lander willen; 't was altijd zoo gezegd en bezongen dat de Nederlanders hielden van hun land en van hun stam en van hun taal. Eén stamp op den grond en daaruit zouden geestdriftig de medewerkers oprijzen.
De oprichters hebben zich vergist. Niet geheel, want uit alle oorden van het land kwamen teekenen van bijval en binnen kort had het Verbond vele vrienden; bij duizenden echter kwamen zij niet. Nu gaat het zoetjes aan toch den kant van duizenden uit. Toch, de ontnuchtering heeft niet geschaad, integendeel. Zij heeft geleerd; geleerd hoe het Nederlandsche volk eigenlijk is, ontdaan van mooipraterij en dicht; geleerd ook dat wel de elementen voor een bloeiend Algemeen Nederlandsch Verbond er zijn, maar dat die kalm aan in den loop der jaren van zelf zich zouden moeten ontwikkelen. En vaster dan ooit is het Hoofdbestuur overtuigd dat door bezadigd voortwerken binnen de door de Statuten gestelde grenzen, het zijn doel zal kunnen bereiken. Het feit dat op de Staatsbegrooting voor 1903 eene bijdrage aan het A.N.V. staat uitgetrokken, is een bewijs dat dit vertrouwen heeft gewekt.
Suriname is van zelf gekomen, na simpele vraag aan het juiste adres. Zijn groepsbestuur zal een reglement hebben te vormen, in overeenstemming met de omgeving. De Nederlandsche taal, daar onbetwist in eere, zal ook in Suriname het uitgangspunt kunnen zijn van de werkzaamheden van het Verbond, zonder zich echter daartoe te bepalen. Alles wat volgens de Groep zelf kan bijdragen tot ontwikkeling van het Hollandsche element in de Kolonie, tot betere kennis in het Moederland van zijne toestanden, tot nauwer samenleving over en weer, ligt op haar weg. Geregelde inzending in Neerlandia van artikelen, waardoor de leden van het Verbond langzamerhand op de hoogte komen van de Kolonie, van het dagelijksche doen, de geestelijke stroomingen, de verhouding tot de vreemdelingen en de oorspronkelijke bevolking, de welvaart, de verwachtingen voor de toekomst, dat alles moet onmerkbaar in veel wijderen kring dan thans het geval is, eene belangstelling wekken die onvermijdelijk ook de stoffelijke ontwikkeling ten goede moet komen. Wie, lid van het Verbond, Neerlandia lezen, stellen belang en dat is een goed begin. De verduidelijking door afbeeldingen, die achterwege hebben moeten blijven om de kosten, maar zoo spoedig mogelijk regel zullen worden, kan hierbij nuttig werken.
Aan de nieuwe Groep dan alle voorspoed! Zij is de Benjamin, de heksluitster. Als zoodanig heeft zij kans vertroeteld te worden door de oudere zusters.