Afdeelingen
Afdeeling Grand Rapids, Michigan.
‘Een spruitje wordt een boom.’ Dit was onze gedachte, toen de onderafdeeling Grand Rapids van den Westerschen Tak zich omzette in eene zelfstandige afdeeling. Helaas! die gedachte bleek te gunstig. Het spruitje toonde geen levensvatbaarheid, of wel de bodem was te arm, de noodige regen, dauw en zonneschijn kwamen niet op tijd en zoo teerde het spruitje uit. Kwijnend, meer dood dan levend, sleepte het zijn nietig bestaan eene wijle voort, tot de dood er een einde aan maakte.
Van 't overlijden officieel kennis te geven, werd ondergeteekende opgedragen.
Hier volgt het verslag van de laatste vergadering, gehouden 22 Februari 1905.
Aanwezig 7 personen. De voorzitter Ds. H. Beets opent de vergadering en verzoekt den Secr. mee te deelen, wat de redenen zijn voor het bijeenroepen.
Het volgende wordt daaromtrent meegedeeld: Op onze Verg. van Januari 1904 werd o.a. besloten het ontwerp voor een reglement op te stellen. De Commissie daarvoor benoemd verrichtte haar taak, gaf hiervan kennis aan het Bestuur reeds maanden geleden, doch geen leden-vergadering werd bijeengeroepen om deze zaak af te doen.
Ook werd bepaald, dat er als vroeger publieke vergaderingen zouden worden gehouden. Drie personen, leden van het Bestuur, hadden op zich genomen elk eene lezing te houden. Tot heden echter wachten we te vergeefs op de aankondiging; de sprekers waren niet gereed, plaatsvervangers waren niet te vinden. Ondertusschen had de 2e Secr. de briefwisseling met het Hoofdbestuur in Nederland te voeren. Dit was een ondankbaar werk, nu onze afdeeling steeds in wordenden toestand bleef. Verschillende vragen werden hem gedaan, die hij gaarne zou hebben beantwoord; doch telkens weder moest hij uitstellen en scharrelen met ‘over eenigen tijd’, ‘misschien spoedig’ en ‘later’, omdat hier geen verandering scheen te komen.
Eindelijk werden aan zijn adres 45 kwitanties uit Nederland gezonden, waarmee hij zich eens weer naar den Voorzitter begaf, om er met hem over te spreken. ‘'k Zou ze maar innen’, luidde de raad. ‘Dank U’ was het bescheid. Als redenen voor dit korte antwoord werden opgegeven: 1. 't is 't werk niet van den 2en Secr.; 2. de tijd om Gr. Rapids, van Oost naar West en Noord naar Zuid door te zwerven, ontbreekt me; 3. niemand heeft het recht deze kwitanties aan te bieden, daar de leden nog niet eens vaststelden $1.00 per jaar te willen betalen
Deze zijn de oorzaken, waarom de leden ter vergadering werden opgeroepen.
Gelezen werden een vijftal berichten van leden,