Neerlandia. Jaargang 7
(1903)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdVraag en AntwoordDe heer Piet Goedkoop Jr. doet ons uit Parijs de volgende vragen, kortheidshalve laat de Redactie onmiddellijk haar antwoord volgen: 1e. Is het billijk, dat op 't station Mons alleen de Fransche naam staat en niet ook Bergen? Neen, 't is zelfs tegen de wet, naar wij meenen. 2e. Zou het Alg. Ned. Verbond niet gedurende eenigen tijd strooibiljetten in de sneltreinen, komende uit Holland, kunnen verspreiden met vriendelijk doch dringend verzoek, dat wij Hollanders onze taal in Brussel enz. Gebruiken? Het Hoofdbestuur heeft reeds lang geleden aan de Spoorwegbesturen het verlof daartoe gevraagd. Maar 't is geweigerd, jammer genoeg. 3e. Is de politie in Brussel verplicht ook Vlaamsch te kunnen spreken? Wij weten het niet, maar zouden in de tweetalige hoofdstad van het tweetalige land het tegenovergestelde een daad van wanbeheer en plichtverzaking vinden. 4e. Hoe moest ik toen zulk een agent mijn Hollandsch niet verstond of veinsde niet te verstaan, handelen? Gewoonlijk laat men zoo iets gemakshalve maar verkeerdelijk op zijn beloop. Bij flink optreden, door b.v. den agent om zijn nummer te vragen, zou waarschijnlijk gebleken zijn, dat hij de vraag: ‘Kan u mij zeggen, waar de Vlaamsche Schouwburg is?’ zeer goed had begrepen, maar zich eenvoudig van den domme had gehouden. Zoo heer, zoo knecht. 5e. Zou tegen insluiping van noodeloos vreemde woorden in opschriften en aankondigingen een commissie van wege het A.N.V. in elke stad geen goed kunnen doen? Waar afdeelingen zijn, kunnen die een oog in 't zeil houden; anders de verspreide leden, zoo iets wordt niet opgedragen, wel uit eigen beweging aanvaard. De vrienden van het Verbond kunnen met weinig moeite hier veel doen. 6e. Is het geoorloofd, als lid van 't A.N.V. ook lid te zijn van het Alg. Duitsch Verbond? Dat moet ieder zelf weten. Het ongeoorloofde begint waar men tegen den geest van een van beiden inwerkt. Wie lid is van het A.N.V. wordt verondersteld dit uit overtuiging te zijn, niet om bijredenen. 7e. Is het raadzaam advertentiën in een vreemde taal in ons maandblad te plaatsen? Raadzaam in 't algemeen zeker niet. Boeken echter over Nederlandsche Stambelangen in een vreemde taal kunnen zeer welkom zijn en de aankondiging om die reden, ook in een vreemde taal, niet onraadzaam. Overigens zijn de aankondigingen een zaak van den uitgever, niet van de redactie van Neerlandia. En dat de uitgever bereid is, zooveel hij kan aan bezwaren van het Hoofdbestuur te gemoet te komen is reeds metterdaad gebleken. Men kan overigens uitstekend Nederlander zijn, zonder het goed recht van vreemde teksten in Nederlandsche bladen te betwijfelen. Het A.N.V. wil geen kleingeestigheid, evenmin als de geachte inzender dezer vragen. |
|