredacteur van ‘Ons Land’, op den eere-maaltijd, den 15en December j.l. hem te Amsterdam aangeboden - en waartoe ook onze Commissie in den persoon van haar 1en Secretaris was uitgenoodigd - een welsprekend bewijs, door het werk der B.-C. te vermelden als een der krachtigste middelen om het Nederlandsch Stambewustzijn in Z.-A. te verlevendigen...... Wat de naar Z.-A. gezonden kisten betreft, ruim 80 er van waren bestemd voor onderwijzers en vereenigingen en wel verdeeld als volgt: A. Onderwijzers. Dezen ontvingen een veertig-tal kisten, bestemd voor de schoolbibliotheken en eigen gebruik; B. Vereenigingen. Ook voor deze maakten wij een veertigtal kisten klaar. Hiervan waren 25 bestemd voor vereenigingen (bijna zonder uitzondering in Kaapland), die hun aanvragen gedaan hadden of hun kist ontvingen door tusschenkomst van onzen correspondent in de K.-K., den heer W. Hovy Jr. te Steynsburg. In den afgeloopen zomer hadden wij het genoegen eenige besprekingen met onzen correspondent te houden, toen deze zich voor eenige maanden in ons land bevond. Zijn bezoek was uitteraard voor ons en ook voor hemzelven zeer nuttig, daar wij mondeling onze wederzijdsche belangen gemakkelijk konden bespreken. Een onzer besluiten was o.a., dat de heer Hovy voortaan alle aanvragen van vereenigingen zou behandelen en ze ons daarna zou opzenden. Wij gaven hem dan ook bij zijn vertrek een officiëele aanstelling als vertegenwoordiger of correspondent mede. Hem zijn wij grooten dank verschuldigd voor de moeite, die hij, de oud-Nederlander, zich voortdurend voor ons werk geeft. Tien andere kisten waren bestemd voor even zoovele takken van de A.C.V.V., de bekende vrouwenvereeniging in Kaapland. Enkele andere voor takken van den Afrikaander Bond. Ook voorzagen wij wederom een Publieke Bibliotheek (in den Vrijstaat) van boeken. De jaarverslagen van onderwijzers en vereenigingen, die wij bij tientallen ontvangen, bewijzen overtuigend, dat, in het algemeen genomen, onze boeken ‘met graagte’ gelezen worden door jong en oud, vaak besproken, uitgeleend als ze worden in wijden omtrek. Merkwaardig is het ook te vernemen, hoe onze boeken soms aanleiding geven tot bijzondere gebeurtenissen. Zoo leidde eenmaal een bezending boeken tot de eerste opvoering van een Hollandsch tooneelstuk (Van Nouhuys' ‘Eerloos’!) in zeker Transvaalsch dorp. Nooit waren er andere dan Engelsche tooneelstukken opgevoerd - en evenals elders tegenwoordig vaak geschiedt: de opvoering was een waar succes! Dank zij onze abonnementen op de Wereld-Bibliotheek, tijdschriften en zangstukken (Boon's Magazijn, de uitgaven van het Willemsfonds en van het Vlaamsche Lied) waren wij in staat om behalve de gewone rubrieken nog andere lectuur en tal van zangstukken te verzenden. | |
III. Oost- en West-Indië.Na de in Januari '06 gezonden kist - waarvan de ontvangst door bijzondere omstandigheden eerst op het einde des jaars ons gemeld werd - werden nog geen andere gezonden. De proef mag intusschen goed geslaagd heeten en twee onlangs ontvangen aanvragen zullen eerstdaags behandeld worden. Voor West-Indië werden in dit jaar drie aanvullings-kisten verzonden. Ook worden de bibliotheken aldaar na zekeren tijd verwisseld. IV. België. Wij hopen in den loop van 1907 in overleg met den heer H. Meert te Gent een aanvang te maken met 't stichten van boekerijen in Zuid-Nederland. | |
Werkzaamheden.Zooals wij in den aanvang van dit verslag reeds getuigen konden, werd in het Boekenhuis met onverdroten ijver voortgewerkt. Behalve des Zaterdagsmiddags werd vaak op andere dagen of avonden gearbeid, wanneer het aanstaand vertrek van de mailboot het gereedmaken eener bezending kisten vereischte. Wij ontvingen nog altijd zeer vele boeken ten geschenke. Ons verzoek aan leden van het A.N.V., om bij de jaarlijksche verkooping der boeken van hun leesgezelschap aan ons te denken, heeft menigmaal geleid tot belangrijke giften. Ook bleven sommige afdeelingen voortdurend werkzaam in het verzamelen van boeken. Ook particulieren gaven in dat opzicht menigmaal een uitstekend voorbeeld. Van de afdeelingen bracht de jonge afdeeling Delft het dit jaar het verst: zij zond ons niet minder dan 9 kisten zeer geschikte boeken en tijdschriften. Toch moesten wij, zooals het verslag onzer geldmiddelen aanwijst, wederom voor aanzienlijke sommen aankoopen. In dit verband richten wij tot onze leden en afdeelingen het dringend verzoek - vooral, als zij niet in staat zijn ons boeken te zenden - om voor een door henzelven te bepalen bijdrage contribuant te worden van onze Commissie. Wij tellen reeds twee afdeelingen en een gewoon lid als contribuant. Onze uitgaven stijgen aldoor en geen onzer subsidies of giften staat volkomen vast. En naar waarheid mogen wij toch op dit oogenblik, nu onze Commissie bijna 5 jaren bestaat, verklaren, dat wij ernstige, zedelijke verplichtingen op ons genomen hebben, dat Nederlanders en Stamgenooten overal verwachtingen op ons bouwen, en dat wij dus een naam te verliezen hebben, indien wij niet met alle kracht kunnen blijven doorwerken! | |
Verzonden kisten.Er werden in 1906 door ons verzonden: 140 kisten.Ga naar voetnoot*) Met de vroeger verzondene maakt dit dus een getal van 455 kisten, inhoudende omstreeks 90.000 boeken. Over de verzending kunnen wij niet dan met lof spreken, daar geen enkele onregelmatigheid voorkwam. | |
Betrekkingen met den Boekhandel en de Pers.Met uitzondering van het hierboven behandelde geval waren onze betrekkingen met uitgevers en boekhandelaars van den meest vriendschappelijken aard. Zoo ook die met de pers. Het Perskantoor van het A.N.V., soms ook particulieren of redacties van bladen, niet het minst ons eigen bureau, hielden ons op de hoogte van alle belangrijke zaken, die in eenig verband stonden of gebracht konden worden met onze bemoeiingen.Ga naar voetnoot**) Enkele dagbladen bleven voort gaan | |
[pagina 34]
| |
met de loffelijke gewoonte om geregeld van onze mededeelingen in Neerlandia een uittreksel te geven in hun kolommen. Wij hopen, dat dit goede voorbeeld door andere bladen moge worden gevolgd. | |
Betrekkingen met bevriende vereenigingen.Dat ook deze betrekkingen niets te wenschen overlieten, kan reeds uit bovenstaande mededeelingen genoegzaam worden afgeleid. Ten overvloede zij hier nog eenmaal herhaald, dat de samenwerking ook dit jaar niets te wenschen overliet. Ons eigen werk ondervindt daarvan de heerlijkste gevolgen.
Moge het vertrouwen van Hoofdbestuur, Afdeelingen en Leden van het A.N.V., en alle anderen, die in den arbeid van onze Boeken-Commissie een der idealen van ons Verbond ten zegen van den Nederlandschen Stam zien verwezenlijkt worden, ons naar aanleiding van dit Verslag ook voor het vervolg geschonken worden!...... Namens de B.-C., VERHEY, Voorzitter. VAN EVERDINGEN, 1e Secretaris.
Rotterdam, 19 Jan. 1907. |
|