Het gebruik van vreemde woorden.
Tot mijn leedwezen heeft mijn stukje in het Januari-nummer van Neerlandia bij sommigen den indruk gemaakt, als had ik de gewoonte van vele winkeliers om zich van uitheemsche titels en opschriften te bedienen willen vergoelijken.
Al mogen langs dien weg, naar mij voorkomt, niet veel vreemde woorden de taal binnendringen, de gewoonte zelf blijft belachelijk en afkeurenswaard.
Inderdaad heb ik meer eerbied voor iemand die zich kleermaker, banketbakker of kok durft noemen, dan voor iemand die deze beroepsnamen niet fraai óf voornaam genoeg acht, en zich tailleur of tailor (ik word in deze dagen overstroomd met gedrukte