Neerlandia. Jaargang 2
(1898)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 1]
| |
April 1898.Hoffmann von FallerslebenGa naar voetnoot(1).
| |
[pagina 2]
| |
Laat u door geen Waal vertreden,
Buig niet voor zijn overmoed;
Maar bewaar uw taal en zeden,
Uwer vaadren goed en bloed.
Dan eerst moogt ge er van gewagen,
Dat gij voor uw rechten pleit;
Dan herbloeien eens de dagen
Uwer oude heerlijkheid.
Het gouden hart, waaruit deze klanken galmden, was een warm en gezond Germaansch hart, en de galmen, die bij die tonen in onze harten opgaan, schijnen te willen antwoorden dat ook wij ons met vreugde Germanen gevoelen, als wij aldus door Duitschers bejegend worden. De aanspraken van Hoffmann von Fallersleben op dat oorbroederlijke wedergevoel, zijn overigens vele. Wie heeft de lente in zijn boezem niet voelen ontluiken bij 't lezen of hooren zingen van die levensfrissche dietsche Looverkens, die vele Nederlandsche, ja bijna al onze jonge Vlaamsche componisten hebben verleid tot wedijveren in klanken met hunne zoete poëzie. Nicolaï, Tinel, Anthennis, Van Duyse hebben gelezen in den rijken tuin, door Hoffmann geplant, en op welks ingang hij deze echt broederlijke Duitsche vreugdeklanken dichtte: Nein, du bist noch nicht verloren,
Schönes, gottgesegnet Land!
Ueber dir und deinen Thoren
Ruht noch schirmend Gottes Hand.
Deine Sprach' und Sitte lebt noch
Ueberall in Stadt und Land,
Und der Vorzeit Ruhm erhebt noch
Jedes Herz und jede Hand.
Freiheit had dir Gott gegeben:
Sei dan frei, du freies Land!
Frei zu edlem Thun und Streben!
Frei von wälschem Lug und Tand.
Om zoo te zingen moet men liefhebben, en liefde wordt slechts uit goede kennis geboren. Ook, hoe diep en alzijdig had Hoffmann ons Dietsche, ons Vlaamsche volk leeren kennen en minnen. Onze taal schreef en sprak hij als muziek, en, moesten wij het der moeite waard achten haar te verdedigen, met bewijzen, tegen de aanblaffers, die haar voor ruw en grof uitschelden, wij zouden in de eerste plaats hun een der Looverkens van Hoffmann mogen voorneuriën. Zacht als vogelgekweel, zoet als bloemenwalm! Luister naar dit ééne en hoor het zingen op de lieve muziek van Nicolaï: Mijn Liefken, mijn Somer.
Het loof valt van de boomen,
De bloemkens slapen al,
En niewers horic clinghen
Der voghelkens geschal.
Wat roect (raakt) mi of de lovers
Of gheel si sin of groen:
Wat roect mi, wat de bloemkens
En wat de voghels doen!
Mijn liefken is mijn somer,
Mijn hoop op die ik bouw,
En al de lovers spruten,
Als ik mijn liefken schouw.
Mijn liefken is mijn somer,
Mijn wensch en mijne coor (keur)
En al de voghels singhen;
Als ik mijn liefken hoor!
Mijn liefken is mijn somer,
Mijn liefken is mijn lust,
En al de rosen bloejen
So dicmaal si mi cust.
En zoo zijn er heele rozenperken in Hoffmann's tuin. Wie onder ons heeft zoo in middeleeuwsch Dietsch gezongen? Bilderdijk en Willems hebben er zich laten aan bedriegen en enkele dier Looverkens voor echt genomen, verwijzende naar de XVe eeuw. Willems heeft er een van laten binnensluipen in zijne Oud-Vlaamsche liederen, vóór dat Hoffmann de schuld van het vaderschap had bekend. Dat was een gulle grap van den snedigen man. Prudens van Duyse en Pol de Mont hebben beproefd, die taal en dien toon terug te vinden, maar de palm der Looverkenspoëzie is aan den Duitschen Hoffmann gebleven. Men geve toch ter wille van ons trachtend kunstgenot de Looverkens weer uit!
Om die kennis onzer aloude taal met zulke virtuositeit aan den dag te kunnen leggen, heeft Hoffmann ook zijn leven in onze oude letteren en grootendeels in ons land doorgebracht.
Zes maal, in 1821, in 1837, in 1839, in 1854, 1855, 1856, bezocht hij Noord- en Zuid-Nederland. Hij was de gast en de vriend van den stroeven Bilderdijk, van den aartsvaderlijken Jan-Frans Willems, van den rondborstigen J.-F. Heremans. Hij makkerde met onze Vlaamsche studenten, met Julius Vuylsteke, met Tony Bergmann, die hem huldigden en die hij in hunne Almanakken dichterlijk aanmoedigde.
Overal waar hij tehuis was bracht hij nieuwe jeugd en nieuwen levensmoed; overal ook stak hij het licht aan zijner heldere en degelijke Duitsche wetenschap.
Als Bilderdijk, en Helmers, en Tollens nog volop klaroenden en trompetterden boven den waren toon der hartspoëzie, maakt hij hun kond dat die klassieke bazuinerij van gisteren was en dat een nieuwe lente was aangebroken, een nieuwe morgen aan 't krieken ging.
En hij opende hunne harten en oogen voor hetgeen zij verleerd hadden te zien en te waardeeren, voor den rijkdom en de hooge waarde onzer middeleeuwsche letteren, voor de frissche gezondheid dier oude ware poëzie. Hij opende de wondergalerij zijner Horae Belgicae, eene verzameling van een tiental lijvige boekdeelen vol meesterstukken door hem ontdekt of vergaard en uit hart en gemoed onzer dichterlijke helden-vaderen gevloeid; doch door de geleerde tijdgenooten evenzoo erg bejegend als onze heerlijke Vlaamsche puikgebouwen in gothiek en ronaissancestijl het werden door 't geslacht der steenoverbakkers van 1830.
De les van Hoffman heeft rijke vruchten gedragen. De schoonheden van Floris en Blancefloer, van onze middeleeuwsche liederen, van onze kluiten, boerden en abelespelen drongen zich op aan de nieuwe jeugd. Willems haalde den Reinacrt de Vos voor den dag, en op de baan, door Hoffmann gebroken, zette Jonckbloet weldra den meesterlijken voet. Die school van letterkundige geschiedenis en van taalknnde was geboren, welke een kroonjuweel mag heeten voor het verjongde Nederland.
Als zelfs in onze Belgische Fransche letteren een geest van natuurlijke frischheid en nieuwheid is gevaren; als we de lentejeugd begroeten in een De Cort, eeu Dautzenberg, een Van Beers, een de Mont, een Vuylsteke, een De Geyter, een Antheunis, 't is uit Duitschland dat hij kwam, die geest, en 't is Hoffmann von Fallersleben geweest, die de Goede Boodschap bracht.
En dat leven, dat hij aldus had verwekt, vooral hier in Vlaamsch België, dat hij zoo noode van 't Noorden scheiden zag in 1830, dat nieuwe leven sloeg hij als een zorgende vader gade in zijne gelukkige ontwikkeling. En 't griefde hem tot het einde zijns levens, als hij zag of vernam dat de meerderheid zijner Duitsche landgenooten, in België verblijvende, de Vlaamsche Beweging met den nek bejegenden en liever zich bakerden in de hoogere Fransche wereld onzer verbasterden en verbasteraars, dan de broederhand te reiken aan de gezonde Vlaamsche kern van het volk.
Soms nam hij nog wel eens de zweep der satire ter hand, om die Duitsche medeplichtigen onzer misdadige verfranschers te tuchtigen, al waren zij ook grootambtenaars van het Duitsche Rijk, gelijk die heer von Balan, die in 't volgend gedicht wordt bestraft: Sr. Excellenz
dem Gesandten des Deutschen Reiches zu Brüssel Herrn von Balan. Ist das ein deutscher Reichsgesandter,
Der weder deutsch noch vlämisch spricht?
Er fühlt den Welschen sich verwandter,
Die Stammgenossen kennt er nicht.
Er weiss nicht, dass der Diplomaten
Urvater stammt aus diesem Land:
Vlamingen waren seine Pathen
Und Reinaert hat man ihn genannt.
Schon diesem Meister werth zu Ehren,
Möcht' ich dort ein Gesandter sein:
Die Fransquillons zwar zu belehren.
Das fiel auch dann mir noch niet ein.
Doch sag' ich frie: ‘Fluch allen Ränken!
Dies edle Volk am Scheldestrand,
Es ist in Sprache, Kunst und Denken
Mit uns wie weiland stammverwandt.’
Hoffmann von Fallersleben.
Schloss Corvey, 12 Oct. 1873.
Hij mocht het wel zingen, de hartelijke Hoffmann: ‘Vlaanderen bovenal
Heb ik u lief!’
Van die liefde gaf hij nog een sprekend bewijs in zijne laatste levensjaren, toen hij ook van Duitschland verdiend had algemeen geëerd en gehuldigd te worden als een der Vaders van het ‘groote Vaderland,’ dat naar Bismarck's verklaring niet min verschuldigd is aan de liederen zijner dichters dan aan 't zwaard en het bloed zijner krijgslieden. In 1871 werd door het Duitsche volk eene grootsche hulde gebracht aan Hoffmann von Fallersleben, den dichter en zanger der vrijheid, niet minder dan de vernieuwer der Duitsche letterkundige wetenschap. In de grootsche kunsthaale te Hamburg werd hem zijn prachtig borstbeeld aangeboden, een meesterwerk van Fritz Neuber. Hoffmann's dankbaarheid ging zeker in de eerste plaats naar zijn eigen volk; maar ook onmiddellijk kwam een andere gedachte bij hem op: De Nederlanders moesten dat borstbeeld hebben! En een kunstige nameking werd vervaardigd en ten geschenke gezonden aan de Zuid-Nederlandsche Maatschappij van Taal- en Letterkunde. In 1874 stierf Hoffmann te Corvey, in Hannover. In 1884 werd hem in zijn geboorte plaats een gedenkteeken opgericht. In 1891 herdacht het Duitsche volk op Helgoland den dichter van een der breedst gevleugelde Duitsche Volksliederen. En niemand buiten Hiel en Beroit en de eerste oproepers tot eene hulde der Nederlanders op Helgoland niemand onder ons heeft er aan gedacht de schuld der dankbaarheid te vervullen tegenover een man, die voor ons zooveel heeft gedaan en zooveel is geweest. Den dankbaarheidstocht der Nederlanders naar Helgoland voorziende en wenschende, dichtte Hiel en zong Benoit: Hoog, Helgoland! het heilig strand
Met zijnen rooden klippenstrand,
Waar Hij met gloed in 't rein gemoed,
Bezong de lente en 't liefje zoet;
Waar Hij, bij 't blauwe baargebral,
Zong dat het klonk ten allen kant:
‘Duitschland, heilig Vaderland!
Duitschland! Duitschland over alles
Duitschland! Duitschland bovenal!’
Hiel en Benoit hebben gelijk had, en wij allen waren schuldig dat we in 1891 reeds een plicht der dankbaarheid niet volbrengen gingen. | |
[pagina 3]
| |
Maar daar daagt eene nieuwe gelegenheid op om goed te maken wat verwaarloosd werd. Duitschland viert het eeuwfeest van Hoffmann's geboorte. Wij moeten ook gaan vieren en de ijzeren huldekroon der Nederlanders in 't voetstuk van het Hoffmannmonument gaan lasschen, met de hoofdstrofe van zijn lied onder onzen dankenden groet gegrift: Vlaanderen bovenal
Heb ik u lief!
Waar ik ook ben en vaar
Gij zijt mij altijd naar.
Vlaanderen bovenal
Heb ik u lief.
***
Wij komen in 't volgend nummer bijzonderlijk terug op de voorgestelde gezamenlijke reis naar Noord-Duitschland en op de betooging ter eere van Hoffmann von Fallersleben door de Nederlanders in te richten.
Naar Oostland willen wij rijden! Brugge. J. Sabbe. |
|