Neerlandia. Jaargang 3(1899)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Neerlandia's Taal. In grijze wintermisten, beschermd door Holland's duin, Slapen de groene weiden in de ruste van Oud-Holland's tuin. De grauwe steden rijzen als sloten in vroeger tijd Uit statige stille grachten, waarover zilver glijdt. Waar Indië's sterren stralen over de landen beneé, Over de ruischende palmen, over de bruisende zee, Waar de Koningin van het Oosten prijkt in den lichtenden dag, Daar bloeien vrede en vrijheid in de schaâuw van Oud-Holland's vlag. Oud-Vlaanderen is herboren, Oud-Vlaanderen is weer vrij, Na eeuwen van verfransching door Waalsche dwingelandij. Zooals na langen poolnacht met bloemen het veld zich tooit, Zoo heeft zich in Vlaanderen's beemden de vrijheidsbloem ontplooid. Uit duizend kelen juicht het op Amajoeba's dag, In duizend plooien knett'ren de banen van Afrika's vlag; Het wit is Zuid-Afrika's zilver, het rood is Zuid-Afrika's goud, Het blauw is Zuid-Afrika's hemel, het groen is Zuid-Afrika's woud. Waar Noordzee dekt haar boorden met grauwige nevelvacht, Waar Insulinde's stranden bestraalt de sterrige nacht, Aan Tafelbaai en Zambesi, Oranje-rivier en Vaal, En aan West-Indië's Kuste weerklinke Neerlandia's taal. X. Deventer. Vorige Volgende