in 't Fransch”; het schrijfpapier had een Fransch opschrift, de omslag evenzoo, het adres was in 't Fransch: bij dezen brief werd gevoegd een klein boekje “Guide pour la Hollande” geheel in 't Fransch!
Het ander bureel is dat der “Nederlandsche Staatsspoorwegen” Noordlaan. Daar is het met onze taal al niet beter gesteld. Op de twee groote vensterruiten is alleen in 't Fransch te lezen: Exploitation des chemins de fer de l'Etat Neerlandais: - agent général; - service direct; - ouvert de... a...: - Compagnie de Navigation maritime. enz. enz.’
‘Binnen ziet men, behalve eenige Nederlandsche gidsen en prijslijsten, platen voorstellende groote zeeschepen, met een Fransch onderschrift, inlichtingen van allen aard op kartonnen plakkaarten geschreven in 't Fransch, ja zelfs in 't Duitsch en 't Engelsch, maar “niet” in 't Nederlandsch!
Zooals men ziet houden de agenten van Hollandsche spoorwegen hier te Brussel, Neerland's taal zeer weinig in eere. Meenen die heeren dat Brussel in Frankrijk ligt?’
Aldus letterlijk luidde een schrijven dat wij aan de Redactie van Neerlandia nu zes jaren geleden toestuurden en dat in het Augustus-nummer 1897 werd opgenomen. Onder den indruk van het bekende ‘de aanhouder wint’ stellen wij opnieuw deze onnederlandschheden aan de kaak. Want is er sedert 1897 verandering gekomen? Och ja, de muren en vensterruiten zijn met nog wat meer opschriften versierd geworden en de wanden in de binnenkamers zijn met vele nieuwe ‘pancartes’ en ‘affiches’ behangen. Men leest er nu nog bij: ‘Carnets de voyages à prix réduits, - Fermé dimanches et jours fériés à... - Billets pour Londres et Flessingue - Voyages en Hollande, abonnements, etc. - Carnets de 5000, 1000, 500 kilomètres - Billets de passage pour New-York et les Indes Néerlandaises’. En de Maatschappij der Hollandsche Staatsspoorwegen draagt nu nog meer dan ooit den welklinkenden naam ‘à la mode’: Compagnie pour l'Exploitation des chemins de l'Etat Néerlandais. Van de Nederlandsche taal is niets te vernemen of te zien.
En dat deze spoorwegmaatschappijen er eene zonderlinge leer op na houden in zake de taal van hun land is niet moeilijk te bewijzen: Aan personen en vereenigingen welke zich aanbieden om inlichtingen over Holland en de reizen aldaar, wordt een boekje in de hand gestopt mooi gedrukt en prachtig met zichten opgeluisterd, en daarin lezen wij o.m. op bladz. 10 volgende ketterij: ‘La langue Hollandaise a les plus grandes affinités avec le flamand, dérivé des idiomes germaniques. Peu de personnes peuvent être à même de comprendre le Hollandais qui n'est guère employé au dehors du royaume. Heureusement le voyageur trouvera partout, ou à peu près des personnes parlant français, anglais ou allemand’. De Nederlandsche taal bestaat niet voor die lui! Hoogstens Hollandsch een dialect van oud germaansche afkomst, iets als Bretoensch of Bask in Frankrijk! Waarlijk, het is niet mogelijk een beter wapen in de handen onzer vijanden alhier te geven, en de Vlaamsche d.i. de Nederlandsche beweging te stuiten!
Na de Nederlandsche spoorwegmaatschappijen, die dus in Brussel groeien en bloeien in zuiver anti-Nederlandschen geest, is het ons noodig ook eenige woorden te zeggen omtrent de Nederlandsche verzekeringmaatschappijen hier gevestigd. In de laatste jaren is in België en te Brussel de verzekering, vooral de verzekering op het leven, aan de orde van den dag gekomen. De hoogere standen evenals de gegoede burgerij zijn grootendeels de klanten van de groote Amerikaansche en Engelsche firma's die reeds vroegtijdig in onze hoofdstad filialen hadden. De kleinere man. kleine burgerij en werklieden, laten zich verzekeren tegen ongelukken, overlijden, enz. meest door Nederlandsche Compagniën. Zij geven elke week zooveel aan den agent die zijne ronde maakt. De Hollandsche verzekeringsmaatschappijen hebben zich dan ook op buitengewone wijze uitgebreid. De ‘Utrecht’, de ‘Dordrecht’, de Maatschappijen ‘Phoenix’ en ‘de Nederlanden’, de ‘Algemeene Nederlandsche verzekeringsmaatschappij’ enz. En nu zou men mogen verwachten op verzekeringsgebied, waar het geldt alle standen der bevolking te winnen en zaken te maken met het eigenlijke Brusselsche werkvolk, dat tot heden toe in merg en ziel Vlaamsch is gebleven, de Nederlandsche taal zou worden gebezigd, steeds op de eereplaats. Helaas daarvan is niets! Hier alweer zijn opschriften Fransch, zelden komt er geen een woordje Nederlandsch bij! Wij lezen op de bekende De Brouckèri plaats: ‘Société Générale Néerlandaise - Rentes viagères - accidents siège social Amsterdam - juridiction des tribunaux belges - grêle - dotations d'enfants’. Van Nederlandsch bij deze ‘Société’ geen iota! En de hoofden zijn bekende vrienden en leveraars voor onze stam- en taalbelangen!
Kalenders, boekjes, prospectussen, berichten, woorden bij duizenden onder het publiek verspreid en zijn doorgaans in het Fransch alleen opgesteld. Soms wordt er, zoo ‘Phoenix’ en ‘de Nederlanden’, van beide talen gebruik gemaakt in enkele stukken, maar dan nog heeft de vreemde taal - het Fransch - de eereplaats en het leeuwenaandeel, de taal én van de groote Volksmeerderheid, en van de maatschappij - het Nederlandsch - komt als asschepoester achteraan.
Opmerkelijk is dat sommige dezer maatschappijen als agenten boven hunne landgenooten, de Hollanders, en de bevolking waarin zij werken, de Belgen, Franschen verkiezen! Het is ongelooflijk maar toch waar: wij zijn bekend met een vijftal Franschen te Brussel gevestigd, die als agent of beambte van de Hollandsche verzekeringsmaatschappijen eene zeer winstgevende broodwinning hebben.
Een anderen keer eens over de talrijke Hollandsche broeders die hier in Brussel handel komen drijven.
Brussel.
J.S. Willems.