De Binnenlanden van het District Nickerie.
Lotgevallen en algemeene uitkomsten eener expeditie door het Westen der Kolonie Suriname in September en October van 1900, door Dr. H. van Cappelle. Baarn, Hollandia-drukkerij 1903.
Sedert de verschijning van Kappler's ‘Suriname’, in 1887, was er geen boek uitgekomen in het bijzonder gewijd aan de Surinaamsche natuur. Wat een ontwikkeld mensch in die kolonie in de natuur kan opmerken, en nog heel wat meer, wordt ons Nederlanders thans eens duidelijk verteld in het in ons opschrift vermelde prachtwerk, dat wij bij de lezers van Neerlandia met een kort woord wenschen aan te bevelen.
Dr. van Cappelle heeft de goede gedachte gehad om zijne mededeelingen, over wat hij op reis had waargenomen, te brengen in een vorm, waardoor zij gesteld worden onder het bereik van zeer velen. Niet het minst aangetrokken door de duidelijke en fraaie platen, wordt het ons mogelijk den zoo opmerkzamen reiziger te volgen haast op iedere dagreis waarbij hij dieper het oerwoud indringt, en het zijn niet alleen interessante bijzonderheden over dierenwereld, plantengroei en bouw van den bodem, maar ook de lotgevallen van de personen die de expeditie uitmaken, welke ons bezighouden en waarvan de heer van Cappelle ons menigmaal den op eigen gemoed teweeggebrachten indruk weergeeft.
Het boek is waard aandachtig gelezen te worden door een ieder die de natuur liefheeft, door elk Nederlander die weten wil welk een rijk en veelbelovend land dat deel van ons rijk is, dat gelegen is op het verre vastland van Zuid-Amerika. Wat zal ik al opnoemen uit de bonte verscheidenheid van mededeelingen die den geleerde, den industrieël, den natuuronderzoeker belang zullen inboezemen? De buitengewone geschiktheid van den bodem voor vruchtencultuur (blz. 40), de ontdekking van de wijze van verspreiding der bolletrieboomen (193), bijzonderheden omtrent gesteenten en terreinvorming (75 en 198) en over het gezamenlijk optreden van mineralen (192), de zekerheid van het voorkomen van rijke goudterreinen (189), de kostbare, doch door gebrek aan vervoermiddelen betrekkelijk waardelooze houtsoorten (82, 126, 174 en 203,) het licht geven van den bodem door kleine zwammen (126), het bemachtigen van een in Suriname algemeen voorkomend vischje, dat wetenschappelijk onbekend bleek - voor ons eene duidelijke illustratie van de bewering dat in Suriname wetenschappelijke ontdekkingen nog voor het grijpen zijn (43), de machtige indruk van het oerwoud, toen de kleine karavaan langzaam onder het trotsche bladergewelf voortschreed (158) en het opkomen van een storm (205.) Ook zullen de aandacht trekken verhalen als van den trouwen kok, overigens een bekwaam kenner van de natuur, die Dr. van Cappelle menigmaal kon inlichten, die hem tracht op te vroolijken door het humoristische verhaal van den boomkikvorsch (207) en bij een optocht van termiten in geestdrift al dansende uitroept: ‘als Nederland eens zóóveel soldaten had’ (191); voorts de schetsen als van den neger die in de eenzaamheid met forsche stem den Bijbel leest, terwijl verderop in de geheimzinnige woudnacht zijne kameraden een dans houden bij flikkerende harsvlammen (209).