Neerlandia. Jaargang 6

Lezingen in Amerika.

In zijn brieven uit Amerika schrijft C.J.B. van der Duijs in de Vlaamsche Gazet van 2 November:

Germain Martin, een jeugdig hoogleeraar van de Fransche Hoogeschool, komt binnenkort naar Amerika om een reeks lezingen te houden voor Alliance Française. Daarna komt Leópold Mabilleau, directeur van het Museum Sociale van Parijs, om aan de verschillende groepen der Alliance Française een bezoek te brengen.

Mabilleau zal spreken voor Cercle Française aan Harvard Universiteit.

Waar blijven de Noord- en Zuid-Nederlandsche letterkundigen? Waarom komen die de wereldzee niet eens over om lezingen te houden in de afdeelingen van het Algemeen Nederlandsch Verbond in Amerika? Het schijnt mij meer en meer toe, dat het Algemeen Nederlandsch Verbond in Amerika hoe langer hoe meer een armzaliger figuur maakt. En jammer is dat, dubbel jammer: want geen beter terrein voor haar dan de Vereenigde Staten.’

[p. 134]

Wat Alliance Française en Cercle Française voor de Fransche letterkunde zullen doen, heeft L. Charles van Noppen in tal van Amerikaansche steden reeds een paar jaren voor de Nederlandsche gedaan; noch steeds gaat hij daarmee voort. Uitzending ook naar Amerika van sprekers voor het A.N.V. is reeds dikwijls ernstig overwogen, maar zal niet lukken voor het Verbond in Amerika vast is geworteld. De All. Franç. geniet een regeeringssteun van fr. 300.000; geld is niet alles maar toch wel een groot gemak.