Gent.
De Gentsche Tak zet zijn reeks volksvergaderingen voort. Zijn propagandisten zijn sedert Februari 1897 onafgebroken in de bres. De laatste volksvergaderingen werden gehouden te Assenede, Wachtebeke, Sint-Niklaas, Buggenhout, Oost-Eekloo, Dendermonde, Laarne, Drongen, enz. Overal is er een groote opkomst en wordt de meeste belangstelling betoond. Onder zulke omstandigheden is het grappig, de franskiljonsche Chronique van Brussel heel ernstig te hooren vertellen, dat Woeste aan de Vlamingen een slechten dienst heeft bewezen, door de bespreking van de Taalwet De Vriendt te vragen; dat niemand er nog aan dacht; dat ze begraven zou gebleven zijn; dat zelfs de flaminganten er zorgvuldig over zwegen!!! En 't is nu meer dan een jaar, dat gemeentebesturen, inwoners van gemeenten, grootendeels door ons toedoen, week na week verzoekschriften naar de Kamer sturen, opdat ze onmiddellijk het wetsvoorstel zou bespreken en het onverminkt aannemen. De gemeenteraden van Vlaamsche steden en dorpen werden door onzen Gentschen Tak uitgenoodigd om opnieuw verzoekschriften naar de Kamer te zenden; 118 hebben dan ook andermaal de Kamer aangeschreven. Er kwamen buitendien verzoekschriften in van de inwoners van 41 gemeenten. Wij hielden te Dendermonde onze 33e vergadering. Overal waar we gaan, laten we een sterke groep leden van 't A.N.V. na, lezers van ons tweede strijdblad, den Vlaamschen Strijd, waarvan het Maart-Nr op 1400 ex. gedrukt werd. Te Assenede en Oost-Eekloo wonnen we op één Zondag 72 + 112 leden. Wat is het onvergeeflijk dat onze andere takken toch maar geen teeken van leven geven en den tijd in roestige rust laten voorbijgaan ondanks alle aansporingen! 't Was een gezegenden tijd! Op een jaar tijds heeft de Vlaamsche Beweging bij ons volk meer voortgang gemaakt dan op de voorgaande 60 jaren. Honderden onverschilligen, die niet wisten wat Vlaamsche Beweging was, zijn
door ons gemaakt tot belangstellenden. Had men dien propagande-arbeid nu in ieder Vlaamsche provincie verricht, zooals we er zoo dikwijls op aandrongen, wat een leger zouden we thans hebben en hoe zouden de Tournay's op hun neus kijken! Maar, o! die rustige rust!