Uit Vlaanderen
De Vlaamsche Beweging streed, sinds de eerste jaren harer opkomst, voor het verkrijgen van taalwetten, en een aantal taalwetten heeft ze dan ook verkregen, waarvan de nauwgezette uitvoering ons reeds gedeeltelijk met een normaal, vrij volk zou hebben gelijkgesteld. Maar onze vijanden zijn nooit voor wetsverkrachtingen teruggedeinsd om ons onze gewonnen rechten te onthouden en de onverschilligheid van het Vlaamsche volk werkte de ontduiking van de wet in de hand.
Meer en beter zagen de Vlaamsche strijders dagelijks in, dat hunne uiterlijke zegepralen slechts dan volledig zouden zijn, als zij door de innerlijke zegepralen zouden bekrachtigd worden, zegepralen behaald op het Vlaamsche volk zelf, op zijne onwetendheid, zijne slaafschheid, zijne onverschilligheid. Zij begrepen dat zij moesten opkomen als de opvoeders van hun volk, door de Franschgezindheid tot geestelijke armoede, tot zedelijke minderheid gedoemd.
En dat is thans het terrein, waarop de Vlaamsche Beweging het krachtigst werkzaam is.
Naast den strijd voor de vervlaamsching van ons onderwijs op alle trappen, (strijd, die zich op dit oogenblik uit in den taaien kamp voor eene Vlaamsche Hoogeschool, welke ons in Augustus den Vlaamschen Studentenlanddag bracht, en in den veldtocht voor het wetsontwerp Coremans, op het vrij middelbaar onderwijs. De gewichtigste gebeurtenis uit dien veldtocht was in den laatsten tijd de Vlaamsche Katholieke Landdag met zijn manmoedig besluit: ‘De Vl. K. Landsbond eischt de onverminkte stemming van Coremans' wetsvoorstel in den aanstaanden zittijd. Bij weigering zullen de Landsbond en alle katholieke Vlamingen hunnen steun en hunne stem weigeren aan hen, die tegen dat voorstel gestemd hebben, en zij zullen hen desnoods bestrijden.’) Naast dien strijd komen sinds verscheidene jaren de vreedzamer strevingen tot geestelijke en zedelijke ontwikkeling van ons volk.
Eerst brachten de leergangen van hooger onderwijs voor het volk aan honderden, die zich verder wilden ontwikkelen degelijk wetenschappelijk voedsel; daarna leverde dr. J. Mac Leod, door het inrichten der natuur- en geneeskundige congressen, het bewijs dat het Vlaamsche kleed volledig past aan de wetenschap, dat de Vlaamsche Hoogeschool mogelijk en noodig is, dat er eene rijke Nederlandsche wetenschappelijke literatuur bestaat, dat honderden onder Vlamingen, die hoogere studiën mochten doen, niet beter vragen dan zich verder te ontwikkelen door middel hunner moedertaal, ja, door eigen wilskracht de leemten wisten aan te vullen, die het gemis aan eene Vlaamsche hoogeschool in den schat hunner kennis had veroorzaakt.
Het achtste dier congressen, dit jaar op het einde van September te Antwerpen gehouden, telde 500 inschrijvers, waaronder 325 bestendige leden. In zijne vier afdeelingen werden meer dan 60 voordrachten gehouden, meestal gevolgd door belangrijke besprekingen.
Een aantal Noordnederlandsche geleerden bewezen door hunne medewerking, hoe ook op dat gebied de stamgenooten van over den Moerdijk hand in hand gaan met ons.
Nevens deze twee beschavende uitingen van de Vlaamsche Beweging zien wij thans ook regelmatig optreden de ernstige, degelijke, Vlaamsche rechtskundige congressen, waaraan het grootendeels zal te danken zijn, wanneer wij den Vlaming in rechtszaken eindelijk volledig zullen zien behandelen als de vrije burger van een vrij land.
Stichten Davidsfonds en Willemfonds sinds lang in vele steden hunne nuttige biblotheken, thans heeft het denkbeeld der rondreizende volksboekerijen reeds een begin van uitvoering gekregen en mogen wij ook langs die zijde, de beste vruchten verwachten voor beschaving en ontwikkeling, van stamgevoel en rechtsbesef van ontwaakten strijdlust voor Vlaanderen's welzijn, van dichtere aansluiting, van groei en stijgende macht voor het Vlaamschgezind leger.
Ontwaking van de poëzie, van het kunstgevoel zal in ons volk thans sterk worden bevorderd door de liederavonden, aan Fl. Van Duyse's initiatief te danken, door Willemsfonds en Algemeen Nederlandsch Verbond verleden jaar met zoo schitterenden uitslag ingericht en die dezen winter reeds zijn hervat te Gent, Antwerpen. St, Nikolaas, Ostende en Brussel.
Weldra zien wij ze, nieuw aangestoken fakkels, lichten in alle steden, in alle dorpen van ons Vlaamsche land; weldra ook benoorden den Moerdijk, ja zelfs, wie weet, in de groote landen, die ons omringen.
Maar nog kwistiger moeten de schatten en kunstgenot voor ons herlevend volk worden uitgestrooid! Onze Vlaamsche schouwburgen van Antwerpen, Brussel en Gent stellen thans hunne deuren wijd open voor hen, die maar willen komen luisteren: Volksvertooningen worden er ingericht. Een deel der plaatsen wordt kosteloos voor het publiek beschikbaar gesteld, de andere tot zeer verminderden prijs, en evenals de liederavonden door stroomen dankbare menschen worden bezocht, zoo vinden de gespeelde tooneelwerken een zeer talrijk, aandachtig, aanmoedigend publiek, dat eens met woekerwinst terug zal vergelden de moeite aan zijne zedelijke opbeuring besteed.
De toekomst kan nog schoon zijn voor het Vlaamsche Volk.