Neerlandia. Jaargang 3
(1899)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 8]
| |
te nemen. Vooral onder de invloedrijke families neemt die Hollands-gezindheid sterk toe en in de families, die van Hollandsche afkomst zijn, zooals de Van der Bilt's, enz., heerscht tegenwoordig een sterke anti-Engelsche strooming, - vòòr Holland is hun leuze. ‘Aan een feestmaal van de millionnairs-club, dat te mijner eer werd gegeven,’ zoo sprak Dr. K. verder, ‘heb ik daarvan sterke staaltjes bijgewoond; in alle dronken, die er werden gehouden, werd niet alleen Holland geprezen, maar ook waren ze alle gericht tegen Engeland. Onder de omstandigheden waren de Amerikanen er blijkbaar zeer mee ingenomen, dat er uit dat Holland, dat ze zoo verheerlijkten, ook eens iemand tot hen kwam, die - enfin, u begrijpt wat ik zeggen wil, 't is zoo moeilijk als je zoo over je zelf moet spreken - die, nu, laat ik, zonder daarmee iets ten nadeele van anderen te willen beweren, maar zeggen: ontwikkeld is. En daarin zie ik dan ook de voornaamste reden, waarom ze me daar in Amerika zoo gecoiffeerd hebben. Mijn verblijf in Amerika heeft mij echter van de Amerikanen een zeer goeden indruk doen krijgen; ze behandelen je daar op een wijze, die men hier heelemaal niet kent. Ik heb zeer veel hooggeplaatste personen gesproken, ook Mac Kinley, en iedereen was even welwillend en even verlangend om mij eer te bewijzen. Om maar iets te noemen: in een der plaatsen, die ik bezocht, werd door de autoriteiten een volledig bemande stoomboot, met een kok er bij, te mijner beschikking gesteld, om er naar eigen goedvinden gebruik van te maken tot het doen van uitstapjes in den omtrek. En dat alles alleen omdat ik Hollander was en den menschen daar wat kwam vertellen over ons land, waarmee ze zoo zijn ingenomen. Want te gelijk met mij waren er nog wel 30 tot 40 personen, die lezingen hielden, maar van geen hunner werd eenige bijzondere notitie genomen. Ja, zòò ver ging men zelfs, dat, toen mij in Princetown, in tegenwoordigheid van een 1000 a 1300 studenten met veel plechtigheid de doktorstitel zou worden verleend, de rector-magnificus der hoogeschool er zich tegen verzette, dat een Amerikaan, een professor in de rechten, wien dezelfde eer was te beurt gevallen als mij, mij zou voorgaan; eerst de Hollander, daarna de ander. Zòò treedt het Hollandsch element overal in Amerika op den voorgrond.’ |
|