Neerlandia. Jaargang 7
(1903)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 1]
| |
[Hoofdartikel.]Door H.M. de Koningin-Moeder is vijfhonderd gulden geschonken aan de kas van ons Verbond. Haar gift is alweer een bewijs van Haren ernstigen nationalen zin, en als zoodanig voor het Hoofdbestuur een reden van buitengewone erkentelijkheid. Te Parijs is door den invloed van het Verbond een Vereeniging van Hollanders tot stand gekomen, die naar de wijze waarop zij is voorbereid een goede toekomst doet verwachten. Merkwaardig is zij als toonbeeld hoe uit de gedachte de daad volgt. Aan het A.N.V. is wel verweten dat het te veel in het afgetrokkene werkt en de praktijk versmaadt. Dat was en blijft slechts schijnbaar. Voor verhoogde ondernemingszucht, voor moediger optreden in het buitenland, voor vruchtbaarder arbeid door samenwerking, was en is nog steeds noodig het besef van kunnen, opdat het verzuimde voordeel nopen tot versche krachtsontwikkeling. In Parijs, zooals in vele andere Nederlandsche koloniën, ontbrak door sleur en onverschilligheid de onmisbare eenheid. Nederland dook weg, niet uit kleinheid, maar uit slapheid, in de jachtende vreemde maatschappij. Langzaam is het geloof ontwaakt dat men als Nederlander een plicht heeft te vervullen tot eer en voordeel van land en stam, dat Nederlanders waar zij zijn, evenveel aanspraak mogen maken op erkenning als elk ander volk. Die overtuiging moest voorafgaan, wilde niet de poging tot blijvende samenwerking, buiten enkel armenzorg en zeldzame feestmaaltijden, opnieuw schipbreuk lijden. Men heeft begrepen, dat waar de eendracht in de kleine Nederlandsche kolonie onmisbaar | |
[pagina 2]
| |
is, tot bereiking van groote doeleinden, ook het eendrachtig samenwerken met invloedrijke Franschen voorwaarde moet zijn. Daardoor zal elke poging om voor Nederland belangstelling te wekken, vooraf zijn gewaarborgd. Geen uitsluitend Nederlandsche vereeniging dus, maar een Nederlandsch-Fransche, ter bevordering van de Nederlandsche belangen in Frankrijk en omgekeerd. Het verkeer tusschen beide landen is ver beneden het wenschelijke en mogelijke peil; onze handel, onze kunst, onze geestelijke belangen ook, zullen in het vervolg Parijs en daardoor Frankrijk wijder voor zich geopend zien. Dit is niet een waan, maar een duidelijk uitzicht, zooals het gezien wordt door onze landgenooten in Parijs. Over inrichting en samenstelling later meer.Ga naar voetnoot*) Thans een woord van hartelijke sympathie voor de jonge vereeniging, die zooveel goeds belooft. Haar welslagen is een groot belang voor Nederland. Aan steun in raad en daad, naar beste krachten, zal het haar van het A.N.V. nooit falen. |
|