Antwerpen.
21 September 1878.
De Schepenraad onzer stad heeft eene beslissing genomen, die door alle Nederlandschsprekenden met geestdrift zal worden onthaald. Hij heeft namelijk eene tegemoetkoming van 3000 frank gestemd voor het op te richten gedenkteeken aan Jan-Frans Willems, den vader der Vlaamsche Beweging.
Deze beslissing heeft des te meer waarde, daar vele Antwerpenaars eenigszins ontstemd waren over het feit dat het gedenkteeken niet te Antwerpen werd opgericht. Dat er van den anderen kant nochtans veel waren die desniettegenstaande toch het hunne wilden bijdragen, bewijst wel de lijst die te Antwerpen rondging en op weinige dagen eene aanzienlijke som bijeenverzamelde.
De Schepenraad van Antwerpen is over die bezwaren, - zoo 't nog bezwaren mogen heeten, - heengestapt en, alleen het grootsche doel voor oogen: de verheerlijking der Vlaamsche Beweging, heeft hij, door eene prinselijke ondersteuning, den grondlegger der Vlaamsche heropbeuring willen verheerlijken.
Het lijdt geen twijfel dat Antwerpens gemeenteraad de beslissing van den Schepenraad zal bekrachtigen.
***
Verleden Zondag hebben de Antwerpenaars den 15en verjaardag gevierd van Conscience's afsterven.
Er ligt iets roerends in de waarlijk algemeene vereering waarin Conscience's naam in Vlaanderen gehouden wordt. Jaarlijks begeven de maatschappijen zich naar het graf van den geliefden schrijver en leggen er, als betuiging van hunne onvergankelijke erkentenis en bewondering, een frisschen lauwerkrans neer.
Dit jaar, uit hoofde van de vijftiende verjaring, was er aan de feestviering meer luister gegeven, en wel, door een talrijken stoet en een plechtig avondfeest.
De Heer Gust de Roey, de bekende werker voor de goede Zaak, sprak op het graf eene flinke redevoering uit, waarin hij wees op den onschatbaren invloed door Conscience uitgeoefend op de herleving van ons volk. Vooral treffend was het gedeelte zijner rede, waar hij de waarheid uitsprak dat wij, Vlamingen, niet naar Conscience opzien als naar den reus, die door den vleugelslag van zijn genie ons tot ingetogen bewondering noopt, maar wel hem beminnen als een vader, als een vertrouwde vriend, als een geliefde verteller, wiens werk blijven zal omdat het oprecht was, geboren uit het volk.
Een puike feestavond besloot den zeer gelukten gedenkdag, en een woord van dank dient hier gebracht aan de kunstenaars van het lyrisch tooneel, die gansch belangloos het feest zijnen luister bijzetten. De Heer Emiel Wildiers, advokaat, hield op dit feest eene zeer gesmaakte voordracht.
***
Als bijzonder nieuws op kunstgebied kan gemeld worden dat wij dit jaar waarschijnlijk twee oorspronkelijke zangspelen zullen te hooren krijgen, namelijk De Duivel, van Ducatillon en Paul Gilson en een ander, waarvan de naam ons nog niet bekend is, van Rafaël Verhulst en Van Oost.
Ook zal op 20 October op onzen Nederlandschen Schouwburg de eerste opvoering plaats hebben van Koning Hagen, bekroond treurspel in verzen van Hubert Melis, dat met buitengewone pracht zal vertoond worden voor de leden van den Zuid-Nederlandschen Tooneelbond.
Johan.