Angola.
Het verslag van den Belgischen Onder-Consul te Mossamedes, Angola, heeft ten zeerste de aandacht getrokken van de Belgische hladon.
Onze Onder-Consul, de Heer Ch. Ivens, heeft een reis gedaan van 18 maanden door verschillende deelen van Zuidelijk Angola, heeft zich op de hoogte gesteld van de Europeesche voortbrengselen, die daar een veld van afzet vinden en is tot de overtuiging gekomen, dat hier geen beter markt kan gevonden worden dan de streek van Zuidelijk Angola bekend onder den naam van Benguela.
In Angola zijn bijna al de ingevoerde goederen van niet-Portugeeschen oorsprong. Desniettegenstaande zijn Belgische voortbrengselen, uitgezonderd de geweren voor inboorlingen en een weinig cement, daar onbekend. Belgische huizen ontbreken volkomen in deze streek, waarvan de belangrijkheid uit een handelsoogpunt, in de laatste jaren aan 't licht gekomen is. De Onder-Consul is er van overtuigd, dat een handelshuis, dat als middenpunt van zijn handelsverrichtingen een plaats zou kiezen, nogal verre van de kust gelegen, zooals Kakonda, Biheland of Bailundu, zeker slagen zou. Hij maakt oen zeer grondige studie van de artikelen, die uit Angola kunnen uitgevoerd worden en van de Europeesche voortbrengselen, die ingevoerd worden, met prijzen, enz. Bij deze laatste doet hij vooral uitkomen van welk belang de in Angola gevestigde Boeren zijn als afne-