bij haar laten aankloppen. Menig leed werd door hare goedheid genezen; menige ellende werd door hare mildheid verzacht. 't Was in stilte, schier in 't geheim, dat zij hare weldaden verstrekte. Zij, die haar in dagen van rampspoed hebben ontmoet, weenen thans.
Verder nog, over het gansche Vlaamsche land strekt de rouw zich uit, want Clara Ledeganck heeft ook geleefd voor Vlaanderen en voor zijne kunst.
Door haar huwelijk met Doctor Eugeen Cogen deed Ledeganck's dochter hare intrede in eene familie, waar kunst en wetenschap tronen, waar de vaderlandsche overleveringen in eere staan. In de familie De Hoon, waartoe hare moeder behoorde, in de woning van haren oom Prof. Heremans, spreekt alles van Vlaanderens roem, van Vlaamsche Kunst. De heldere geest, het fijne schoonheidsgevoel van Mevrouw Cogen kwamen in die omgeving tot hunne volle ontwikkeling, en brachten eene lange reeks kunstjuweelen voort. De voornaamste tijdschriften van Noord- en Zuid-Nederland: Het Nederlandsch Museum, Het Tijdschrift van het Willemsfonds, De Vlaamsche School, Het Leeskabinet, Elsevier's Tijdschrift, Woord en Beeld, vergastten hunne lezers op een aantal fijnbewerkte letterkundige pareltjes van hare hand: Het Begijntje, Eene Dorpsprijsuitreiking, Musiceerende Buren, In de Hoofdkerk, Begijnekens Leven, Oude Brieven, Cilia, Een Kruisberg, Allerzielendag, Mandus, Tante Sibylla en andere vestigden meer en meer de aandacht op de kunstenares, die haar land en haar volk zoo grondig kende en zoo diep beminde, en zich met echt vrouwelijke bescheidenheid achter het pseudoniem Johanna Filips verborgen hield. Onlangs nog, toen eene onmeedoogende ziekte haar reeds ten grave sleepte, schonk zij aan het tijdschrift Woord en Beeld een nooit volprezen stukje over het leven der Begijntjes (Van Begijnen en Begijnenhoven) te Gent.
Zij allen, die de kunstgewrochten van Johanna Filips hebben bewonderd en genoten, weenen thans met ons.
Het goede dat zij heeft gesticht, het schoone dat zij heeft voortgebracht, hare gehechtheid aan haren landaard verdwijnen niet met haar. Hot voorbeeld, dat zij haar leven lang gegeven heeft, in dagen van tegenspoed en in dagen van geluk, is een erfdeel dat zal in eere worden gehouden.
Vaarwel, lieve vriendin!’
Op het Gemeentekerkhof droeg de dichter Karel Bogaerd een gedicht voor ter eere van de dierbare afgestorvene.