Neerlandia. Jaargang 2
(1898)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 5]
| |
Zaakgelastigde en Consul-Generaal te Teheran verzonden brief aan de Kamers van Koophandel te A'dam en R'dam. ‘Kan de rechtstreeksche aanvoer van Nederland naar Perzië nog veel aanzienlijker worden, die van Nederlandsch-Indië is voor reusachtige uitbreiding vatbaar. Met groot leedwezen moet ik constateeren, dat het verkeer met de Nederlandsche koloniën geheel is verwaarloosd en alleen nog schijnt te worden bewaard voor algeheelen ondergang door enkele op Java gevestigde Armeniërs. In dit opzicht kan er niet genoeg worden gedaan om hierin een mogelijke en hoogst wenschelijke verandering te brengen. Alles kan en moet beter worden en waar de firma's Hotz en Teheran Toko enz. door vestiging van filialen hier, het afzetgebied voor Nederland en koloniën vergrooten, daar dienen deze onvermoeide pioniers krachtig door belanghebbenden in hunne pogingen te worden gesteund en zoo kom ik vanzelf op twee dingen welke m.i. machtige factoren zouden zijn om het verkeer tusschen Nederland en Indië met Perzië te bevorderen, nl. een maandelijksche stoomvaartverbinding tusschen Java en de Perzische Golf en een Nederlandsch-Indische bank hier te lande.’ Verder ontwikkelt Z.H. Edgestr. uitvoerig het doel en wijst met nadruk op de groote beteekenis van een Nederlandsche Bankinstelling in Russisch Azië. De heer V.d. Klaauw, die aan het hoofd van de Bank zou komen te staan, vereenigt in zich de hoedanigheden die eene degelijke leiding vereischt. Hij bezocht te zijner tijd de Handelsschool te Amsterdam; legde met goed gevolg het leerling-consuls-examen af en was het laatst hoofd van het bijkantoor der Imperial Bank of Persia, te Meshhed. Door zijn kennis van de Russische en Perzische taal is genoemde heer uitstekend met de Perzische en Russische toestanden bekend. Wij mogen wel verwachten dat eene zaak, een nationaal belang als dit, door invloedrijke personen voorgesteld en overwogen, den ondernemingsgeest ook op dit gebied zal doen herleven. |
|