Ingezonden
Lezingen vanwege 't Alg. Ned. Verbond.
Wij zijn allen Nederlanders, Mijne Heeren, zeer zeker, 't zij in Europa, 't zij elders; maar wat wij u verzoeken is: maak ons de zaak wat smakelijk.
Wij wenschen de stamverwantschap niet op te geven: tusschen Holland en Vlaanderen, Brabant en Friesland, Zuid-Afrika, Amerika, Java. Maar, dit aangenomen zijnde, en ons blad Neerlandia trouw opkomende voor dit ons beginsel, nu komen wij u bidden: laten wij onze beginselen te bóven komen; laat ons niet indutten bij een eeuwig refrein:
Vaderland, koek en amandelen,
Wij gaan in de maneschijn wandelen!....
Lezingen houden alle propagandisten; liberale, clericale, sociale. De Alliance française heeft aangename conferenties, geeft aan zijn leden goedkooper toegang tot fransche tooneelstukken. Welnu, ook wij, verbonden Nederlanders, moeten werken; 't leven er in houden.
Lezingen. Nuttige, door wetenschappelijke, letterkundige door kunst-mannen. België en Nederland moeten hun goede sprekers uitwisselen; elke tak van 't A.N.V. moet mèrken, ettelijke keeren per jaar mèrken, dat 't tak is van een levenden boom. Aan de ijverige Besturen, om dit te organiseeren!
Maakt ons de kwestie wat smakelijk! Iets van zeer veel beteekenis zou 't wezen als 't A.N.V. wist te bewerken, dat geregeld Vlaamsche tooneelgezelschappen hier als gast kwamen spelen, en omgekeerd de Hollanders in België. Wèl gaat Bouwmeester naar Parijs, wèl komen Coquelin en Adèle Sandrock in Nederland. Nu is 't de beurt van 't Alg. Ned. Verbond!
Leiden, 11 Jan. 1902.
A.B. Cohen Stuart.