Boekennieuws.
De Voortrekkers of het Dagboek van Izaäk van der
Merwe door J.D. Kestell en M. Hofmeyer.
Een zeer interessant werk. Het is de behandeling van eenige jaren uit den Grooten Trek, in 1833 - een der roemrijkste bladzijden uit de Geschiedenis van het Afrikaansche volk - onder den vorm van roman. Zooals de schrijver terecht zegt, treedt Szak van der Merwe op als de tolk zijner mede-emigranten. Wat hij gevoelde en leed, gevoelden en leden ook al zijne tochtgenooten; wat hem trof was ook het lot van al wie over de Oranjerivier toog.
In het werk zien we den moed van het fiere Zuid-Afrikaansche heldenras, we zien er de ‘groote’ handelend- kloek en manhaftig - in optreden: Retief, Maritz, Potgieter, Uys, Pretorius; we worden bekend gemaakt met het lijden en strijden der arme zwervers, die, na have en goed door het trouwelooze Engeland te zijn ontnomen, het onbekende - maar ook de vrijheid - tegemoet gaan, we stellen de trouweloosheid vast van den erfvijand der Boers, de Kaffers; maar toch zien we, dat de Boeren, trots gevaren en strijd, zich vestigen in Natal.
Maar het land, dat zij tegen zulken zwaren prijs gekocht hebben, werd hun later nog eens door Albion ontnomen en aldus werd nogmaals door den Brit het vuur van rassenhaat aangeblazen, nog eens werd het zaad van vijandschap gezaaid, tot het in 81 op Majuba Hill tot halfrijpheid kwam, en nu barst, in den vorm van den Engelsch-Transvaalschen oorlog. Nu goed recht op Natal, Zuid-Afrikaanders, Boeren der Zuster Republieken, bestaat niet alleen in het met inkt geschreven dokument, onderteekend door een dwingeland als Dingaan, maar is bezegeld door het bloed van de helden, die daar den dood op het slagveld stierven; de beenderen der dierbare, die ginds rusten in de kraal van Dingaan, de beenderen van het zwarte goedje in de Bloed-rivier zijn de sprekende getuigen, dat Natal U behoort, en u alleen...
De taal van het boek is goed en zuiver Nederlandsch, hier en daar onderbroken door eenige regels Afrikaansch. De gedachte, om die geschiedenis te behandelen in den vorm van roman, is uitstekend om veel gelezen te worden, en aldus bij te dragen tot het doel van den schrijver, om den naam der helden te doen bewaren in het hart van het volk van Zuid-Afrika.
- Zuidafrikaansch Wilhelmus-gebed van Paul Kruger. Gedicht van H.W. Nachenius, op muziek gebracht door K.A. Willeumier, organist te Zaandam. Prijs f. 0,30.
- Ontvangen: Transvaalsch Krijgslied, gedicht van Julius De Meester, muziek van Peter Benoit. Uitg. Faes, 25, Beddenstr., Antwerpen. Een derde der nettoopbrengst zal gestort worden in de kas der Belgische ambulance. Prijs evenwel niet vermeld.
- Die deutschen Reichshäfen und das Zollbündnis mit den Niederlanden von Dr. Reismann-Grone.
Het voorhanden werk is door de zorgen van het Alduitsch Verbond uitgegeven. Het vormt het twaalfde deel der vluchtschriften, die tot nu toe in het licht gestuurd werden om de denkwijze van het verbond te verdedigen, en naar alle hoeken van Groot-Germanië te verspreiden.
De schrijver geeft een algemeen overzicht van de ontwikkeling der Nederlandsche en Duitsche havens en die van Antwerpen. Hij toont aan hoe die van Rotterdam en Antwerpen vooral door Duitschen handel gevoed en onderhouden worden en welke schade aan deze havens zou berokkend worden door het ontworpen plan om door middel van het kanaal van Ems aan den Rijn een rechtstreeks uitsluitend Duitsche monding te verschaffen.
Om deze nadeelen van de vreemde havens zooveel mogelijk te voorkomen wordt thans een ijverige propaganda gemaakt ten einde een algemeen tolverbond met Duitschland te sluiten.
Waarin eigenlijk dat tolverbond hestaat, wordt door den schrijver niet aangeduid. Natuurlijk komt het er hier op aan de verschillende rechten en toltarieven voor Duitschland te verminderen om van Antwerpen en Rotterdam echte Duitsche havens te maken, met alle mogelijke voordeelen van den Duitschen handel in afwachting dat het nieuw kanaal het geheele Duitsche verkeer langs Duitsche wegen afleidt en zoo den doodsteek geeft aan de vreemde havens. Dr. Reismann-Grone houdt niet van sentimentaliteit. Hij is zeer praktisch en eenvoudig wenscht hij voor Duitschland al de voordeelen van hot handelsverkeer. Door hunne ligging en inrichting zijn Antwerpen en Rotterdam twee bevoorrechte landingsp laatsen. Indien de Duitschers in zoo grooten getale die uitvoerwegen kiezen, is zulks eenvoudig toe te schrijven aan de groote voordeelen, die ze voor den Duitschen handel opleveren. De gastvrijheid der beide landen heeft de Duitsche handelaars veroorloofd in beide steden hun huizen te stichten, naar eigen zin en zeden, met een leger van Duitsche klerken, die krachtig hun Duitsche belangen weten te behartigen en te bevoordeelen.
Het werk van Dr. Reismann-Grone verdedigt merkwaardig de middelen, die aangewend worden om den handel langs de Duitsche stroomen te bevoordeeligen. Daarin kunnen we hem niet laken. Integendeel. Hij toont zich daardoor warm vaderlandlievend. Maar het heeft ons evenmin de voorgaande Vlugschriften van het Alduitsch Verbond kunnen overtuigen van het nut, dat zulk eene vereeniging voor België en Nederland zou opleveren. Integendeel we zien enkel daarin het steeds krachtiger en heviger streven om aan de ontwikkeling van den Duitschen Staat nog een hoogere vlucht te verzekeren en daarmede kleine volkeren met voorbeeldige instellingen mede te sleepen, op te slorpen tot grooter voordeel van het Duitsche Rijk. Indien door het nieuw kanaal een mededinging ontstaat voor de havens van Antwerpen en Rotterdam, dan zullen deze zich daarin moeten schikken om door zooveel mogelijke verbeteringen het hoofd bieden aan alle pogingen om den machtigen toevoer te verminderen en om ze af te brengen van den eersten rang, waarop ze, wij hopen het, nog lang zullen tronen.