kinderen van de zuster (Sophie) van Willem III, die gehuwd is geweest met den Erfgroothertog van Saksen-Weimar-Eisenach. Haar kleinzoon, de tegenwoordige Erf-groothertog Willem Ernst is thans onze troonopvolger, maar mag niet den titel voeren van Prins van Oranje, omdat de gronwet dezen titel alleen toekent aan den vermoedelijken erfgenaam van de kroon, wanneer deze een mannelijke nakomeling is van den regeerenden koning.
Is de tak van Saksen-Weimar-Eisenach uitgestorven dan komt de kroon aan de nakomelingen van prinses Marianne, een tante van Willem III, wier zoon prins Albrecht van Pruisen ook kinderen heeft nagelaten.
Ontbreken ook die erfgenamen dan vervalt de kroon aan een der dochters van prins Frederik, die een oom van Willem III was.
De oudste dochter van prins Frederik huwde den koning van Zweden, de jongste den prins van Wied.
Bij ontstentenis van nakomelingen van Willem I, tot vreemde huizen behoorende, gaat de kroon over op de wettige mannelijke uit mannen geboren nakomelingen van prinses Carolina van Oranje, dochter van stadhouder Willem IV, en in 1759 gehuwd met den prins van Nassau-Weilburg. Tot het mannelijk oir van prinses Carolina behooren Adolf van Nassau, thans groothertog van Luxemburg en zijn halfbroeder prins Nicolaas van Nassau.