In Memoriam.
Geachte Medeleden van het Algemeen Ned. Verbond.
Met droefheid zien wij den Dood onmeedoogend op acht dagen tijd tweemaal in ons midden maaien: onze oude vriend Em. Van Driessche en onze strijdgenoot en voorzitter Jan Micheels, zijn ons ontvallen.
Jan Micheels stond tot het laatste oogenblik in de bres, en stierf op het eereveld mag men zeggen; na afloop van onze algemeene zitting werd hij door eene beroerte getroffen. De wreede kwaal liet ons geene hoop meer hem nog op onze vergaderingen te zien.
Op de droeve plechtigheid die ons vergaderde voor de begrafenis van den diep betreurden Em. Van Driessche, vernamen wij dat wij ons op een tweede groot verlies mochten voorbereiden: Jan Micheels was ook de laatste rust ingegaan en de dood had ons weer een van onze trouwste, geleerdste strijd- en kunstgenooton ontnomen.
Em. Van Driessche en Jan Micheels ontsliepen omringd van vrienden van alle gezindheden, die hun den diepsten eerbied toedroegen.
Het uur der eeuwige en verdiende rust sloeg voor beiden, nadat zij, onze leidsmannen in strijd, onderwijs en kunst, hunne taak volbracht hadden.
Zuike dooden, geachte medeleden, sterven niet; zij leven in onze harten, zij leven in ons geheugen bij het herdenken aan hun werk.
Zoo hun lichaam de verdiende rust der ‘goeden’ geniet, herleeft hun geest, leeft voort in ons, en die bezieling zal ons den moed geven om hun taak voort te zetten.
Ik zie het aan als een plicht een woord van lof en dank te zeggen aan den Heer O. Van Bezien, onzen tweeden Schrijver die van den avond af, toen de Voorzitter in onze armen door de beroerte werd getroffen, gedurende drie weken aan de sponde van Jan Micheels zijne nachten doorbracht en hem als een zoon verpleegde.
Ik weet dat de zedigheid van Van Bezien zal opkomen tegen deze openbare dankbetuiging; maar zijne belangelooze zelfopoffering trof ons zoo diep, dat wij tegenover hem eenen plicht van dankbaarheid zouden verzuimen moesten wij zijn edel gedrag verzwijgon.
Namens de familie Micheels,
Namens het Algemeen Verhond, Dank!
J. Toussaint,
Schrijver van den Tak Brussel.