[Van H.M. de Koningin]
Oudejaarsdag ontving het Hoofdbestuur namens H.M. de Koningin, het volgende schrijven:
's-Gravenhage, 30 December 1905.
Ingevolge de bevelen van Hare Majesteit de Koningin heb ik de eer ter kennis te brengen van het Hoofdbestuur van Groep Nederland van het Algemeen Nederlandsch Verbond, dat Hare Majesteit, wenschende een blijk van belangstelling en ingenomenheid te geven in den nuttigen en opwekkenden nationalen arbeid onder de Nederlandsche onderdanen, daarvoor een bedrag van vijf honderd gulden heeft gelieven beschikbaar te stellen.
Het is Harer Majesteits bepaalde wensch dat deze som zal worden aangewend voor den arbeid van het Verbond in de Nederlandsche Koloniën en voor de verschillende vestigingen van Nederlandsche onderdanen in het Buitenland.
Genoemd bedrag zal aan den Secretaris-Penningmeester van het Algemeen Nederlandsch Verbond worden toegezonden, door bemiddeling van den Heer Thesaurier van Hare Majesteit de Koningin.
De Particulier Secretaris, van H.M. de Koningin.
F.M.L. van Geen.
In dit herhaalde blijk van ingenomenheid met het vastberaden kalme streven van het Verbond, zien wij Hare Majesteit niet in de eerste plaats als Koningin, maar als de Eerste Nederlandsche Vrouw, die in aanhankelijkheid en trouw aan eigen taal en volk, alle andere Nederlandsche vrouwen in bewuste fierheid voorgaat.
In geen vereeniging is de vrouw zoo onbetwist de gelijkwaardige en de gelijkberechtigde, zoo niet de meerdere, als in het Nederlandsch Verbond. Harer Majesteits voorbeeld wekke haar tot krachtsbetoon en verhooging van nationaal bewustzijn.