Neerlandia. Jaargang 5
(1901)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdBoekbespreking.Bij Johs. Noman en Zoon is verschenen het ruim verspreide proefvel eener Bloemlezing uit de Gehele Nederlandsche Letterkunde met verklarende aantekeningen door A. van Gent. Haar aanbeveling is volgens den bewerker, dat zij in tegenstelling met gewone bloemlezingen zooveel mogelijk de werken in hun geheel opneemt, vooral de tooneelstukken. Drie deelen zullen toonbeelden geven uit de Middeleeuwsche letteren; vier volgende de 16e, maar voornamelijk de 17e eeuw behandelen; deel acht en negen van 1680-1830; het tiende Bilderdijk; het elfde en twaalfde van Bilderdijk tot 1875. De aanteekeningen zijn voor het groote publiek bestemd, niet voor taalgeleerden, terwijl de bespreking van schrijvers en richtingen een aaneengeschakelde geschiedenis der Nederlandsche letteren zal vormen. Behalve voor de middeleeuwen, is de spelling der teksten vereenvoudigd, Kollewijnsch. Het geheel zal worden versierd met minstens zestig portretten en in vier jaar, bij veertiendaagsche afleveringen van 37½ cent, gereed zijn. Wij laten natuurlijk de overwegingen van praktischen aard geheel aan schrijver en uitgever. Het doel dat zij beoogen, het samenbrengen van veel wat bij al zijn belangrijkheid voor weinigen slechts bereikbaar is, is mooi en daarbij zinken bijzaken als spelling geheel in het niet. Verrassend was de mededeeling van een vriend van het Alg. Ned. Verbond, dat hij ter wille van de Nederlandsche boekerijen in den vreemde, voor zijne rekening vijf exemplaren van deze Bloemlezing ter beschikking stelt van het Secretariaat. Hij wil niet bij name genoemd zijn, dus loopt de betuiging onzer erkentelijkheid langs dezen weg niet op den man af. Toch is zijn daad opwekkend, want zij toont wat enkelingen, ieder op zijn wijs, kunnen doen om de zware taak van het Verbond, die nog lang niet algemeen genoeg door de Nederlanders wordt begrepen, gemakkelijker te maken. Kort geleden kon een gift in geld worden bekend gemaakt; nu deze. Moge ook zij velen doen besluiten de kostbare onderneming der Uitgevers te steunen; ons schriele onderwijs in eigen taal en letterkunde, maakt het noodig dat buiten de school hierin naar kennis wordt gestreefd; kennis alleen toch wekt waardeering.
Onze Middeleeuwen openen zich voor een breedere schare. Vooral sedert op het Dortsche Congres van '97 voor het eerst als bij openbaring oude tooneelstukken hunne levensvatbaarheid toonden door de opvoering van de Esmoreit, die sedert haar zegetocht heeft gedaan door ons geheele land, en de Groninger studenten heeft gevoerd tot de Gloriant en een Rotterdamsche Onderwijzers-Tooneelvereeniging tot de Lanseloet - schrikt men niet meer van de taal als vroeger, die om hare geheimzinnigheid enkel toegankelijk scheen voor ingewijden. Ook de liederen, door het Nut, het Willemsfonds, Coers en anderen onder het publiek gebracht, meer nog, in grooten getale voorgedragen door zangers als Orelio en Tijssen en eene zangeres als Mevrouw Tijssen-Bremerkamp, hebben zeer veel gedaan om de Nederlanders in ruimen kring vertrouwd te maken met de nooit gevoelde overtuiging dat onze taal en onze taalkunst een lang verleden heeft, dat heden nog genot schenkt en dus ons volksleven opeens kostbaar verrijkt. De blik op onze moedertaal is ruimer geworden; de geest dringt de letter terug tot haar dor gebied. Met geringe inspanning kan ieder thans genieten uit het pas geopende boek der Middeleeuwen. Daarom is een boekje ons zeer welkom, dat bij Siffer in Gent is uitgegeven door den heer F.W. Drijver, Predikant te Naarden, die niet thans voor het eerst blijk geeft van zijn liefde voor ons verre verleden. Middelnederlandsche Dichtkunst heet het, Proeven van Behandeling. De aanteekeningen maken den tekst voor ieder toegankelijk. Het goedkoope boekje zij elkeen aanbevolen, die zijn hart wil ophalen aan den schalken eenvoud en ingetogen kracht dier aangeboden kunst. |
|