Neerlandia. Jaargang 10
(1906)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 241]
| |
Prof. W. van der Vlucht, gewezen Voorzitter van het Algemeen Nederlandsch Verbond.
| |
Vergadering van het Hoofdbestuur op 6 October 1906, te Dordrecht.Aanwezig de heeren Dr. H.J. Kiewiet de Jonge, waarn. Voorzitter, J.M. Pynacker Hordijk, Dr. J.J.A. Muller, H.D.H. Bosboom, Jhr. Mr. J.L.W.C. von Weiler, Jhr. Mr. O. van Nispen tot Sevenaer, Mr. W. Thelen en P.J. de Kanter, Secretaris. De andere leden zijn afwezig met kennisgeving. Na opening door den Voorzitter, wordt het woord onmiddellijk gegeven aan den Alg. Secretaris tot mededeeling der ingekomen stukken.Ga naar voetnoot*) Brief van Prof. Mr. W. van der Vlugt, waarin hij om gezondheidsredenen, ontslag neemt als Voorzitter van het A.N.V. De Voorzitter wijdt een woord van waardeering aan den scheidenden Voorzitter en weet namens het geheele Hoofdbestuur te spreken als hij zijn leedwezen uitdrukt over het noodzakelijk gebleken besluit. Hij stelt voor tot Prof. Van der Vlugt een schrijven te richten, hem te danken voor alles wat hij tot den bloei van het A.N.V. heeft bijgedragen, hem een volledig herstel toe te wenschen en de hoop uit te spreken, dat wij hem later weder in ons midden mogen verwelkomen. Aldus besloten. Brief van de Leidsche Studenten-Afdeeling met bericht, dat van het toegestaan crediet voor den vacantieleergang, groot f 250. - slechts ⅗ is gebruikt. Schrijven van de Zuid-Afr. Voorschotkas betreffende het geschrift: De Afrikaner en zijn taal, door Prof. De Vos. Voor den steun door het A.N.V. aan de uitgave geschonken, wordt dank gezegd. Kwartaal-overzicht van het Bureau van Handelsinlichtingen en mededeeling van de oprichting van een dergelijk bureau te Johannesburg. Aan den Min. van Buitenlandsche Zaken werd een adres gericht over de uitvaardiging van een Fransche geneeskundige wet en de gebleken onmacht der regeering om daarvan een Nederlandsche vertaling te leveren. (Het antwoord van den Min. vindt men op bladz. 144 van Neerlandia). Aan de Kamers van Koophandel in Nederland werd een adres gericht om zich uit te spreken over de zeer wenschelijke verlaging van het porttarief tusschen Nederland en Koloniën. Er kwamen slechts enkele antwoorden in en bijna allen achten medewerking onnoodig, omdat in een vergadering van afgevaardigden van Kamers van Koophandel in 1904 gehouden, de zaak reeds werd behandeld. Voor eene Hollandsche school in den vreemde wordt aan het A.N.V. steun verzocht, opdat zij niet ten onder ga. De Alg. Secretaris merkt op, dat onze geldmiddelen steun niet toelaten. Om in dergelijke gevallen te kunnen helpen is aan de regeering verzocht de Rijkssubsidie aanmerkelijk te verhoogen en de reeds bestaande (f 3600. -) niet meer te splitsen, m.a.w. aan de laatste verhooging van f 600. - de verplichting te ontnemen, dat zij voor het Ned. onderwijs te Smyrna moeten worden aangewend. Het Bureau van Handels-Inlichtingen heeft naar aanleiding van de onrichting der nieuwe afdeeling in het Verbond, n.l. Wederkeerig Dienstbetoon, aan het Hoofdbestuur verzocht rekening te houden met zijn organisatie en die van het Koloniaal Museum. Beide stellen kosteloos inlichtingen beschikbaar. Met dezen wensch zal rekening worden gehouden. Schrijven van Jhr. von Weiler met raadgeving omtrent het plan voor een Leeszaal te Paramaribo. Wordt mondeling door hem zelf nog eens toegelicht. Voor een dergelijke inrichting acht spr. de tijd nog niet gekomen, wat ook de meening is van het Groepsbestuur zelf. Wel is het nuttig nu reeds boeken te zenden voor een te vormen bibliotheek. In dien geest zal aan het Groepsbestuur worden geschreven. Mr. Hymans (Den Haag) heeft een verzoek ingezonden, dat het Hoofdbestuur er werk van make om de rondreisbiljetten voortaan niet alleen in het Duitsch te laten drukken. De opmerking wordt gemaakt dat op de boekjes ook het Nederlandsch gedrukt staat en dat het overigens een internationale overeenkomst betreft, waaraan weinig te veranderen is. Van de Ver. Het Ned. Lied is een drieledig verzoek ingekomen: a. om geldelijken steun; b. om de uitvoeringen van Coers' Liederkoor te bevorderen; c. om in Neerlandia geregeld mededeelingen over de Ver. op te nemn. Verleend wordt een jaarl. bijdrage van f 50. -. Aan verzoek b. zal gevolg worden gegeven. Voor plaatsing in Neerlandia van mededeelingen zal elken keer de plaatsruimte beschikken. Schrijven van Mr. J.C. Overvoorde e.a. om het XXXste Ned. Taal- en Letterkundig Congres in Leiden te hebben. Deze brief zal aan het Bestuur van Groep Nederland worden gezonden, dat door het Congres te Brussel met de keuze der volgende vergaderplaats belast werd. Brief van Dr. Godée Molsbergen te Stellenbosch, waarin de oprichting der Afd. Stellenbosch wordt bericht. Het voorgestelde reglement wordt met enkele wijzigingen goedgekeurd en de voorgedragen personen worden tot leden van het eerste Bestuur benoemd. In verband hiermede wordt aan Dr. Godée Molsbergen volgens zijn verzoek eervol ontslag verleend als vertegenwoordiger te Stellenbosch met hartelijken dank voor zijn goede diensten. Schrijven van den heer H. Mostert te Rotterdam met klacht over het gebrekkig Ned. onderwijs in Zuid-Limburg. In verscheidene grensdorpen wordt meer Duitsch dan Nederlandsch schoolonderwijs gegeven. De Voorzitter acht het gewenscht, dat waar Duitschland zijn eisch nationaal onderwijs tot aan de grens streng doorvoert, dat ook van onzen kant voor het Nederlandsch geschiede. Besloten wordt dat men zich om inlichtingen tot den Inspecteur van het L.O. te Roermond zal wenden. Brief met verzoek om steun voor den opbouw van een kerk te Qué (Z.O. Afr.) Er is raad gevraagd aan Dr. Mansvelt, die zich zeer gunstig over den heer P. v.d. Smit uitliet, welke in ons land is geweest om handelsbetrekkingen aan te knoopen en tegelijk een leerkracht voor het onderwijs te Qué heeft meegenomen. Ook de heer Emous heeft zich gunstig over een en ander uitgelaten. De vergadering acht echter steun ongewenscht, daar wij dan door op het gebied van den eeredienst te komen, ons onzijdig standpunt prijs geven. Wordt besloten afwijzend op het verzoek te beschikken, maar bij de N.Z.A.V. het verzoek over te brengen. | |
[pagina 242]
| |
Na de rust komt allereerst ter sprake de kwestie Curaçao. De Voorzitter zet de zaak nog eens in 't kort uit een en vraagt, waar door het Dagelijksch Bestuur de beslissing over het gewraakte stuk werd genomen, of het Hoofdbestuur de verantwoordelijkheid wil blijven dragen. Geen enkele slem verheft zich daartegen. Men is het er over eens, dat het schrijven, waarin de Groep voldoening wordt gegeven, zoo kort mogelijk moet zijn. Na breedvoerige gedachtenwisseling wordt met algemeene stemmen het antwoord aangenomen dat men in dit nummer onder ‘Ned. Antillen’ vindt. Hierna wordt tot stemming voor een Alg. Voorzitter overgegaan. De uitslag is, dat Dr. H.J. Kiewiet de Jonge wordt benoemd en die benoeming aanvaardt. In zijn plaats wordt als onder-Voorzitter gekozen Jhr. Van Nispen tot Sevenaer. De gekozene neemt de benoeming aan. In behandeling komen thans de voorstellen van den heer J. Huisman te Amsterdam, om te trachten de Chineezen in Indië een Hollandsche opvoeding te geven door het stichten van kostscholen te Batavia, Semarang en Soerabaia en een Tehuis voor hen in Holland. De Alg. Secretaris zegt, dat deze voorstellen doorgezonden zijn aan de leden voor de Groep N.-I, het Hoofdbestuur zal het oordeel dier leden afwachten. Over het nieuwe Groepsreglement, voorgesteld door Indië voeren de Ind. vertegenwoordigers het woord. Het ontwerp, voorkomend in No. 11 van ‘Ons Volksbestaan’ (1905) wordt besproken. Hierover is door hen met het Groepsbestuur van gedachten gewisseld, wat aanleiding heeft gegeven tot wijzigingen. Men is echter niet in alles met de wenschen van het Hoofdbestuur meegegaan. Vroeger werd een vrij groot gedeelte der Indische bijdragen in de Hoofdkas van 't Verbond gestort. Wordt de nieuwe regeling aangenomen, dan gaat haast niets meer naar Nederland. De grief der Afdeelingen in Indië is, dat zij zoo weinig in kas houden en bijna niets kunnen doen. Voor dien aandrang is 't Groepsbestuur blijkbaar gezwicht. De vert. gelooven, dat het Hoofdbestuur voor het grootste gedeelte zal moeten toegeven. Vroeger werd wel het bij statutenbepaling vastgestelde percent aan 't Hoofdbestuur uitgekeerd, maar ontving de Groep ook meermalen krachtigen steun uit Nederland. Door dat stelsel van geven en nemen was er een band, die door de aanneming der finantieele voorstellen veel losser zal worden. Voorts wordt gewezen op het plan om alleen aan de Ind. leden die minstens f 15. - per jaar betalen, Neerlandia te zenden, waardoor het grootste gedeelte den band zal missen, die nog rest. Dat zou zeker geen aanbeveling verdienen. De vertegenwoordigers van Groep N.-I. in het Hoofdbestuur geven den raad de finantieele voorstellen van 't Groepsbestuur aan te nemen en afstand te doen van elke bijdrage uit Indië, maar daartegenover den eisch te stellen, dat de Groep voor alle leden der Groep den kostenden prijs van Neerlandia betale. Aldus wordt besloten. Nog wordt gewezen op het artikel in het ontwerp-Groepsreglement, waarin gezegd wordt, dat de besluiten der Algem. Vergaderingen van het A.N.V. voor Groep Indië niet vanzelve bindend zijn. Als bemiddelingsvoorstel had men wenschen aangenomen te zien, dat alleen besluiten tot wijziging van de artt. 19-20 en 21 der Statuten bindend zouden zijn, maar het Groepsbestuur heeft zich daar niet mede vereenigd. Het noemt de vertegenwoordiging van Groep Indië op een Alg. Verg. een wassen neus, want de oproeping 3 maanden vooruit is te kort en bovendien heeft elk persoon, al komt hij namens eenige honderden overzeesche leden, slechts één stem. Dat wordt onrechtvaardig geacht. Men heel dientengevolge den wensch uitgesproken, te statuten in dien zin aan te vullen, dat elk vertegenwoordiger op een Alg. Verg. zooveel stemmen uitbrengt als hij vertegenwoordigt en dat de oproeping meer dan 3 maanden van te voren zal geschieden in het orgaan. Besloten wordt aan Groep Indië te schrijven, dat het Hoofdbestuur het daarheen zal leiden, terwijl in afwachting van de wijziging der statuten het reglement voor de Alg. Verg. zal worden veranderd in den geest als door Indië bedoeld. Maar tevens zal aan Indië nadrukkelijk worden te kennen gegeven, dat het Hoofdbestuur nu ook elke aanleiding voor Indië vervallen acht om wijzigingen in de statuten, welke ook, slechts voorwaardelijk te aanvaarden. Algemeen acht men dit eene onhoudbare bepaling in een Groepsreglement. In de December-vergadering zal nader over de daardoor noodzakelijke statutenwijziging worden gehandeld. Nog wordt besloten den heer C. Thieme te Londen tot vertegenwoordiger aldaar aan te stellen en den heer D. Krabman eervol ontslag te geven als waarn. vertegenwoordiger, met dankbetuiging voor de bewezen diensten. De Alg. Secretaris, P.J. DE KANTER. |
|