Uit Londen.
De heer D. Krabman, waarnemend vertegenwoordiger te Londen, schrijft:
Den 15 den dezer was door de Nederlandsche Vereeniging hier eene zeer belangrijke vergadering uitgeschreven waarin het volgende punt behandeld werd:
‘Bestaat de wenschelijkheid om de te Londen verblijfhoudende Nederlanders (en Nederlanders van geboorte) meer dan tot nu toe het geval is samen te brengen bijv. door het stichten van een Nederlandsch Vereenigings- en Leeslokaal in Londen?’
Van de gedachtenwisseling over dit zoo belangrijke punt werd door vele aanwezigen gebruik gemaakt. Bijna elke Hollandsche vereeniging was vertegenwoordigd. Over de eerste helft van het punt van bespreking was men het na lang praten over 't algemeen wel eens, hoewel niet ten onrechte werd opgemerkt, dat het vergaderen van de Hollanders die niet tot een der negen bestaande vereenigingen behooren zeer veel moeilijkheden oplevert. Besproken werd of het aantal dezer laatsten werkelijk zoo groot was, dat een dergelijke samenbrenging tot eenig nut zou zijn. Ook hierover liepen de meeningen nog al uiteen.
Nadat de vergadering bijna 1½ uur geduurd had, werd eene commissie benoemd, bestaande uit één afgevaardigde van iedere vereeniging. Deze heeren moeten drie gezellige avonden organiseeren, waar b.v. Hollandsche muziek, voordrachten en dergelijken zullen ten gehoore gebracht worden en ten slotte zal uit 't slagen dezer ‘avonden’ moeten blijken of werkelijk volbrenging van den wensch mogelijk is.