Algemeene Vergadering van het Alg. Ned. Verbond Zaterdag 26 November 1904 's nam. 2 uur in het Hotel Ponsen te Dordrecht.
Aan de orde wordt gesteld:
Wijziging der Statuten.
In de Statuten van 1897 komt voor een artikel 18, luidende: De bepalingen van art. II, XVI en XVIII dezer Statuten zijn niet voor wijziging vatbaar.
Bij de Statuten-wijziging in 1901 is dat art. 18 vervallen.
Thans valt de aandacht van den Minister van Justitie op dat bewuste artikel en wordt verlangd dat art. 18 weder wordt ingevoegd, alsook dat de twee onveranderbaar verklaarde artikelen onder hetzelfde artikel-nummer weder worden opgenomen. Men meent dat de fout in 1901 door de Regeering over 't hoofd gezien, niet mag worden gehandhaafd, omdat de weglating onwettig is.
Het is moeielijk, zoo niet onmogelijk, aan den wensch der Regeering te voldoen, omdat dan het logisch verband van de verschillende deelen der Statuten zou worden verbroken. Ook met het oog op de toekomst is handhaving van het bewuste artikel 18 bedenkelijk, omdat de ontwikkeling van het Verbond er door kan worden belemmerd.
In deze omstandigheden ziet het Hoofdbestuur de eenige oplossing in het volgende voorstel aan de leden van het Verbond: het Verbond te ontbinden en onmiddellijk opnieuw op te richten op de nieuwe statuten.
De voorstellen van het Hoofdbestuur zijn:
1o. De algemeene vergadering besluite het Verbond met ingang van 1 Januari 1905 te ontbinden, de leden van het Hoofdbestuur aan te wijzen als de personen, aan wie de vereffening van de baten en lasten van het Verbond wordt opgedragen en het saldo der hoofdkas over te dragen aan het nieuw op te richten Algemeen Nederlandsch Verbond.
2o. De algemeene vergadering besluite op te richten eene nieuwe vereeniging genaamd Algemeen Nederlandsch Verbond, en zulks op de Statuten zooals deze in ontwerp zijn opgenomen in Neerlandia van December 1903 en behoudens enkele wijzigingen zijn goedgekeurd in de algemeene vergadering van 26 Maart 1904 (zie Neerlandia van April 1904.)
Voorts met de volgende wijzigingen:
Art. 1, eerste lid te lezen: ‘Op 1 Januari 1905 is voor den tijd van 29 jaren enz.’
Art. 3, 10e, te lezen: ‘Elk ander geoorloofd tevens wettig middel, dat, enz.’
Deze wijziging wordt door de Regeering verlangd.
Ten einde een goeden gang van zaken zooveel mogelijk te bevorderen, noodigt het Hoofdbestuur bij dezen alle leden, groepen en afdeelingen, voorts allen die eene betrekking bij het Verbond bekleeden, uit, geheel op de bestaande voorwaarden in de bestaande verhoudingen en onder de bestaande bepalingen over te gaan in het nieuwe Verbond met handhaving van alle besturen in hunne tegenwoordige samenstelling en van allen, die thans eene betrekking bij het Verbond bekleeden.
Een ieder wordt geacht hierin toe te stemmen, die aan het Hoofdbestuur niet van het tegendeel doet blijken vóór 15 November 1904.
Het Hoofdbestuur vertrouwt te meer dat niemand zich tegen deze voorstellen zal verzetten, omdat het hier uitsluitend geldt eene zaak van vorm, die met het wezen van ons Verbond niets heeft te maken.
Dordrecht, 15 Augustus 1904.
De Algemeene Secretaris:
P.J. de Kanter.