Neerlandia. Jaargang 10
(1906)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 116]
| |
Noord-Nederland.Stichting der Afdeeling Delft.Na maandenlange voorbereiding kwam het eindelijk den 26en April l.l. tot de oprichting van bovengenoemde afdeeling. Het kan misschien in het belang van het Verbond zijn, iets omtrent de geschiedenis dier oprichting mede te deelen. Daartoe aangezocht door een lid van het Groepsbestuur nam de heer E. van Everdingen het initiatief die weldra een wakker medewerker vond in den heer W. Waltman. Toch duurde het een geruimen tijd eer een voorloopige commissie gevormd was, die met den Burgemeester als Eere-voorzitter den 1ste Febr. haar eerste vergadering hield. Besloten werd een propaganda-avond te te richten. Tot haar vreugde vond de Commissie onzen geachten Voorzitter van het Groepsbestuur, Dr. Kiewiet de Jonge, bereid om doel en streven van het Verbond uiteen te zetten, terwijl de Heeren Hullebroeck en de Vos eveneens toestemden om hun reeds elders zoo toegejuichte voordracht over het Vlaamsche Lied te houden. Een en ander had plaats den 29en Maart. Bij ontstentenis van den Voorzitter werd de vergadering geleid door Dr. W. van Everdingen, 1e Secretaris der Boeken-commissie te Rotterdam, die in de pauze gelegenheid vond iets omtrent het werk dier Commissie mede te deelen. Lager zullen wij gelegenheid hebben op te merken, dat hij niet tevergeefs is overgekomen. De opkomst van belangstellenden was niet zoo talrijk als de voorloopige commissie had verwacht, doordat juist op dien avond het Rotterdamsche Tooneelgezelschap een voorstelling en nog wel een eere-avond voor Tartaud gaf. Toch waren nog ± 100 personen opgekomen die genoten en van wat de heer Kiewiet de Jonge ten beste gaf en van wat de Zuid-Nederlandsche kunstenaars ten gehoore brachten. In het ‘Weekblad voor Muziek’ No. 16 van 21 April j.l. gaf de componist Wierts een zeer waardeerend verslag van een en ander. Waren reeds op den propaganda-avond enkelen tot het lidmaatschap toegetreden, ook van andere zijde werd gewerkt, zoodat het aantal leden, dat in 't najaar, toen de pogingen tot vestiging eener afdeeling begonnen 38 bedroeg, op den 26en April tot 100 gestegen was. In het huishoudelijk Reglement der nieuwe Afdeeling zijn twee bepalingen opgenomen die in het ontwerp door het Groepsbestuur verstrekt gemist werden:Ga naar voetnoot1) 1o. Dat het Bestuur der Afdeeling in een te vormen Sub-commissie voor de Boeken-commissie van het Verbond door een commissaris zal worden vertegenwoordigd. 2o. Dat het Bestuur in zijn geheel belast is met de propaganda voor het Verbond, daarbij steunend op de leden, terwijl ook voor dit doel een afzonderlijke commissie in het leven kan worden geroepen. De leden der voorloopige commissie, die het meest op den voorgrond waren getreden moesten tot hun leedwezen verklaren dat zij wegens veelvuldige bezigheden onmogelijk konden plaats nemen in het Bestuur der Afdeeling, waarop overigens van verschillende zijden werd aangedrongen. Daarop werd het Bestuur samengesteld als volgt: Prol. H.A. Ravenek, Voorzitter; Mr. H.H.R. Roelofs-Heyrmans, Onder-Voorzitter; A.J.L. Juten, Secretaris; J, P.J. Wierts, Penningmeester; D.H. van Everdingen, Commissaris voor de Boeken-Commissie. D.H. v. Everdingen. |
|