Jong Nederland aan het taalzuiveren.
Onderstaand rondschrijven is het gevolg van een wedstrijd door Dr. J.B. Schepers uitgeschreven onder de meisjes der 3e kl. van de Latijnsche school te Haarlem. Als prijs was beschikbaar gesteld: Sara Burgerhart.
Aan alle Confiseurs, Cuisiniers, Glaciers en Patissiers te Haarlem.
Zeer geachte Banketbakkers, Koks enz.
Kent ge allen het ‘Wien Neerlandsch Bloed?’ Hebt ge dit niet meermalen met geestdrift gezongen? Herinnert U dan de woorden:
‘Wien Neerlandsch bloed door de aad'ren vloeit,
Van vreemde smetten vrij.’
Hebt ge wel eens, geachte banketbakkers, koks, kunstijsvervaardigers en pastijbakkers, over die woorden nagedacht?
Welnu, gij zijt toch ware Nederlanders? O, neen, het is waar ook, menigeen beroemt er zich op van Fransche afkomst te zijn. Het staat ook heel deftig Fransche woorden te gebruiken. Maar staat een Nederlander dan beneden een Franschman? Is daar eenige reden toe? Heeft Nederland zich zelf niet ontworsteld aan de baren? Hebben wij niet lang en moedig voor onze vrijheid gestreden? Zijn ook de Franschen niet meermalen door ons verslagen? En als misschien eerstdaags de oorlogskreten om ons heen klinken, moeten wij dan niet voor alles op ons zelf staan?
Alles, wat vreemd is, moeten wij van ons werpen. Wij moeten ons landje, hoe klein ook, in eere houden Laten wij dan beginnen met onze taal.
Is het noodig, dat gij onze heerlijke, rijke Nederlandsche taal bederft met vreemde woorden, waarvoor toch heel goed echt Nederlandsche te vinden zijn? Maar misschien zijt Gij bang, indien Gij U in het vervolg banketbakkers inplaats van confiseurs noemt, dat de dames bij zoo'n eenvoudigen man niet meer zullen willen koopen. Neen, hiervoor zullen wij zorgen.
Wij, meisjes van de Latijnsche school, beloven hierbij plechtig, voortaan onze inkoopen te zullen doen bij banketbakkers, niet bij confiseurs, en ook onze vrienden en kennissen hiertoe te zullen aansporen.
Wij zullen in Uwe gezellige achterkamertjes komen theedrinken, niet teaën. En in de heerlijke warme zomerdagen zullen wij bij U vruchtenijs gaan gebruiken, plombières verafschuwend.
En als Gij dus ware Nederlanders wilt worden, en een vreemd woord soms niet juist in 't Nederlandsch kunt weergeven, komt dan bij ons en wij zullen U met raad en daad bijstaan. Wanneer Ge een Nederlandsche naam voor een of ander gebak wilt hebben, stuurt het naar ons adres naar de Latijnsche School (Prinsenhof) dagelijksch behalve 's Woensdags en Zaterdagsmiddags en des Zondags. Wij zullen de goedheid hebben het te keuren.
Wanneer ons klein landje in later jaren tot hooge bloei is gekomen, dan zullen de Nederlanders kunnen zeggen: ‘Dit hebben wij te danken aan hen, die begonnen zijn onze taal te zuiveren.’
Meisjes 3e klasse van de Latijnsche school te Haarlem.