Neerlandia. Jaargang 6
(1902)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdMededeelingen.Te Constantinopel is een Afdeeling gesticht van het A.N.V. Het Bestuur is samengesteld als volgt: Dr. A. Coomans de Ruiter, Voorzitter. A.L. St. Yoost de Kruiff, Onder-Voorzitter. H.J.W. Huber Jr., Secretaris-Penningmeester. Van harte wordt deze nieuwe afdeeling welkom geheeten. Moge zij èn door haar ledental èn door haar werken veel bijdragen tot den bloei van het Verbond. Hulde aan de Nederlanders te Constantinopel, die de afdeeling in het leven riepen. In de plaats van den heer Dr. N. Japikse, die naar Den Haag is vertrokken, heeft mej. Dr. H.C.H. Moquette, Noordsingel 112, het secretariaat van de Afdeeling Rotterdam op zich genomen.
* * *
De Evangeliesatie-Drukkerij te Brussel geeft de gelegenheidsrede uit bij het opgaan van de Boerengeneraals naar Gods huis, door W. Hoek, predikant der Nederlandsche Evangelische kerk te Brussel, op Zondag 12 October 1902, gehouden. De opbrengst is geheel voor de Weduwen en Weezen der twee Republieken. * * * De heer Mr. W. de Ridder, oud-lid van het Hoofdbestuur, in de bestuursvergadering van groep Nederland, gehouden 18 Oct. te 's-Gravenhage, benoemd tot lid van den Raad van Bijstand, heeft deze benoeming aanvaard. De Raad heeft echter gevoelige verliezen geleden. Overleden zijn Jhr. Mr. T.A.J. van Asch van Wijck, Mr. C.J.E. Graaf van Bylandt, A.G.A Baron Sloet tot Oldhuis en prof. dr. B.J. Stokvis; afgetreden is Mgr. dr. J.A.H.G. Jansen en wegens benoeming tot hoofdbestuurslid, de heer P.J. de Kanter.
* * * In het vorig nummer werd een goed Nederlandsch woord gevraagd voor propagandaboekje. Van verschillende zijden kwam antwoord in. Allen gaven o.m. werfboekje op, dat in zijn duidelijke kortheid een zeer geschikte verhollandsching is. De heer Simons gaf meteen op Watervang voor Prise d'eau en Ophaal voor Lift (vergelijk overhaal).
* * *
De heer F.M. Knobel is benoemd tot consul-generaal en minister-resident te Teheran (Perzië). De heer Knobel, vroeger gezant in China, is lid van het A.N.V. en zal ongetwijfeld ook op zijn nieuwen post, die drie jaren lang onvervuld is gebleven, de Nederlandsche belangen met kracht voorstaan.
* * *
Van de uitgaven van het A.N.V. zijn thans alleen nog maar een beperkt aantal te verkrijgen van de nummers 6, 7 en 8 (zie het October-nummer van Neerlandia blz. 119.) Het Hoofdbestuur zal overwegen of herdrukken gewenscht zijn.
* * *
Onder den titel Eeredag van Guido Gezelle is thans verschenen de Aansprake van prof. dr. G. Verriest, door dezen den 21 Aug. op het Congres te Kortrijk uitgesproken. Nu vooral, bij de lezing, komt uit welk een diepgaande studie en eerbiedige verheerlijking van den grooten Vlaamschen natuur-dichter we met deze aansprake zijn rijker geworden. Intusschen treedt pastoor Hugo Verriest uit Ingoigem, de dichterlijke leerling en vriend van Gezelle, in verschillende plaatsen van ons land op om over zijn leermeester te spreken. De Afdeeling Haarlem van het A.N.V. heeft hem ook uitgenoodigd. Mogen andere afdeelingen er een voorbeeld aan nemen.
* * *
De zaak van het Gezantschap te Constantinopel (zie het stuk van Dr. Coomans de Ruiter in het Aug.-nummer van Neerlandia blz. 88) is ook ter sprake gekomen bij het onderzoek in de de afdeelingen der Staatsbegrooting van Buitenlandsche Zaken voor 't dienstjaar 1903. Het optreden als vertegenwoordiger van Nederlandvan een Turksch onderdaan, van Armenische afkomst, en die noch met de Nederlandsche taal, noch met de Nederlandsche wetten en instellingen voldoende bekend is, terwijl de waarneming had kunnen zijn opgedragen zoowel aan onzen consul te Constantinopel, die reeds vroeger als zaakgelastigde is opgetreden, als aan onzen consul-generaal te Smyrna, die dezen zomer ten tijde van het vertrek van den gezant met langdurig verlof zich te Constantinopel bevond, heeft, naar beweerd wordt, zoowel te Constantinopel als te Smyrna een slechten indruk gemaakt. Naar aanleiding van die bewering wenschte men te vernemen, wat er van deze zaak aan is en of er vanwege de Nederlandsche kolonies te Constantinopel en te Smyrna dienaangaande klachten bij den Minister zijn ingekomen. Ook werd naar aanleiding van de benoeming van den bovenbedoelden Armeniër tot 1ste-tolk aan ons gezantschap de vraag gesteld, hoe het staat met den candidaat in de rechtswetenschap, die tot adjunct-tolk wordt opgeleid en voor wiens opleiding op de loopende begrooting een bedrag van f1500 staat uitgetrokken. | |
[pagina 135]
| |
Nu en dan komt bericht in van leden, die hunne jaarlijksche bijdrage wenschen te verhoogen. 't Behoeft nauwelijks te worden gezegd, dat deze bewijzen van instemming met beheer en streven van het Verbond den penningmeester hoogst aangenaam zijn. Wij herinneren er aan, dat in de Algemeene Vergadering van Mei 1900 besloten werd de minste jaarlijksche bijdrage voor Groep Nederland te stellen op f2,50, maar dat den ouden leden, die f1.50 betaalden, het recht zou gelaten worden, hun bijdragen niet te verhoogen. Wij weten niet of het besluit dier vergadering wel tot allen doorgedrongen is. Mochten er nog oude (gewone) leden zijn, die liever onder de nieuwe bepaling vallen, dan worden ze verzocht daarvan opgave te doen aan den penningmeester, den heer P.J. de Kanter te Dordrecht Van een daalder schiet niets over. |
|