Staatssecretaris Reitz
Staatssecretaris Leyds, wiens portret en levensbeschrijving we later in Neerlandia zullen opnemen, als ‘man van beteekenis’ voor onzen stam, is ontslagen en komt naar Europa als gezant van de Z.A.R. Hij werd als Staatssecretaris opgevolgd door J.W. Reitz, oud-president van den Vrijstaat, mede een van de beschermers van onze Vereeniging, een van de mannen, die met krachtige hand helpen om onze zelfstandigheid te handhaven. Over hem deelen we onderstaand artikel van de Express (Bloemfontein) mede, dat wijst op hetgeen de Z.A.R. van hem te wachten heeft.
De aanneming van het Staatssecretarisschap der Z.A.R. door den heer F.W. Reitz, is iets waarover gansch Zuid-Afrika zich zal verheugen. Het bloote feit dat onze geachte oud-president de vrijmoedigheid had die groote en verantwoordelike betrekking te aanvaarden, is bewijs genoeg dat hij zijn krachten van vroeger volkomen ternggekregen heeft; en dat is op zichzelf een reden tot dankbaarheid. Immers de heer Reitz is er niet de man naar om meer te ondernemen dan hij gevoelt onder gewone omstandigheden te kunnen volbrengen. Zijn geschiktheid voor dien post is boven allen twijfel verheven. Een van Zuid Afrika's meest begaafde zonen, vriendelik, beleefd, innemend, is de heer Reitz een man die besliste overtuigingen koestert en die niet schroomt met zijn gevoelens voor den dag te komen. Niemand had ooit grooter respekt en achting voor de inzichten van wijlen President Brand; en toch, hoezeer de President ook gekant mocht zijn tegen den Afrikaner Bond, de heer Reitz liet zich daardoor vaa zijn koers niet afbrengen; hij stak de handen uit de mouwen en hielp met al zijn kracht de destijds nieuwe organisatie opbouwen en uitbreiden. Recht of verkeerd, dat waren zijn overtuigingen; hij gevoelde dat hij een goede zaak voor zich had en trad handelend op.
De nieuwe Staatssecretaris zal, wanneer de gelegenheid zulks van hem eischt, geen oogenblik aarzelen den heer Rhodes in de duidelikste bewoordingen, hetzij in 't Engelsch, Hollandsch of plat Afrikaansch, te bestempelen als de grootste politieke booswicht die Zuid-Afrika ooit gekend heeft, noch zal hij voor een oogenblik schromen te verklaren dat de bewerker van den sluiptocht, niettegenstaande het certificaat van goed gedrag hem nog onlangs door Lord Salisbury verleend, op politiek gebied, ten minste, kwalik past in een gezelschap van eerlike en fatsoenlike menschen. Waarom dit feit hier op den voorgrond geplaatst wordt? Om duidelik te laten verstaan dat de heer Reitz geen zoetsappige liberaal is, en geen man van ‘breede’ beginselen in den zin waarin dat woord maar al te dikwijls in dat land misbruikt wordt. Hij is, wat dit betreft, erg bekrompen. Indien hij het vanzelf niet wist, dan heeft zijn veelzijdige ervaring als rechter hem geleerd dat een dief geen held kan worden naarmate hij zijn misdaad rekt, en van uit dat standpunt zal hij steeds den persoon betrachten, die aan het eind van 1895 gepoogd heeft de Z.A.R. van hare onafhankelikheid te berooven.
Natuurlik zullen wij weer moeten hooren hoe onmogelik het voor de twee blanke rassen in Z.A. is elkander in liefde te leeren verdragen zoolang het eene ras en deszelfs leiders zulke gedachten koesteren.
Hoe het echter ook zij, dat is nu eenmaal de toestand van zaken; en zoo zal die toestand blijven, zoolang er pogingen aangewend worden om de schandelikste misdrijven tegen alle gevoel van recht en zedelikheid goed te maken door daartegen te plaatsen de aanwinst van zooveel vierkante mijlen koortsland of de aanbouw van zooveel mijlen spoorweg naar een woesternij, of nergens heen.
Zij die zooveel en zoo aanhoudend geraasd hebben tegen de ‘Hollanderkliek’ en de ‘bende uit het vasteland’ zullen, naar wij verwachten, spoedig ontdekken dat zij door het vertrek van DR Leyds en de aanstelling van zijn opvolger bitter weinig hebben gewonnen.
De heer Reitz bezit geen greintje anti-Engelsch gevoel; integendeel hij is onder de Britsche vlag geboren en hij schaamt zich zijn herkomst niet.
Maar wat hij samen met zooveel anderen verfoeit, is datgene wat in dit land door een zelfzuchtige en roekelooze bende als Britsche staatkunde wordt opgedist.
De nienwe Staatssecretaris is gelukkig ook in Europa goed bekend. Hoe trouwer en edelmoediger Dr Leyds zijn post bekleedde, des te meer werd hij belasterd in Engeland en elders; hij was onbekend.
Geen leugentaal hem rakende was te scherp om daar geloofd te worden. Niemand echter zal het wagen de eerlikheid en oprechtheid van den heer Reitz in verdenking te brengen; en al wordt dit ook beproefd, dan nog zal de moddergooier net zichzelven betakelen.