Dr Herman Sabbe.
In het October-nr van van Neerlandia 1898 lieten we het portret verschijnen van Dr. Jan De Windt, den jongen geleerde, die zoo ongelukkig het leven verloren had op het Tanganika-meer en die voor de Vlaamsche Beweging een wetenschappelijke kracht was van allereerste gehalte.
Weinig vermoedden we toen, dat we een jaar nadien Jan's boezemvriend, den niet minder schitterend onderlegden Dr. Herman Sabbe zouden verliezen. Alle mannen die beseffen van welk overwegend gewicht de aanwinst en de ontwikkeling van wetenschappelijke krachten is voor onze Vlaamsche Beweging, hadden het oog op dat vriendenpaar gevestigd, dat samen werkte, ieder op zijn gebied, ieder met even schitterenden uitslag. En waar de beweging tot vernederlandsching van ons hooger onderwijs in Vlaanderen nu voor goed aangevat is, hadden allen van het optreden dezer twee de hoogste verwachtingen. Toen Jan ons dan ontrukt was, was het voor ons nog een halve troost dat Herman voor onze wetenschappelijke beweging gespaard bleef. Eilaas! ook dat hat nicht sollen sein! Nu ligt ook Dr. Herman Sabbe, Julius zoon, onder de koude aarde.
Met den rouw in het hart wijden we enkele regels aan zijn nagedachtenis.
Achtereenvolgens legde hij schitterend de examens af voor doetor in de natuurlijke wetenschappen en werd tweemaal als laureaat uitgeroepen in de wedstrijden tusschen de Hoogescholen van België, de eerste maal als lanreaat voor de dierkunde, de tweede maal als laureaat voor de anatomie en levensleer. Allen herinneren wij ons nog hoe vóór een paar jaren de stad Brugge en haar gemeentebestuur, hoewel het dan uitsluitend katholiek was, het zich tot een eer rekenden den ‘primus’ plechtig in zijn vaderstad te onthalen. Dit jaar was hij weer ‘primus’; niettegenstaande de ziekte, die hem ondermijnde, had hij zijn studiën voortgezet en de uitslag had zijn streven bekroond. Maar daarmede waren zijne krachten ook op. Bij gelegenheid van de onlangs gehouden plechtige opening van het hoogeschooljaar was het hem reeds niet meer gegeven de belooning te komen in ontvangst nemen, die het Gentsch stadsbestuur aan ieder der laureaten onzer Hoogeschool schenkt. Hij had een brief aan den heer burgemeester Brann gezonden om zijn dank voor het hem toegedachte geschenk uit te spreken, een brief, die in het Vlaamsch was opgegesteld en door den heer burgemeester werd voorgelezen, een der eerste, zoo niet de eerste maal, dat sedert 1830 op de op de officiëele plechtigheid een Vlaamsch woord klonk.
Dr. Herman Sabbe schreef behalve de beide verhandelingen, waarmede hij als laureaat werd bekroond, verscheiden kleinere stukken in de Handelingen van het 1e en die van het 2e Vlaamsch Natuur- en Geneeskundig Congres, in het Bulletin en de Annales de la Société de Médecine de Gand, in den Studenten-Almanak van ‘'t Zal wel Gaau,’ in den Vriend der Natuur, enz.
Die enkele opstellen, door H. Sabbe voltooid, lieten van hem het beste verwachten. Het is dan ook een harde slag dien de Vlaamsche Beweging door zijn afsterven, als een echt martelaar van de wetenschap, ondervindt. Want het is bij zijne studie van microben dat Sabbe de ziekte heeft opgedaan, die hem op korten tijd heeft weggemaaid.
Met Jan De Windt had hij in het Studentengenootschap 't Zal wel Gaan, dat hun beiden zoo dierbaar was, een gansche verandering teweeg gebracht, een verandering ten goede. 't Zal wel Gaan moest, volgens hen, ook een grooter aandeel nemen in de ontvoogding van het Vlaamsche volk, en 't Zal wel Gaan volgde hen, want van hen ging geestdrift en werkzaamheid uit. Ook tellen de jaren waarin Herman Sabbe eerst secretaris en later voorzitter was, tot de bedrijvigste en de beste van dit doorgaans zoo wakker Studentengenootschap.
***
Den 10 November had te Brugge de begrafenis plaats.
De Potterierei zag zwart van het volk. De geheele stad was aan den beproefden vader hare deelneming komen betuigen. Zelfs bekende katholieken met gouverneur Ruzette aan 't hoofd waren tegenwoordig.
Vele studenten der Gentsche hoogeschool met hunne omfloerste vlaggen, een vijftal hoogleeraren (de heeren Van Bambeke, Leboucq, Daniël Van Duyse, Paul Fredericq en Vercoullie), talrijke praeparators en hulpleeraars der hoogeschool, o.a. Dr. Ad. Van den Berghe, Dr. Cam. De Bruyne, Dr. Willem, enz. waren insgelijks naar Brugge gekomen om een laatste hulde te brengen aan de nagedachtenis van den jongen geleerde.
Ten sterfhuize werden roerende lijkreden uitgesproken door de heeren Dr. Ad. Van den Berghe namens het jong personeel der Hoogeschool, door den student Adam namens de Algemeene Studentenmaatschappij en de liberale maatschappij van geneeskunde, door den student Dumon namens 't Zal wel Gaan, waar Herman Sabbe voorzitter van geweest is, door den student Van Mullem namens de Van Maerlantszonen van Brugge, en door Prof. Paul Fredericq.
Zelden viel een zoo jongen man eene zoo indrukwekkende begrafenis ten deel; maar ook, hij had het wel verdiend.
***
Is de dood van Herman Sabbe een harde slag voor onze wetenschappelijke beweging; is ze smartelijk geweest voor de talrijke vrienden van van dezen jongen man wiens beminnelijkheid hem niets dan trouwe vrienden deed tellen, hoe moet dan het vaderhart van den diepbeproefden vader, den grijzen Julius Sabbe gebloed hebben! Velen onder onze leden in het Noorden, die den vader en den jongen, sympathieken broeder, Dr. Maurits Sabbe, kennen, zullen innig deel nemen in hun grievende smart.
H.M.