Over Taalzuivering.
Johannesburg, December 1897.
Aan den Weled. Heer Oudschans-Dentz,
te Johannesburg,
Zuid-Afrikaansche Republiek.
Geaehte Heer,
‘Neerlandia’ van November '97 bevat een voorstel van U, inhoudende om ter verheffing, uitbreiding en instandhouding van onze taal Nederlandsche woorden te zoeken of te smeden ter vervanging van leelijke Fransche of Engelsche woorden, die in onze taal gebruikt worden. Afgezien van het gevaar, dat er door het opzettelijk smeden van Nederlandsche woorden iets kunstmatigs in de taal zou kunnen komen, betuig ik U niettemin hartelijke instemming met Uw streven tot instandhouding en bevordering van onze schoone en rijke moedertaal.
Hier in Johannesburg wordt men als goed Nederlander, die zijn taal in eere wil houden en zuiver bewaren, telkens geërgerd door het gebruik van onnederlandsche woorden. En - helaas - het moet gezegd worden, de Afrikaners gaan daarin voor. Algemeen hoort men hier in 't Nederlandsch gelijk U bekend is, om iets te noemen de woorden Breakfast (ontbijt), Breakfasten, Dinner (middagmaal), Dinneren, Supper (avondeten), Supperen, Boarding (kost), Boy (jongen), Missis (Mevrouw of Juffrouw), Street (straat), Shop (winkel), Bottle(flesch), Office (kantoor), Ticket (toegangskaart), enz., woorden, die ook door onnadenkende Nederlanders uit 't Engelsch worden overgenomen. Inderdaad de invloed van de Engelsche taal is hier ontzettend en het moet voorwaar verwondering baren, dat de oogen van de Holl. Afrikaners in de Republieken van Zuid-Afrika niet meer open zijn voor het groote gevaar, dat hun zelfstandig volksbestaan te duchten heeft, indien ze niet met alle macht den invloed van de Engelsche taal te keer gaan. Hadden ze toch meer een geopend oog voor dit werkelijk niet denkbeeldig gevaar, dan zouden ze meer hun eigen taal spreken, minder toelaten, dat allerlei Engelsche woorden zich in hun taal nestelden en zich meer toeleggen op 't aanleeren van het beschaafd Nederlandsch. Thans spreken de meeste Afrikaners buiten den huiselijken kring bij voorkeur Engelsch. Men kan in dit land schier geen Afrikaan ontmoeten, of hij begint met Engelsch. Komt hij in een winkel, hij doet zijn bestelling in 't Engelsch; reist hij en heeft hij zijn medereiziger iets te vragen, hij doet de vraag in 't Engelsch. En alleen als hem een antwoord in 't Hollandsch gegeven wordt, schijnt hij den moed te bezitten
om in 't Afrikaansch-Hollandsch te spreken. Vanwaar toch deze ellendige gewoonte? Waarom begint de Afrikaan, wiens moedertaal het Afrikaansch-Hollandsch is, niet met zijn eigen taal? Waarom verloochent hij zijn eigen, zoetvloeiende taal ter wille van 't harde, stootende Engelsch? Hij wil immers niet onder Engelsche heerschappij komen? Maar ziet hij dan niet in, dat de eerste stap om daaronder te komen is het eeren en bevorderen van de Engelsche taal, door welke immers de Engelsche geest onder het volk komt. Waarom begint elke Holl. Afrikaan - en elke Nederlander in Zuid-Afrika, voeg ik er bij, - ingeval hij een onbekende ontmoet en hij heeft iets te zeggen, niet eerst met zijn eigen taal, die toch de officiëele taal van den Oranje-Vrijstaat en de Zuidafrikaansche Republiek is? Als hij bemerkt, dat hij in 't Hollandsch ganschelijk niet verstaan wordt - dus in de uiterste noodzakelijkheid, - kan hij altijd nog van 't Engelsch gebruik maken.
Begrijpt men dan niet, dat, zoo algemeen meer Nederlandsch werd gesproken, de Engelschman wel gedwongen zou zijn Hollandsch te leeren of zich Nederlandsch sprekende bediende aan te schaffen?
Ik wenschte wel, dat de Hollanders en Afrikanen, zonder de Engelsche verwaandheid bij ons in te voeren, wat meer gevoel van eigenwaarde en fierheid aan den dag legden en 't Nederlandsch als No één beschouwden.
En dan vanzelf zullen de bovengenoemde en andere Engelsche woorden door de Nederlandsche vervangen worden. Nu schijnt mij de beweerde liefde van de Afrikanen voor hunne taal meer in woorden dan in daden te bestaan.
Doch er is meer, Geachte Heer, waar ik mij over wilde uitspreken. Er zijn in 't Nederlandsch vreemde woorden ingeslopen, die als vreemde woorden niet zoo dadelijk