Oostendsche Tak van het A.N V.
Den 18 October had onze Oostendsche Tak een volksvergadering belegd, waarin zouden besproken worden: de Vlaamsche Beweging, het Nederlandsch in het Onderwijs, het Wetsvoorstel De Vriendt-Coremans.
Als spreker trad op de Heer De Villez, lid van 't Verbond, een Waal van geboorte, wien zijn afkomst niet belet een van de kloeke verdedigers van onze taalrechten te zijn. De spreker verdedigde ons goed recht zeer knap en beviel zeer door zijn bewondering van Vlaanderen's kunst. In zijn rede legde hij vooral klem op de noodzakelijkheid van een volkomen vervlaamscht onderwijs. Hij ontstak de geestdrift van de toehoorders, toen hij als Waal de verklaring aflegde, dat hij met de leiders van de Vlaamsche Beweging tot het einde mee zou strijden tot het bekomen van de volledige taalgelijkheid van Walen en Vlamingen.
Tegenspraak werd gevraagd. Niemand trad op. Daaruit trok de Voorzitter, Fr. Van den Weghe de zedeles: de mannen van den Carillon (een franskiljonsch blaadje van Oostende), die 't Vlaamsche volk onafgebroken beschimpen, uitgenoodigd, waren niet opgekomen; ze waren bij verstek door de openbare menigte veroordeeld.
Door den Heer Janssens werd medegedeeld dat de nieuwe school voor huishoudkunde te Oostende gansch op Franschen voet wordt ingericht. De onderwijzeressen kennen geen Nederlandsch. Het publiek betuigde zijn instemming met het voorstel van den Oostendschen Tak om aan 't Staatsbestuur en den Provincialen Raad te vragen, dat geen toelagen zouden verleend worden aan dergelijke fabriek van Siska's van Rozemael.
Naar uit vertrouwbare bron vernomen wordt, zouden de kostelooze scholen te Oostende sedert den 1 October op Fransche leest geschoeid zijn, zou daar, in de drie hoogste klassen, het Fransch de voertaal zijn van het onderwijs. Dat is een wezenlijke uitdaging vanwege den schepene Van Imschoot en 't zou hoog tijd worden, dat deze in zijn gekke buitensporigheden gestuit werd.