Neerlandia. Jaargang 10
(1906)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 8]
| |
Ingezonden.Holland op zijn malst.Daar was ereis in de zooveelste dwarsstraat van een achterbuurtsteegje te Amsterdam een kapper. De man wilde meêdoen met z'n tijd en schreef op zijn raam: ‘English spoken’. ‘Wat heb je daar nou op je raam geklad?’ vroeg 'n trouw bezoeker. ‘Wel, ik ga met m'n tijd meê, dat staat sjiek. Je moet wàt doen.’ ‘Maar je spreekt nauwelijks Hollandsch. Ken jij dan Engelsch?’ ‘Ik niet,’ was het antwoord, ‘maar de Engelsche klanten die ik hoop dat komen zullen.’ - Natuurlijk kwamen die nooit; maar de man had gelijk, hij deed met z'n tijd meê. -
Ik liep door de Leidschestraat, een der eerste winkelstraten van Amsterdam, de hoofdstad van Nederland. In het eerste gedeelte tusschen Heerengracht en Keizersgracht zijn aan de even zijde van de 17 huizen acht winkels, waar men zich van het hoofd tot de voeten zou kunnen kleeden. Men bestelt daar in het Nederlandsch, wordt in het Nederlandsch te woord gestaan, betaalt met Nederlandsch geld. Maar men koopt zijn hoed in de ‘Chapellerie à la ville de Lyon’, en de hoed voor zijn echtgenoote in een winkel van ‘modes’. Dan laat men zich een ‘costuum’ aanmeten bij een ‘tailor and outfitter’; koopt daarnaast ‘boots and shoes’ of wel ‘chaussures’ en even verder een ‘parapluie’ in ‘Maison Paris’ of in de ‘Compagnie Royale’, naar verkiezing. Voorts bestelt men een overhemd bij iemand die ‘shirtmaker’ en ‘chemisier’ tegelijk is. Om tenslotte zich het linnengoed aan te schaffen in een winkel, die op de ramen deed schilderen: ‘Bonnetterie et lingerie’. ‘Maar u vertelt me niets bijzonders’, hoor ik al roepen. ‘Juist daarom vertel ik het u.’
Geachte redactie, ligt het niet op den weg van Servaas de Bruin een serie boekjes uit te geven: ‘Help uzelf bij uw inkoopen te Amsterdam met Fransch, Duitsch en Engelsch’? Mr. C.W. Wormser. Amsterdam.
Geachte Redactie,
Veroorloof mij naar aanleiding van de Decemberaflevering van Neerlandia er de aandacht op te vestigen, dat hoewel het onnoodig gebruik van vreemde woorden dient te worden vermeden, toch nog veel meer moet worden achtgegeven daarop, dat geene vreemde zinswendingen insluipen. Een vreemd woord kan soms de taal verrijken; eene vreemde zinswending bederft de taal altijd. Ter zake: 1. Rond-point. Ik ben begrepen in het aantal dergenen te dezer stede die worden begrepen wanneer zij spreken van keerbocht. Overigens heb ik geen enkel bezwaar tegen rondte, wanneer men dit woord burgerrecht kan doen verkrijgen. 2. Het is geen kwestie van één dag. Het vreemde woord is minder bedenklijkGa naar voetnoot1) dan de vreemde zinswending, die slechts gebrekkig weergeeft het kernachtig Nederlandsch: Het is geen ééndags vraag. Hoogachtend, Uw dw., P.M. Schelling. 's-Gravenhage. |
|