De kwestie van technische termen en woorden van collectieve beteekenis, in Uwe Memorie van Toelichting aangehaald, bestaat inderdaad niet. Wereldwoorden worden uit geen enkele levende taal gebannen en waar onze taal, ondanks haar groote smedigheid, werkelijk te kort schiet of duidelijkheid het vereischt, daar kunnen zij vrij worden binnengehaald. Het Hoofdbestuur rekent het echter volstrekt niet onmogelijk dat in menig geval deugdelijke Nederlandsche woordklanken het internationale begrip kunnen vertolken. Hoe meer dit kan des te beter, want een wet voor Nederlanders moet, wel verre van ooit in vreemde taal te verschijnen, zoo veel en zoo goed mogelijk Nederlandsch zijn.
Het Hoofdbestuur van het A.N.V. vraagt Uwe Excellentie om de eer en het voorrecht, telkens wanneer Uw departement of Uwe raadslieden zich onmachtig verklaren om eenige internationale overeenkomst naar den eisch in het Nederlandsch te vertalen, alsdan voor de vertaling te mogen zorgen. Het vraagt dit, bij ervaring Uwer Excellentie's oprechte geneigdheid kennende tot steuning van zijn nationalen arbeid, ook voor het thans bedoelde ontwerp, sterk door zijn overtuiging dat de gedachte aan minderwaardigheid van onze taal in dezen eene ongerijmdheid is. Zij aanvaardt daarbij bij voorbaat elken waarborg door Uwe Excellentie aan de deugdelijkheid der vertolking te stellen.
Met verschuldigden eerbied
Namens het Hoofdbestuur,
Van Uwe Excellentie de dienstwillige dienaren,
(w.g.) H.J. Kiewiet de Jonge,
waarnemend Algemeen Voorzitter.
(w.g.) P.J. de Kanter,
Algemeen Secretaris.
Het antwoord van den Minister op bovenstaand adres luidt:
Onder dankbetuiging voor uwe mededeeling van 21 dezer heb ik de eer u te doen opmerken, dat ik in de memorie van toelichting behoorende bij het door U vermelde wetsontwerp slechts heb gezegd dat het leveren van eene juiste overzetting van verscheidene technische termen, woorden van collectieve beteekenis enz. op ernstige, moeilijk te overkomen bezwaren zou stuiten. Nu wordt door U aanbevolen deze uitdrukkingen in de vertaling over te nemen in voege als men zich in het Nederlandsch nog al eens van woorden, zooals technisch, term, collectief, administratie, conservatie, unificatie enz. enz. bedient. Ik zou dan echter vreezen dat de leden der Staten-Generaal, te wier gerieve vertalingen van in eene vreemde taal gesloten verdragen worden overgelegd, weinig zouden hebben aan eene overzetting, waarin onvertolkt zouden zijn gebleven de in het goed te keuren verdrag gebezigde uitdrukkingen die nog in geen woordenboek der Fransche taal voorkomen. Om zulke nieuwe wetenschappelijke uitdrukkingen goed weder te geven zijn nieuwe woorden noodig. Deze te vinden is naar mijn bescheiden meening een taak, waartoe niet een iegelijk zich in staat en bevoegd kan achten. Daarbij toch moet worden vermeden geweld aan te doen aan de regelen voor woordvorming die de taalgeleerden hebben opgespoord en vastgesteld.
Het is niet te voorzien dat zeer spoedig weer eene zoo moeilijke en uitvoerige vertaling noodig zal zijn Voor het geval echter dat, terwijl ik aan het hoofd van het Departement van Buitenlandsche Zaken sta, zulks andermaal het geval mocht wezen, zoude ik dankbaar gebruik kunnen maken van het verplichtend aanbod Uwer vereeniging, in dier voege dat ik gaarne van het Verbond eene ontwerp-vertaling zoude willen ontvangen.
De Minister van Buitenlandsche Zaken,
(w.g.) Van Tets van Goudriaan.
Dordrecht, Mei 1906.
Aan de Kamers van Koophandel en Fabrieken in Nederland.
Het vraagstuk der verlaging van briefport in het verkeer tusschen Nederland en zijn koloniën is opnieuw bij ons aan de orde gesteld.
Het was, meenen wij, in 1901 dat deze zaak 't laatst bij de Indische Regeering in onderzoek was, naar aanleiding van een voorstel door de Kamer van Koophandel en Nijverheid te Soerabaja gedaan tot het aanbrengen van verbeteringen in het postverkeer. Door den Directeur der Burgerlijke Openbare Werken in N.I. werden als een gevolg daarvan eenige beschouwingen en voorstellen aan het oordeel der Regeering onderworpen - opgenomen in de Javasche Courant van 13 September 1901 - waaraan wij het volgende ontleenen:
Wanneer het tarief voor brieven van Indië naar Nederland wordt verlaagd, moeten niet alleen ook de porto's voor briefkaarten worden verminderd, maar moet onvermijdelijk het tarief voor het binnenlandsch verkeer in Indië evenzeer worden gematigd, terwijl vermindering van drukwerkporto's dan niet zou kunnen uitblijven. Gelijkstellende de porto's voor brieven enz. van Indië naar Nederland met die voor het verkeer van Nederland met Indië en invoerende in Indië het Nederlandsch binnenlandsch port, zou, indien werd aangenomen dat in 1900 dat verlaagde porttarief ware ingevoerd, een derving aan inkomsten voor de schatkist zijn ondervonden, welke door den directeur der B.O.W. geraamd werd op f 650.000, - voor dat jaar. Wij brengen dit in herinnering omdat, den tegenwoordigen geldelijken toestand in Indië in aanmerking genomen, het vrij zeker niet van de Regeering kan worden verwacht, dat zij thans tot een algemeene verlaging van het porttarief zal overgaan, met de zeer onzekere kans, dat de daarvan te verwachten toeneming van het verkeer, die inkomstenderving binnen eenige jaren weer zal goed-