Neerlandia. Jaargang 2
(1898)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdMijn vrouwtje het 'n senn gekrij.Ga naar voetnoot(1)Ek is so blij, ek is so blij,
Mijn vroutjie het 'n seun gekrij,
Hij lijk precies nes ek:
Hij het mijn oge, mond en neus,
En is 'n dikke vette reus,
Ek is so in mijn skik.
Mijn pa is blij, mijn ma is blij,
Mijn vrous familjie oek daarbij,
Hul krij nie klaar met kijk;
Van 's morrens vroe tot 's avons laat
Hoor ek maar hoe die mense praat,
Dat hij so na mij lijk.
Partij keer huil hij wa! owa!
En trek sijn lippies nes sijn ma,
Maar anders is hij soet;
Die skapie is so reg gesond,
Hij kijk so slim die kamer rond,
En suig, en slaap so goed.
Johannes, zal ons hem laat doop,
Sijn jurkie is al lank gekoop,
Mijn nuw manel is klaar;
Oom Jannie sal ons peetoom maak,
Want anders is die Ou geraak,
Zijn ‘pitjies’ in gevaar.
'n Dokter, en 'n Predikant
Is allernoodigst in ons lant,
Maar ook 'n advokaat;
Dit sal jul later ook wel lees,
Eers sien hoe hij kan praat.
Non, lesers van ‘Die Patriot,’
Een enkel woordjie nog tot slot,
Dan eindig ek mijn taak:
Ek wens jnl' seuntjies mooi en vris,
Maar, dat jul' ook so danbaar is
As ‘Jan wat versies maak.’
|
|