Bibliographie.
Helleensche studiën, door Dr. Ch. Van Deventer, bij S.L. Van Looy, te Amsterdam, 320 blz., fl. 2.90.
Een flink geschreven boek, dat een gunstig denkbeeld geeft van de Hollandsche kritiek over de Oudheid, in tegenstelling met de ons bekende oppervlakkige Fransche studies. Bij het lezen van die fraai geschreven bladzijden, krijgt men den indruk, dat de schrijver, die zich voor niet meer dan een dilettant uitgeeft, zeer goed in de Oude Kunst ingewijd is. Door hem voorgelicht, ontdekken we allerlei schoonheden in de classieke schrijvers, die ons bij eene oppervlakkige lezing ontsnappen. De studies over Lysias en Herodotes zijn bijzonder belangwekkend en verdienen gelezen te worden door Belgische leeraars in de classieke talen, die anders over hun vak niet veel in 't Nederlandsch lezen. De hoofdstukken, dle over Antiphon, Andocides, Xenophon, de Nefelai van Aristofanes handelen, boeien niet minder de aandacht. Andere stukken zooals Glaukon of Over de Moeite (een dialoog) - in den trant van Hero totus - Eene Didaktische Idylle (vrije bewerking van Xenophon's Huisvader), wijzen op de hooge kunst van den schrijver en verschaffen veel genot door hunne zonderlinge frischheid, door een parfum grec, qui s'en dégage, zooals de Franschman dat zou heeten. De bijdrage tot de geschiedenis van de natuurkunde, getiteld Het Vraagstuk van den Krans, getuigt op hare beurt van de nauwkeurige navorschingen van Dr. Van Deventer en stelt sommige punten van dat onoplosbaar vraagstuk klaar in 't licht. Dit boek moest gelezen worden door al wie zich met Oude Kunst onledig houdt. Wij bevelen 't inzonderheid aan de Belgische leeraars in de klassieke talen aan.
- Germaansche Godenleer, door Dr. J. van Leeuwen, VIII, en 307 blz. in kl. 8o. Schiedam, G. Odé, 1897. Pr. f 1.90; geh. f 2.25.
Dat wij in onze taal tot hiertoe geen boek over de Germ. Godenleer bezaten, mag wel bevreemdend heeten aan belangstelling voor zoo'n werk zou het nochtans in de Nederlanden niet ontbreken. Evenmin hezitten wij, voor zooveel ik weet, een vertaling van de Edda's. Aan Grieksche en Romeinsche mythologiën daarentegen mangelt het ons niet, en de dubbele uitgave, vóor een paar jaar. van Petiscus' Olympus is een kenschetsend feit. Ook bij de uitg. van een Nederl. Pancatantra is gebleken, dat een ‘verwonderlijk groot getal lezers’ kennis wenschten te maken met dat boek uit de Indische oudbeid. En zouden wij, Nederlanders, niet ten minste evenveel belangstelling toonen voor de Germaansche oudheid, voor den oorspronkelijken godsdienst van ons eigen voorgeslacht. Dat schijnt ons buiten kijf, en zóo hebben waarschijnlijk ook bewerker en uitgever van het hier aangekondigde boek geoordeeld. De schrijver nu, kon een bloote vertaling leveren van een of ander degelijk Duitsch handboek, wat misschien best was en voorzichtigst, - ofwel een ver- en bewerking van de nieuwste bronnen over dat vraagstuk, - ofwel eindelijk iets heel en al oorspronkelijks, als hij zich daartoe genoegzaam berekend achtte. Aanvankelijk was Dr. Van Leeuwen van plan, zegt hij, een bewerking te maken van Wägner's Nordisch-Germanische Götter und Helden, doch bij nader inzien, beviel het boek hem te weinig. Wat hij ons nu levert, is eigenlijk een handboek, grootendeels ontleend aan de bekende werken van Grimm, Simrock en Mogk, met vermijding echter van alle ‘overtollige wetenschappelijkheid,’ Hij is evenwel te veel bij de verouderde opvattingen van Grimm en Simrock gebleven, en zeker zou hij niet alles kunnen verantwoorden, wat hij ons geeft. Toch heeten wij zijn boek welkom, omdat het in een wezenlijke
leemte voorziet, en daardoor op de Athenaea en elders diensten kan bewijzen. Uiterlijk laat het boek niets te wenschen over.
A.D.C.
- Aangename Uren. - Leesboek voor Gymnasia, Hoogere Burgerscholen, Kweek- en Normaalscholen, door F.J. Heeris en W. Poose. Amsterdam, A. Versluys.
Uit belangstelling hebben wij dit met veel zorg samengestelde werk doorlezen, hetwelk uitmunt door eenvoud en frischheid, en juist door de samenstelling van opwekkende vertellingen en legenden onzer beste schrijvers een aangenaam onderhoudende stof levert. De schrijvers zijn er in mogen slagen iets bijzonders te bewerken, in tegenstelling met veelal droge en niet voor den leeftijd passende schoolleesboeken. Wij twijfelen er niet aan of Aangename Uren zal ook in Zuid-Afrika en elders, waar Nederlandsch onderwezen wordt, met ingenomendheid begroet worden als een deugdelijk boeiend werk.