moedertaal en in de meeste gevallen doet hij het best ze zoo spoedig mogelijk te vergeten. In Amerika smelten alle rassen en talen langzamerhand samen en niet lang zal het duren of zij zijn geheel opgelost in de éénheid, die juist de trots is der Amerikanen.
Ik betwijfel het, of van de vele millioenen afstammelingen dezer kolonisten, die over vijftig jaar zullen leven er wel duizend zullen zijn, in staat om de taal hunner voorvaderen te spreken. Natuurlijk zonder ik degenen uit, die voor letterkunde of historie zich in de scholen op ernstigen leeftijd uit liefde aan de studie van hun moedertaal hebben gewijd.
Welke vooruitzichten het Nederlandsch dan in Amerika heeft? Slechts één en dat is de studie van de taal aan de hoogescholen om philologische, letterkundige en historische redenen. Holland beeft een roemrijke geschiedenis en een Amerikaan heeft zijn schitterendst tijdvak prachtig beschreven.
Holland heeft een mooie letterkunde en vroeg of laat zal dit bekend worden aan de Amerikanen, wier zin voor kennis en vooruitgang spreekwoordelijk is. Er zijn vele andere tijdperken van Hollandsche geschiedenis, die verdienen bekend gemaakt te worden aan de Nieuwe wereld; er zijn Nederlandsche dichters van wie wij, Amerikanen, nu niets weten, die wij zullen bewonderen en vereeren als wij ze zullen lezen in het oorspronkelijke of vertaald. Daarvoor is het noodig dat het Nederlandsch aan de universiteiten bestudeerd wordt. Het hoogere sluit het lagere in. Indien een algemeene belangstelling in de letterkunde en de geschiedenis van Holland kan worden gewekt zal de studie der Nederlandsche taal noodzakelijk in elken leergang worden opgenomen.
Tot verwezenlijking daarvan is echter de medewerking van de Nederlanders zelf noodig en van deze medewerking moet men ons de tastbare bewijzen geven. De Holland Society b.v., welke in de laatste jaren belangstelling is gaan toonen in de bevordering van de studie der Nederlandsche Letterkunde, heeft bij een of twee gelegenheden een schitterend getuigenis van deze belangstelling gezonden aan de jonge koningin. Ik meen, dat het den laatsten keer een gouden beker was, ter gelegenheid van haar huwelijk. Alles wat daarvoor ooit werd terug ontvangen, was een korte officieele dankbetuiging, opgesteld in onverschillig hoffelijke termen en geteekend, niet door Hare Majesteit maar door haar secretaris. Nu ben ik niet de spreekbuis van de Holland Society, ook hoorde ik nooit eenig lid zijn misnoegen uitdrukken over zulk een ontvangst van hun gift. Maar andere leden van het Verbond hebben er aanmerking op gemaakt en zeker had een meer tastbaar bewijs van erkentelijkheid kunnen worden gegeven: een portret van Hare Majesteit of, voor het minst, haar handteekening onder den brief. Dit zou geestdrift hebben gewekt onder de afstammelingen van de Knickerbockers, die, wanneer zijn hun sympathie zoo koud zien ontvangen door de Hollanders zelf, niet licht hunne beleefdheden zullen herhalen.
Indien het Algemeen Nederlandsch Verbond belangstelling voor het Nederlandsch in Amerika wil wekken, moet het op de Amerikanen een beroep doen door een daad, die zijn bedoeling toont. Het moet niet het onmogelijke beproeven, maar in eens trachten het waarschijnlijke te verwezenlijken. Het moet beginnen voor de geschiedenis en de letterkunde van de Hollanders belangstelling te wekken, die eenmaal gaande gemaakt zeker tot de studie van de taal zal voeren. Op die manier alleen kan Nederland invloed uitoefenen op de Amerikaansche beschaving. Onze instellingen berusten grootendeels op de uwe: kennis van uw staatsinstellingen en van uw wetten en maatschappelijk leven is daarom onmisbaar voor hem die onze geschiedenis en onze regeering bestudeert.
Wij zijn daarvan niet genoeg doordrongen: gij moet ons ten minste doen kennen wat wij u schuldig zijn. En de beweging moet beginnen in Holland. Hoe kunt gij verwachten dat wij warm zijn, wanneer gij zelf zoo koud zijt? Indien de Nederlandsche regeering of het Verbond hun gevoelens in daden wilden omzetten door het openstellen van een beurs voor Ned. Letterkunde aan een der groote Universiteiten, zeg voor twee of drie jaar en ik ben er zeker van dat de aandacht der Amerikanen zal gericht worden op een belang, dat nu geheel wordt verwaarloosd. Eveneens ben ik ervan overtuigd, dat dit zulk een geestdrift zal wekken, dat binnen een paar jaar professoraat in Nederlandsch aan al onze hoogescholen zal worden ingesteld. Want er heerscht een sterke geest van wedijver bij onze onderwijs-instellingen, zoodat, als ééne universiteit een nieuwen cursus aan zijn colleges verbindt, het niet lang zal duren of de andere bieden het zelfde voordeel aan. Zoo opende eenige jaren geleden een school een cursus in het IJslandsch, nu biedt elke andere hoogeschool dezelfde gelegenheid en de letterkunde van het dnistere IJsland zoowel als die van Zweden en Noorwegen, van Rusland, Italië, Hongarije, Spanje en Portugal is beter bekend dan die van Holland, dat meer heeft bijgedragen tot de beschaving van Amerika dan de andere genoemde landen te zamen. Dit is, zooals ik zei, voornamelijk te wijten aan de gevoelloosheid der Hollanders zelf. Gij moet geestdrift toonen voor gij kunt verwachten, dat wij het zullen doen. Zendt onzen Amerikaanschen Hoogescholen een bevoegd spreker over uw letterkunde voor drie winters, stelt een beurs beschikbaar en in tien jaar zullen er tien professoraten zijn voor altijd, van welke de kennis van het Nederlandsch op honderden scholen zal overgaan. Wanneer dit zal zijn gebeurd en niet eer, zal Holland een aanmerkelijken invloed op onze beschaving uitoefenen en zal het Nederlandsch algemeen worden bestudeerd. Is dit resultaat de kleine
uitgaaf waard, die het vraagt? Een paar duizend gulden per jaar gedurende drie of vier jaren is alles, wat het u kosten zal. Het zal in de Amerikanen het begrip wekken van de diensten, die Holland aan hun land bewezen heeft. Het zal de studenten in de letterkunde opwekken tot waardeering van wat de Engelsche letteren aan de poëzie van Holland te danken hebben. Het zal de liefde wekken, die offers brengt, want als het belang algemeen begrepen wordt, zal het geld er spoedig zijn! Nog kort geleden werd een leerstoel in het Chineesch gevestigd, kostende $100.000. Daar zijn vele rijke Knickerbockers, die men zal kunnen bewegen hetzelfde voor het Nederlandsch te doen. Laat het Verbond zich met de Holland Society in verbinding stellen, een portret van Vondel of van de Koningin zenden en jaarlijks een aanmoedigende herinnering. Dat moet uw wijze van werken in Amerika zijn. Gij kunt niet beginnen met de taal. Gij moet beginnen met de geschiedenis en de letterkunde. Dat is de eenige practische weg. Elke andere manier zal onvruchtbaar zijn. Stelt uwe hoogescholen open voor Amerikaansche studenten zonder examen, op vertoon van een diploma van eenige Amerikaansche gymnasiën. Duitschland heeft dit gedaan en duizenden Amerikaansche studenten wonen tegenwoordig de