3e. Dankbetuiging van de familie van wijlen President Kruger voor betoonde deelneming. Kennisgeving.
4e. Brief van den heer Mr. C.Th. van Deventer in zake de begrafenis van wijlen President Kruger. Aan de leden van het Hoofdbestuur, die namens het A.N.V. de begrafenis bijwoonden, wordt daarvoor dank betuigd.
5e. Ontwerp-Statuten voor de nieuwe Groep Nederlandsche Antillen. Goedgekeurd.
6e. Brief van den heer G. Pon te Chicago, houdende bericht van de oprichting eener afdeeling aldaar. Kennisgeving.
7e. De Voorzitter herinnert, dat volgens de nieuwe Statuten iedere Groep 6 leden in het Hoofdbestuur kan benoemen, en dat o.a. de Groep Nederland daarvan zal gebruik maken. Naar aanleiding daarvan vestigt hij de aandacht op het groote belang dat in de keuze der nieuwe leden is gelegen met het oog op de nieuwe richting, die het Verbond uitgaat, in 't kort hierop neerkomende, dat niet alleen geestelijk verkeer de verschillende deelen van den Nederlandschen Stam meer tot elkaar moet brengen, maar dat ook zeer ernstig moet worden gewerkt, om de stoffelijke welvaart dier deelen te bevorderen, vooral door het handelsverkeer tusschen de verschillende Stamdeelen te doen toenemen, die daardoor zich vast aan éénsluiten en elkaar steunen in den economischen strijd der volken, op die wijze - zij 't ook niet in Staatkundigen zin - vormende één Groot Nederland.
Daarom is het noodzakelijk dat invloedrijke personen uit de handelskringen in het Hoofdbestuur zitting nemen, en wordt door de vergadering het vertrouwen uitgesproken, dat de Groep Nederland bij de kenze der nieuwe leden hiermede zal willen rekening houden.
Kan daarmee samengaan een vertegenwoordiging der verschillende staatspartijen, dan zal dit zeer worden toegejuicht.
8e. Aan de orde komt nu het voorstel van den heer H. Tiedeman te Londen om hem te benoemen tot Vertegenwoordiger van het Verbond te Londen. Hij stelt zich daarvoor beschikbaar tegen een vast bedrag per jaar.
De vergadering besluit vast te houden aan den zonder uitzondering geldenden stelregel, dat alle bestuursleden kosteloos hun diensten verleenen, maar werkelijk betaalde onkosten bij de vervulling der betrekking worden vergoed. Al is hiermede geenszins gezegd, dat het voorstel van den heer Tiedeman met dezen stelregel in strijd is, het toekennen van eene vaste som per jaar zou toch eene afwijking zijn.
9e. Na een toelichting van den Secretaris wordt besloten niet in te gaan op het voorstel van den heer Dr. H.C. Muller te Utrecht om zijne lezingen over Ned. Letterkunde in den vreemde te steunen, en zijne geschriften te verspreiden.
10e. Mr. Thelen voert het woord over het plan van den Tak Brussel om voor den Prins van Oranje (Willem II) te Quatre-Bras een gedenkteeken op te richten en waarvoor de steun van het Hoofdbestuur werd verzocht.
Wordt besloten den gevraagden steun niet te verleenen, omdat de betrekkelijk belangrijke som, met het plan gemoeid, beter op andere wijze voor het streven van het Verbond kan worden gebruikt.
11e. Verspreiding van een portret van H.M. de Koningin in de Nederlandsche koloniën enz. Hiertoe wordt besloten nadat o.a. is opgemerkt, dat o.m. de aanwezigheid in vele Indische woningen van het portret van den Duitschen Keizer en de afwezigheid van dat onzer Koningin het plan hebben doen opperen. Er zal worden uitgezien naar a. een gekleurd portret voor West-Indië, b. een mooi zwart voor Oost-Indië.
12e. Het aanstellen van onbezoldigde Consuls in den geest als bij den Ned. Wielrijdersbond gebruikelijk is, en voorgesteld op het Deventer-Congres, vindt geen genoegzamen bijval, stuit in elk geval thans nog op te veel bezwaren. Bovendien wanneer een Nederlander vertrekt naar een plaats waar leden van het Verbond zijn, wordt hem desverlangd altijd een aanbeveling meegegeven.
13e. De toestand der afd. Constantinopel in hare verhouding tot het Nederlandsche Gezantschap, komt hierna ter sprake.
14e. Begrooling voor 1905 sluitende in ontvangst en uitgaaf met f 10595. -
De Alg Seer. Penningmeester licht een en ander nader toe en geeft een uiteenzetting van de voordeeliger exploitatie van Neerlandia.
De heer Meert spreekt zijn voldoening uit over den goeden toestand der kas en verwacht nu ook een milde houding tegenover groep België. Evengoed als 2 studiebeurzen voor West-Indiërs zijn beschikbaar gesteld, konden voor Zuid-Nederland gelden gegeven worden om jongelui in Noord-Nederland te laten studeeren. Voor de werkzaamheden in België blijft bovendien altijd geld noodig.
De Voorzitter erkent het billijke dier aanvragen. Bij den overgang van den zetel van het A.N.V. uit Gent naar Dordrecht is wel degelijk beloofd Vlaanderen voortdurend krachtig te steunen. Vlaanderen heeft in de moeielijke jaren geduld getoond. Nu mag het steun eischen.
De Penningmeester gaat wel van de stelling uit dat het geld niet bewaard moet worden, maar toch blijft voortdurende voorzichtigheid zeer noodig, daar voor eene vereeniging als het A.N.V. met zóo uitgebreiden werkkring nog in de verste verte niet van ‘ruime geldmiddelen’ kan worden gesproken. Vroeger was de toestand treurig, nu heeft het A.N.V. althans geen schulden meer. Spr. is evenzeer overtuigd, dat ook de Vlamingen recht hebben op steun uit de hoofdkas, maar vestigt er de aandacht op, dat deze steun telken jare tot zekere hoogte reeds wordt verleend, omdat groep België aan de hoofdkas per saldo per jaar bijdraagt f 0.47 per lid, terwijl blijkens de Begrooting voor 1905 alleen de kosten van Neerlandia - gezwegen van alle andere noodzakelijke uitgaven - reeds op f 0.64 per lid worden geraamd.
De heeren Bosboom en van Deventer komen voor Oost-Indië op dat evenvele honderdduizenden als West-Indië duizenden telt. Studiebeurzen zijn ook voor O.I. zeer welkom.
Het Dagelijksch Bestuur verklaart aanvragen van welken kant ook komende gaarne te zullen overwegen.
15e. Met het oog op het besluit van het Deventer-Congres om de leiding der Ned. Taal- en Letterkundige Congressen voortaan aan het Hoofdbestuur van het A.N.V. op te dragen wordt besloten in overleg met den Brusselschen Tak voor het 29e Congres, in 1906 te Brussel te houden, voorbereidende maatregelen te nemen. Inmiddels zal het Hoofdbestuur uit zijn midden een commissie benoemen om een plan voor het Congres te ontwerpen en aan het Hoofdbestuur ter beoordeeling voor te leggen.
16e. Het ontwerp voor een huishoudelijk Reglement van het Hoofdbestuur wordt na een opmerking van den heer Bosboom over de verantwoordelijkheid der Hoofdbestuurders als Redactie, welke bedoeld is met betrekking tot de groepen, die zij vertegenwoordigen, onveranderd goedgekeurd, volgens de aan deze notulen gehechte en gewaarmerkte redactie.
17e. Brief van de afd. 's-Gravenhage in zake geldelijken steun aan de Christelijke nationale school te Roodehoek. Wordt besloten zich van steun te onthouden, en in verband met den uitgebreiden werkkring van het Verbond, wat Zuid-Afrika betreft zich te beperken tot het verspreiden van Nederlandsche boeken en muziek.
18e. Legaat f 2000. - van Mej. I. Rikkers te Rotterdam, voor de studie van Zuid-Afrikaners in Nederland.
Wordt besloten het legaat dankbaar te aanvaarden. De vergadering spreekt hare voldoening uit voor deze eerste schenking op deze wijze en hoopt dat zij navolging zal vinden.
19e. Ten slotte wordt nog ter sprake gebracht de in de bladen behandelde Perzische kwestie, n.l. of onze handel daar weer kan opleven.
De steun van het Hoofdbestuur is hiervoor ingeroepen. Het Dagelijksch Bestuur had bereids hare onderzoekingen in dezen aangevangen. De vergadering besluit aan het Dagelijksch Bestuur over te laten zoo noodig maatregelen te nemen om de belangen van Nederland in Perzië mee te helpen behartigen.
De Voorzitter sluit na rondvraag de vergadering.
De Algemeene Secretaris,
P.J. de Kanter.