Onjuiste berichten over ons land en ons volk.
In de Nederlandsche pers is door den secretaris van het Perskantoor van het Algemeen Nederlandsch Verbond meegedeeld, dat sedert eenigen tijd dit kantoor werkzaam is in den geest van het onder twee genoemde van artikel 3 der statuten van het A.N.V.:
‘Voorlichting van de pers ... om op te komen voor de eer en den goeden naam van den Nederlandschen Stam, of om zijn zedelijke en stoffelijke belangen, waar ter wereld ook, te bevorderen’.
Die bestrijding van laster en valsche voorstellingen, die betere voorlichting van het buitenland over ons land en volk geschiedt thans stelselmatig en geregeld in de buitenlandsche pers zelf; niet van Dordrecht uit, doch door in het vreemde land gevestigde, bekwame, in aanzien staande personen. Het Perskantoor is alleen het middelpunt, waar alle aanvragen om inlichtingen komen en onmiddellijk worden behandeld.
De mededeeling, dat met deze taak was begonnen, en de wijze, waarop het Verbond zich voorstelt die te verrichten, hebben in de Nederlandsche pers een waardeering gevonden, die het Verbond dankbaar herdenkt en die het een aansporing is om zijn nieuwen arbeid met kracht en geestdriftige toewijding voort te zetten.
De Nieuwe Courant plaatste het bedoelde schrijven van den secretaris van het Perskantoor van het A.N.V., zooals zij verklaarde, ‘met groote instemming’ en hoopte dat het gevolg er van zou zijn een flinke vermeerdering van het leden-aantal van het Verbond.
Ook De Standaard juichte het plan toe, doch zag niet in, waarom het haar denkbeeld van uitgave eener in het Fransch gestelde courant met groot regeerings-subsidie zou uitsluiten.
De Nieuwe Rotterdamsche Courant wijdde aan dezen nieuwen werkkring van het A.N.V. een hoofdartikel, dat aldus eindigde:
‘Tegenspraak van onjuiste berichten, toelichting van hetgeen verkeerd is begrepen, kan met vrucht alleen geschieden in de pers van het land, waarin de berichten waren verspreid, liefst in het zelfde blad, waarin zij waren opgenomen. De taak, die het Algemeen Nederlandsch Verbond op zich heeft genomen om daartoe zoowel met de noodige behoedzaamheid als met de warmte der belangstelling werkzaam te zijn, verdient lof en steun’.
Ook de buitenlandsche berichtgevers onzer groote bladen - derhalve de menschen, die over het gegeven onderwerp wel het beste kunnen oordeelen - bespraken in hun brieven de nieuwe taak van het Verbond met duidelijke waardeering.
De Parijsche berichtgever van De Nieuwe Courant opperde bezwaren, die echter bijna uitsluitend de Fransche pers betroffen; bezwaren, die ook het Perskantoor bekend zijn, waarom het Verbond dan ook tot heden nog niet te Parijs is opgetreden om haar taak van voorlichting der bladen aldaar te beginnen.
Maar vrees voor die bezwaren zal het straks toch niet terughouden van een werk, waartoe ook deze berichtgever, het Alg. Ned. Verbond beter dan eenig ander lichaam of een bijzonder persoon in staat acht.
De Berlijnsche berichtgever van de Nieuwe Rotterdamsche Courant wilde de betere voorlichting der Duitsche pers doen geschieden door tusschenkomst van de in Nederland gevestigde berichtgevers der Duitsche bladen. Deze tusschenkomst heeft het Perskantoor nooit versmaad, en erkentelijk herdenkt het hier de bereidwilligheid dier buitenlandsche journalisten in ons land, toen in Januari 1.1. de partijleider der nationaal-liberalen, dr. Paasche, in den loop eener redevoering in den Rijksdag ernstige beschuldigingen van oneerlijkheid tegen onze Indische ambtenaren had uitgebracht. Met de door het Perskantoor verstrekte gegevens hebben enkele dier berichtgevers toen onmiddellijk de aanklacht van dr. Paasche weerlegt.
Ook maakt het met waardeering melding van de herhaalde pogingen van de Deutsche Wochenzeitung für die Niederlande und Belgien om valsche voorstellingen en laster in Duitsche bladen te bestrijden.
Deze taak der voorlichting eischt groote omzichtigheid. De feiten hebben geleerd, dat deze nieuwe werkkring van het Verbond - hoe moeilijk en omvangrijk hij ook moge wezen - beslist mogelijk is; dat hij groot nut kan en zal stichten, en dat hij niet slechts tot voordeel van de eer en den goeden naam van onzen Stam zal zijn; maar ook onze zedelijke en stoffelijke belangen kan bevorderen. Deze nieuwe arbeid van het Verbond heeft zijn levensrecht en levensvatbaarheid reeds duidelijk bewezen.