Eén nieuwe rubriek zal worden begonnen, die van vraag en antwoord. Menig Nederlander behoeft raad, persoonlijke hulp of wat ook, bij zijn plannen om de wijde wereld in te gaan of in een bepaald land zich te gaan vestigen. Meer dan tot nu toe zullen Nederlanders elkaar daarbij kunnen steunen. En laten wij het dan overlaten aan den tijd en de ervaring in hoever het Verbond, met zijne invloedrijke en onbaatzuchtige betrekkingen overal, in dit opzicht kan worden een betrouwbare vraagbaak.
* * *
Van vele zijden is de vraag gedaan: doet het Verbond iets in dezen oorlog, en zoo ja, wat dan?
Het Verbond doet iets, al van October af, maar zonder luid gerucht. Het gaat zijn weg, kalm, met vasten gang, zeker van te zullen komen waar het wezen wil.
Toch, natuurlijk, de leden hebben recht te weten wat er omgaat. In het begin dan van den oorlog heeft het Hoofdbestuur, na overleg met de vertegen woordigers der beide Republieken, te Dordrecht een pers kantoor opgericht, onder leiding van den Secretaris. Dat stelt zich ten doel over de heele wereld gegevens te verspreiden over de ware aanleidingen tot den oorlog, de krijgsberichten en vooral over den aard en de zeden der Boeren. Die gegevens worden voornamelijk aan de Hollandsche bladen ontleend en moeten het kenmerk hebben van betrouwbaarheid. Zoo spoedig mogelijk wordt het wetenswaardige in het Fransch, Duitsch en Engelsch vertaald, en tweemaal daags verzonden, voor elke courant hetgeen haar vermoedelijk het best past.
Naar alle landen van Europa dus, Zweden, Noorwegen en Denemarken uitgezonderd, naar Amerika en Australië, gaan in hun geheel of in uittreksel de kostelijke beschrijvingen van het hachelijke maar mooie leven thans der Hollandsch-Afrikaanders, zooals ooggetuigen ze geven. Ook de schilderingen van wreedheden, als bij Elandslaagte, en de gedegen betoogen van mannen als de hoogleeraren Van der Vlugt en d'Aulnis en Mr. van Houten. Stemmen voor recht en waarheid, als dikwijls opgaan in Engeland zelf, of in Duitschland en Frankrijk of waar ook, worden onmiddellijk overgebracht, zoodat ze worden gehoord heinde en ver.
De invloed is zeer merkbaar. Tegenover de eenzijdige, vaak kwaadaardige Engelsche voorstelling heeft bijvoorbeeld in Amerika, de onze, op eerlijk weergegeven feiten berustende, post gevat. Amerika is om. Prof. Dosker, de secretaris der Westelijke Groep Amerika, schreef dezer dagen: ‘Men vergisse zich toch in Nederland niet aangaande de volkssympathie in Amerika! De Engelschen trachten zand in de oogen der wereld te strooien. Overal houdt men Boeren-meetings. Ons Congres is bestormd met petitionementen. De regeering durft geen pro-Engelsche stap te doen, ook al zou ze het willen. Wij laten ons alom hooren en voelen’.
* * *
Dan is nog aan het Verbond vanwege het Gezantschap der Z.A.R. de inlichtingsdienst naar buitenlandsche gewonden en gesneuvelden. Van overal komen de aanvragen, vooral uit Duitschland, dat thans zoo meeleeft in den Boerenkrijg. ‘Als in eigen oorlog, in de dagen van '70 en 71’ schrijft men ons uit Friedrichstadt. ‘Als in den Hispano-Amerikaanschen oorlog’, klinkt het uit Holland Michigan.
Dat wordt door het Verbond gedaan en nog veel meer. Van alles zal het verslag doen, als de balans is opgemaakt tusschen Zuid-Afrika en Engeland en de rekening is vereffend.