Neerlandia. Jaargang 8
(1904)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdEen Italiaansch A.N.V.Dit opschrift, een tegenstrijdigheid, ontslaat van omschrijving van den aard der Vereeniging Dante Alighieri. Want Italië heeft wat Frankrijk bezit in zijn Allianee Française, Duitschland in zijn Alldeutsch Verband en wij in ons A.N.V. Toch zijn er belangrijke verschillen, o.a. bij het Alldeutsch Verband, dat bepaalde staatkundige doeleinden beoogt. Hieraan is het A.N.V. en hieraan is Dante Alighieri vreemd. Het pleit voor de bestaansrechten van het A.N.V. dat het gesticht is zonder invloed der in 1897 reeds bestaande vereenigingen. Het is geen gevolg geweest van bekendheid daarmede, maar van eigen aandrift, die vroeger elders reeds tot dezelfde gevolgen had geleid. Immers de Società Dante Alighieri bestaat reeds een twintig jaar, en heeft evenals het A.N.V. tot hoofddoel de bescherming en verspreiding der moedertaal, waar die bedreigd of verwaarloosd wordt. Zij ook steunt landgenooten in het buitenland in hun wensch tot behoud der eigen taal, door het stichten van scholen en boekerijen, door het verspreiden van geschriften en het geven van voordrachten. Zij kweekt in Italiaansch Oostenrijk wel de liefde voor het Italiaansch maar houdt zich ver van inmenging in den staatkundigen strijd aldaar. Zij treedt enkel op als hoedster der rechten voor eigen beschaving en taal. En evenals het A.N.V. staat zij open voor alle partijen. De Dante Alighieri is begonnen met weinig leden en telt thans bijna twintig duizend; toch is dit niet voldoende; de vereeniging breidt zich steeds uit en hoopt het te brengen tot honderdduizend leden. Dan eerst kan het in vollen omvang doen, wat het wil en moet. Het Hoofdbestuur zetelt in Rome; in alle steden van eenige belangrijkheid, ook in vele dorpen zijn afdeelingen. Er zijn leden voor het leven, die 150 lire betalen - f 75; verder gewone leden tegen 6 lire jaarlijks. Sedert kort is er een derde lidmaatschap voor studenten en werklieden, tegen 3 lire. Bij de oprichting van het A.N.V. lag het in het plan van den voorzitter om het lidmaatschap in zeer wijden kring mogelijk te maken, tot een kwartje toe per jaar. Daarheen zal het nog moeten komen, al kunnen daarvoor geene rechten worden gegeven, die den inbreng in kosten overtreffen. Een vast tijdschrift heeft de Dante niet; van tijd tot tijd worden door het hoofdbestuur aan de leden vlugschriftjes gezonden. De Italiaansche regeering steunt de Dante niet rechtstreeks met geld, maar zijdelings. De Banca d' Italia neemt deel aan het beheer der gelden; de stichting van boekerijen buiten Italië wordt begunstigd; een leening is goedgekeurd, waarvan een deel aan de Dante ten goede komt enz. Mocht een onzer lezers meer belang nog stellen in de Dante, dan is Neerlandia bereid er meer van te zeggen. | |
New-Yorks eerste Stedelijke Hoofd.Onlangs heeft President Roosevelt, volgens de bladen, bij het ontvangen van vertegenwoordigers der Deutsche Vereine in de V.S. gesproken van de gewichtige rol die de Duitschers in de Amerikaansche samenleving hebben gespeeld. Het eerste stedelijke hoofd van New-York, zei hij o.a. was een Duitscher geweest, Leisler genaamd. Hierin heeft President Roosevelt ongelijk, althans wanneer hij het eerste stedelijke hoofd van meet af, heeft bedoeld, dat is dus reeds in Nederlandschen tijd. Den 2en Februari 1653 kondigde de Directeur van Nieuw-Nederland Stuyvesant een besluit af, waarbij Arendt van Hattem en Martin Kregier tot burgemeesters werden benoemd. (Brodhead, History of New-York, 1853. p. 548). Volgens Brodhead, Documents relative to the Colony of New-York, II (1858 p. 526/7), en volgens Lambrechtsen van Rithem, Korte Beschrijvingen van Nieuw-Nederland (1818) p. 83, noemde de regeering van ‘Nieuw Oranje op het eiland Manhattan’ zich ‘Schout, Burgemeester en Schepenen’. Nieuw Oranje was de naam, na onze herovering van New-York in 1673, aan de vroegere vestiging Nieuw Amsterdam gegeven. Onder die Burgemeesteren komt wel een dr Peyster voor, maar niet een Leisler. Een Leisler begint pas een rol te spelen na den beslisten overgang aan Engeland. En nu is het mogelijk dat Pres. Roosevelt pas in dien tijd rekent. Zoo is een J. Leisler in Aug. 1689 ‘Captain of the Fort’ en in Dec. 1689 ‘Lieutenant-Gouvernor in New-York.’ (Brodhead, Documents III (1653) p. 612, 633.) Uit ‘The records of New Amsterdam’ bij B. Fernow (New-York MDCCCXCVII) I p. 49 blijkt, dat 6 Febr. 1653 burgemeester en schepenen hun taak begonnen. Volgens ditzelfde werk, IV, 180, was Jacob Leisler reeds in 1663 in Nieuw Amsterdam gevestigd. Gaandeweg neemt hij er een plaats van beteekenis in, maar in dit werk dat loopt tot 1673, komt Leisler niet onder de regeeringspersonen voor. | |
De Javaansche vrouw.Aan de verheffing der Javaansche vrouw wordt, in stilte, meer gewerkt dan men wel denkt. Slechts zelden toch hoort men van het werk van voorgangsters als bv. de dochters van den regent van Japara en anderen, - werk dat, bij meerdere bekendheid, ongetwijfeld ook grootere waardeering zou vinden. Een goede stap op den weg ter verheffing der Javaansche vrouw zal zijn de opening te Bandoeng, in deze week, van een school voor inlandsche meisjes. De school komt onder leiding van twee zeer ontwikkelde inlandsche vrouwen van hooge geboorte. Zij heeft ten doel inlandsche meisjes in te wijden o.a. in de geheimen van het Nederlandsch de gewone vakken van het lager onderwijs, handwerken en andere werkzaamheden voor vrouwen. | |
[pagina 21]
| |
Is de oprichting dezer school op zichzelf reeds merkwaardig - als uiting van den tijdgeest verdient zij aller belangstelling en waardeering. (Bat. Nsbl.) | |
Ongeloofelijk!Het Vaderland meldt: Een bestuurslid met oud-Hollandschen naam van een der feestcommissies voor de Koningin-Emma-hulde zond ons een dankbetuiging voor onze medewerking... in het Fransch. |
|