Uit Vlaanderen.
De onderrichtingen, die het gebruik van onze taal in de vrije onderwijs-gestichten totaal zou wijzigen. en er de toepassing van Coremans' wetsvoorstel nutteloos zou maken, hebben het gansche land door veel ophef gemaakt en worden door het grootste deel der Vlaamschgezinden hevig over den hekel gehaald.
Die onderrichtingen schrijven o.a. voor, dat ‘het onderwijs in de voorbereidende afdeelingen (lagere scholen) tweetalig moeten zijn’ (L'enseignement des préparatoires sera bilingue). Dat deze maatregel volkomen verkeerd is hoeft geen betoog. Door tal van statistieken werd reeds bewezen, dat onze kinderen op gebied van onderwijs zoo ver ten achter staan bij de Waalsche, omdat zij zooveel tijd verliezen met het aanleeren der tweede taal, en het zich eigen maken van alles wat hun door middel van die taal werd aangeleerd.
Voor wat de Humaniora betreft, brengen de bisschoppelijke voorschriften niet veel veranderingen aan. Daarenboven wordt gezegd, dat ‘het Fransch de voertaal blijven moet’ (le français doit rester langue véhiculaire). Dat druischt weer al in tegen wat wij wenschen, n.l., dat onze moedertaal de voertaal zij in het onderwijs in het Vlaamsche gedeelte van België.
Verre van ons tevreden te stellen met een plaatsje voor onze taal in het middelbaar onderwijs, beijveren wij ons om het Hooger Onderwijs te zien vervlaamschen en om te verkrijgen de Vlaamsche Hoogeschool. Nu, daaraan mag volgens de bisschoppelijke voorschriften niet gedacht worden, omdat het Fransch het Vlaamsch overheerscht in de loopbanen, waartoe de Hoogeschool voorbereidt.
Moge de bisschoppelijke brief ook al veel verandering en verbetering brengen inzake het gebruik van onze taal in het vrije onderwijs, toch komt hij Coremans' wet nog niet nabij, en blijft deze nog zoo noodzakelijk als vroeger.
De dood woedt in onze rangen, en 't schijnt als beijverde hij zich om de besten onder ons weg te maaien. Na Jan Van Rijswijck, verdween te Antwerpen de heer J.I. De Beucker. Weinige dagen na dezen betreurden strijder ontvalt ons Dr. Am. De Vos, die onder het pseudoniem ‘Wazenaar’ eene plaats in onze letterkundige wereld veroverde. Onder zijne voornaamste werken stippen wij aan: ‘Een Vlaamsche jongen’ en een dichtwerk ‘In de Natuur’. Dr. De Vos was lid der Koninklijke Academie.
Pol de Mont en René de Boeck hebben onzen schat Vlaamsche zangspelen met een vermeerderd. De Rijmdwergen van den eersten, dat door De Boeck op muziek gezet werd, is op 6 October voor het eerst opgevoerd in den Vlaamschen Lyrischen Schouwburg te Antwerpen. Het bekwam een overgroote bijval.
Aalst. De werkzaamheden van de Letterkundige Afdeeling werden op 13 October ingeleid door den heer H. Meert, die ‘Over Vlaamsche Beweging’ handelde.
Over Vlaamsche beweging in den vollen zin van 't woord: een overzicht van den strijd om onze miskende rechten te eischen, om onze taal overal ingang te doen krijgen, en van de beweging, die zich openbaarde in de ontwikkeling van onze Vlaamsche kunst. Ten slotte een warme oproep om allen aan te zetten zich altijd en overal als zelfbewuste Vlamingen gedragen, ten einde door die aanhoudende drang ons op te heffen tot de plaats waarop we recht hebben.
Op 27 October hield de heer Jules Sterck, bestuurslid, een zeer aanschouwelijke voordracht, om het allen, tot zelfs oningewijden, diets te maken, welke regels, op het gebied van doorzichtkunde, in de kunst toegepast worden.
Gent. De werkzaamheden van de Letterkundige Afdeeling werden hervat op 22 October l.l. De heer G. De Mey las zijn drama: ‘De Sterkste’ voor, waarmede hij in den tooneel-prijskamp te Antwerpen de tweede prijs behaalde. Het stuk bezit vele eigenschappen. Het is een greep uit het leven der boeren, die zeer natuurlijk ten tooneele gevoerd worden.
Op 28 October kwam Pastoor Dr. Hugo Verriest voor den Gentschen Tak spreken over Albrecht Rodenbach. Zooals altijd heeft Pastoor Verriest zijne toehoorders weten te boeien door zijne medeslepende manier van vertellen. Van Rodenbach's korte leven was niet veel merkwaardigs te zeggen, beweerde de spreker. Toch is het hem gelukt gedurende ruim anderhalf uur al de aanwezigen belang in te boezemen