Zooals men weet komt mevr. Baart de la Faille geregeld samen met jonge meisjes uit Nederland, die in Londen in betrekking zijn. Gedurende de weken, dat zij en haar echtgenoot afwezig zijn, zullen die bijeenkomsten nu door twee dames, leden der gemeente, geleid worden. Een vijftal meisjes komen er geregeld.
De feestmaaltijd den heer C. Rozenraad door een zestigtal vrienden en vereerders aangeboden verliep geheel naar wensch.
De dagbladen hebben zoo uitvoerig verslag daarvan gegeven, dat het onnoodig is het nu nog eens wijdloopig te behandelen.
Een gelukkig gevolg van dit feest is, dat de vervreemding tusschen onzen geachten landgenoot en de Nederlandsche Vereeniging (Dutch Club) heeft plaats gemaakt voor aangenamer verhouding. De heer Rozenraad zal dientengevolge 14 Februari in de Club eene lezing houden over ‘Nederland op de Wereldmarkt’.
De eerste bijeenkomst door het Nederlandsch Centraal Comité gehouden in de kleine zaal bij de bekende Queen's Hall verliep naar wensch, trots allen tegenspoed.
De firma Chappell, die deze zaal beheert, had geheel en al verzuimd haar te verwarmen en daar het buiten bitter koud was, deed dit verzuim alles behalve aangenaam aan.
Door allerlei omstandigheden had men vooraf geen programma kunnen gereed maken en rondzenden. Toch was de opkomst zeer bevredigend.
Mej. Kindler, die eene uitstekende pianiste is, had te kampen met het feit, dat door de kou de toetsen beslagen en vochtig waren. Toch bleef ze haar aanslag meester. De viool van mevr. Hoogwinkel leed ook hoorbaar van de overgroote koelheid in de zaal.
De heeren Orelio en Johan Schmier wisten intusschen bij hunne toehoorders de noodige warmte op te wekken, geboren uit geestdriftige bewondering en onbedaarlijke vroolijkheid.
Het Comité is bezield met goede bedoelingen en gloeit van ijver om zijne taak en werkkring uit te breiden. Daarover later meer.
Van onze landgenooten hebben mej. Heymann en de heer Leon Sametini met hunne concerten grooten bijval verworven.
Mej. Heymann ontwikkelt als vertolkster van Chopin steeds meer fijnheid van opvatting, glans van voordracht en muzikaal inzicht.
Sametini werd in de bladen uitbundig geprezen. De ‘Morning Post’ maakte hem tot 'n Franschman, tegen welke ontvreemding ik me in dat blad met een paar woorden verzet heb; wat niet noodzakelijk insluit dat dit blad hiervan kennis nam.
Het a.s. feest ter eere van Michiel de Ruijter wekt hier nog al belangstelling; vele bladen namen een kort berichtje op en 't is best mogelijk, dat heel wat Engelschen naar Vlissingen zullen gaan. Niet bij allen is de belangstelling even achtenswaardig, helaas, Meer dan een immers gaf de ontzettende dwaasheid te hooren, dat ze hierdoor toonden hoe grootmoedig ze waren en oude grieven edelmoedig op zij wisten te zetten! Doch, laat ons erkennen, ook buiten Engeland vindt men zelfgenoegzaamheid.
Over de Zuid-Afrikaansche tentoonstelling en haar bezoek aan Nederland valt niets nieuws te melden. De Nederlandsche Kamer van Koophandel te Londen bracht £ 700 bijeen en maakte zoodoende de zaak mogelijk.
Dat bij hare opening te Londen niet alleen de Koning en de Koningin, doch ook de Prins en Prinses van Wales en verschillende Ministers zullen tegenwoordig wezen, bewijst wel hoeveel gewicht men er hier aan hecht.
De Engelsche bladen maken met eenigen ophef gewag van wat ze, hoogst oneigenaardig, noemen: ‘Een nieuwe inval van de Hollanders’.
In Zuid Lancashire, niet ver van Manchester, heeft men namelijk uitgestrekte venen, waarvan Red Moss en Chat Moss wel mede de bekendsten zijn. De ‘Moss Litter Co.’ laat het veen voor stalstrooisel weghalen en uit den grond turf steken.
Voor dat werk heeft men een aantal veenwerkers met hunne gezinnen laten overkomen. Deze vormen daar een geheele kolonie en verschaffen de Engelsche dagbladschrijvers de gelegenheid om berichtjes met opzichtige opschriften de wereld in te sturen.
Londen, 8 Febr. '07.
C. THIEME.