Neerlandia. Jaargang 8
(1904)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 8]
| |
Nederlanders in den Vreemde.Geachte Redactie.
Reeds meermalen kwam de vraag bij mij op, of het lidmaatschap van het A.N.V., Nederlanders, die in den vreemde vertoeven, niet eenig practisch nut zou kunnen aanbrengen. In onze Statuten wordt melding gemaakt van ons streven om Nederlanders in het buitenland nader tot elkaar te brengen, doch in hoeverre is er aan dit plan gevolg gegeven en zoo dit nog niet gedaan is, bestaat er dan misschien mogelijkheid het langzamerhand te verwezenlijken? Voor tal van jongelui, die zonder familie, vrienden of kennissen een onbekende toekomst tegemoet gaan in een vreemd land, zou het een zegen kunnen zijn, zoo landgenooten zich hun lot een weinig wilden aantrekken en hun bij aankomst eenige inlichtingen zouden willen verschaffen omtrent hun nieuwe omgeving. Zoo dit de taak werd van het A.N.V. en de leden in den vreemde zich wat meer aaneensloten, zou deze bond het mogelijk maken aan pas aangekomenen spoedig vriendschappelijke betrekkingen aan te knoopen met Nederlanders, waardoor ze zich ver van huis toch niet geheel eenzaam behoefden te gevoelen. Ze houden hun taal in eere en de gedachte aan hun vaderland zou levendig bij hen blijven. Dat een dergelijk streven van het A.N.V. door de betrokken personen op prijs zou gesteld worden, bleek me daaruit dat dezelfde vraag mij onlangs gedaan werd door twee jongelui van wie de een op het punt stond te vertrekken naar Pretoria, de ander naar New-York. Gaarne zou ik hieromtrent eenige inlichtingen van U vernemen en daar er wellicht ook anderen zijn, die belangstellen in deze zaak, zou het mij zeer aangenaam zijn uw antwoord hierop in Neerlandia te mogen ontvangen.
Hoogachtend,
Uw dw. dienares: Dr. H.C.H. Moquette.
* * * | |
Kaart van het Nederlandsch Taalgebied.In het November-nummer van Neerlandia wordt melding gemaakt van een in de toepassing uitstekend gebleken propaganda- maatregel, op voorstel van Mej. Dr. J. Aleida Nijland door het Bestuur genomen en bestaande in het verspreiden van vloeibladen, waarop de kop van Neerlandia en eenige kernspreuken gedrukt zijn. Een ander propaganda-middel, dat buiten allen twijfel nog wel zoo vruchtbaar wezen zou, is m.i. het uitgeven van een kaart van het Nederlandsch taalgebied, welke zaak ik aan het onderzoek van het Bestuur van het A.N.V. wensch te onderwerpen. Nederland en zijn koloniën, Vlaamsch België, de Noordwesthoek van Frankrijk en Zuid-Afrika zouden op de kaart gekleurd zijn; andere gewesten der wereld, waar midden in een vreemd taalgebied een belangrijk aantal Nederlandsche stamgenooten te zamen wonen (b.v. zekere districten in de Vereenigde Staten van Amerika, verscheidene plaatsen in het Walenland enz.), zou men met stippen in een levendige kleur aanduiden. Op den rand zou men bovenaan opwekkende aanhalingen uit Nederlandsche schrijvers en redenaars drukken en van onderen de leuze: Nederlanders en Stamverwanten wovdt lid van het A.N.V.! Welk nut zou zoo'n kaart, in scholen, openbare gebouwen, volksbibliotheken, lokalen van Nederlandsche strijdgenootschappen taal- en letterkundige vereenigingen, tooneelkringen, enz. opgehangen, niet opleveren; wat al vooroordeelen tegen onze taal zouden niet verdwijnen! Tegen billijken prijs verkrijgbaar gesteld, zou ze door iedereen, die liefde gevoelt voor onze taal en onzen stam, gereedelijk aangevraagd worden en op meenig kantoor, in menige studeerkamer de heele wereld door zou haar een eereplaatsje aan den wand worden toegekend.
Schaffen (België). Constant H. Peeters. |
|