Neerlandia. Jaargang 10

Emiel Hullebroeck.

Aan een opstel over dezen bekenden Vlaamschen zanger en toondichter in het Studentenblad Ons Leven is 't volgende ontleend:

[p. 197]

Emiel Leopold Hullebroeck werd geboren te Gendbrugge bij Gent den 22 Februari 1878. Zijnen buitengewonen aanleg tot de muziek werd alras door zijne ouders opgemerkt en, op twaalfjarigen leeftijd werd hij als leerling naar het Gentsch Conservatorium gestuurd

Emiel Hullebroeck.

om zijne muzikale studiën te beginnen. Inmiddels was hij koorknaap in St.-Annakerk te Gent waar hij de eerste beginselen der kerkmuziek leerde.

In 1897 verwierf hij de drie groote prijzen voor orgel, kontrapunt en harmonie, waarna hij zich bijzonder toelegde op de kompositie.

In Januari 1898 begon eigenlijk zijn muzikale loopbaan. Na als bestuurder benoemd te zijn van verscheidene Gentsche muziekgezelschappen, trad hij voor het eerst als orkest- en koorleider in het publiek op, in een groot kunstconcert op het stadhuis te Gent.

Den 3 April 1899 leidde hij de uitvoering eener kantate, door hem getoonzet ter gelegenheid der legging van den eersten steen der nieuwe Sint-Antoniuskerk.

Den 20 September stichtte hij te Gent het nu wijd beroemd A Capellakoor, alsook de harmoniemaatschappij Het Volk.

De uitvoeringen van groote werken volgden intusschen malkander op: Den 6 Maart 1900 was 't het oratorio Maria Magdalena in den grooten schouwburg; den 2 September van hetzelfde jaar de kinderkantate De wereld in van Pieter Benoit op de Vooruitgangplaats te Ledeberg.

Den 4 en 10 Augustus 1902 hadden te Ledeberg de uitvoeringen plaats, met ruim 1500 medewerkers, van de Conscience-kantate, de Van Rijswyck-kantate en het Lied der Vlamingen van P. Benoit en de uitvoering ervan was zoo mooi, dat Hullebroeck verzocht werd de Conscience-kantate te herhalen te Harelbeke ter gelegenheid van het onthullen van een gedenksteen in het geboortehuis van den meester. Zulks gebeurde den 24 Augustus.

Inmiddels trok Hullebroeck den 16 Augustus met

[p. 198]

zijn ‘A Capellakoor’ naar Rijssel en haalde er al de groote onderscheidingen.

Den 3 Mei 1903, ter gelegenheid der inhuldiging van het vaandel van den Oudleerlingenbond van Ledeberg, richtte hij een kunstfeest in waar uitsluitend werken van Peter Benoit werden uitgevoerd onder andere een belangrijk gedeelte van Het Meilief. Willem Schepmans uit Antwerpen hield eene korte voordracht over Peter Benoit.

Den 14 Maart 1904 deed hij met den Oudleerlingenbond in den Vlaamschen schouwburg te Gent een oratorio, door hem getoonzet, uitvoeren, getiteld Kunstvisioen, dat den jongen toonkunstenaar veel bijval bracht.

Ook rond dit tijdstip begon hij het geven zijner voordrachten over Peter Benoit, het Vlaamshe Volkslied en de Noord-Nederlandsche Komponisten.

Daarvoor verdient hij den dank aller Vlamingen, want wat hij en zijn kollega Jan De Vos, den Vlaamschen Baszanger, door die voordrachten hebben teweeggebracht, is zoo verdienstelijk, dat weinig Vlamingen mogen bogen op zulk voltrokken werk.

Als komponist werkte Hullebroeck veel: van hem verschenen reeds 18 liederen in 3 bundels welke hem onmiddellijk eene der eerste plaatsen onder onze Vlaamsche komponisten hebben aangewezen en welke verbazend veel gevraagd worden. Die liederen, bijna alle in den volkstrant opgevat, onderscheiden zich door hun echt Vlaamsch karakter, zij zijn met veel kennis geschreven en het meerendeel mag men vlakaf ‘meesterstukjes’ noemen. Eenige ervan zijn bijzonder populair geworden en liggen op elks lippen: onder deze dient vermeld ‘Moederke alleen’.

Hierna volgt een lijst van zijn toonzettingen en wordt uitvoerig de geschiedenis verhaald van het Gentsch A Capella Koor, door Hullebroeck in Sept. 1899 gesticht en waarmee hij in verscheidene wedstrijden zeer eervolle onderscheidingen heeft behaald. 't Laatst dit jaar te Parijs, waar 't koor eerste prijzen verwierf voor lezen op zicht en voor uitvoering, den grooten prijs der Stad Parijs en de sèvre-vaas, geschonken door den Franschen Minister van schoone kunsten.