Neerlandia. Jaargang 6
(1902)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 105]
| |
te Batavia en de redactie in Holland gevestigd was, waardoor het samenwerken te veel bezwaren had, zal de Bintang Hindia het zelfde doel nastreven als haar voorgangster. Dat doel wordt als volgt omschreven: het wekken van belangstelling bij de inlandsche en andere Oostersche bewoners van den O.I. Archipel voor verschillende zaken, die tot nog toe buiten veler gedachtenkring lagen; het opheffen, ontwikkelen en logisch leeren denken van de nog te veel als plant levende Insulaners; het op populaire wijze verklaren van natuurverschijnselen; het verspreiden van kennis omtrent hygiène en andere nuttige zaken; het opwekken van ware soldatengevoelens bij de militairen; het versterken van de trouw aan Vlag en Koningin. De voetangels en klemmen, die er liggen op het gebied van den godsdienst, en waarin de Bandera Wolanda vastraakte, zullen echter voorzichtig uit den weg worden gegaan. Het Maleisch, dat in de Bintang Hindia zal worden gebruikt, zal zijn de taal die door ‘meer ontwikkelde’ Maleiers onder elkaar wordt gesproken; dezelfde taal waarin zij hunne eenvoudige ‘pantoens’ en ‘sjaïrs’ schrijven. De Redactie bestaat uit de heeren: H.C.C. Clockener Brousson, Radèn Mas Ario Koesoemå Joedhå, Radèn Mas Sajogo, Radèn Badaroeddin, Mas Saman, Oei Sian Thai en Abdoel Rivai, allen thans in Nederland gevestigd. Waar de heer Clockener Brousson schrijft: ‘Ik houd nu eenmaal veel van Indië en zijn bevolking en ik doe daarom, wat ik meen dat goed is. Ik ben heusch niet blind voor de vele gebreken der Inlanders (welk volk heeft ze trouwens niet?) doch juist die gebreken zijn veelal slechts het gevolg van onwetendheid. Die onwetendheid meê te helpen bestrijden, beschouw ik van af heden als mijne levenstaak’ daar gevoelen wij, ook op grond van hetgeen de heer Cl. Br. reeds deed, dat iemand aan het woord is, die meent wat hij zegt. Hem en de verdere medewerkers zij toegewenscht dat zij mogen slagen in hun steun. Dat ook stukken in de Nederlandsche taal worden opgenomen, wordt door Neerlandia toegejuicht. De uitgave zal geregeld van 1 Januari 1903 af, aanvangen; thans worden allerwege proefnummers verzonden door den Administrateur, den Heer N.J. Boon te Amsterdam (Blauwburgwal 6), bij wien men zich voor f3. - per jaar kan abonneeren. De proefnummers bevatten zeer goed geslaagde illustraties, o.a. portretten van H.M. de Koningin, van Z.K.H. Prins Hendrik en inlandsche vorsten; afbeeldingen van instellingen in Nederland en van algemeen besproken gebeurtenissen. |
|